Abraham Wissepolder Vergunningen

Abraham Wissepolder Vergunningen
Dijkvak Abraham Wissepolder
OM werkproces stap d) Vergunningen en projectplan

Activity IOR



Door het projectbureau is een planbeschrijving opgesteld. Deze is ter inzage gelegd. Op basis van de planbeschrijving wordt een aanmelding gedaan bij de Provincie voor een mer beoordeling. Ook wordt Verzoek tot goedkeuring Waterwet aan de provincie verzonden. De provincie acht een Milieueffectrapport niet noodzakelijk en geeft goedkeuring in het kader van de Waterwet.

Verder wordt de planbeschrijving gebruikt bij de aanvraag van vergunningen in het kader van verschillende wetgeving. In het kader van de Natuurbeschermingswet wordt een Passende beoordeling natuurtoets opgesteld. Op basis hiervan wordt onder voorwaarden goedkeuring verleend. Onder andere wordt ingegaan op de wijze waarop met zeegras moet worden omgegaan dat zich ter plaatse van het werk bevindt. Verder geeft het waterschap aan dat de onderhoudsweg ter plaatse van het schor bij dijkpaal 645 en 657 met een dwarsafsluiting zal worden afgesloten. Deze afsluiting wordt conform de aanvraag van het waterschap in de voorwaarden opgenomen.

In een afwijking van de vergunning wordt aangegeven dat er zich in het schor grote hoeveelheden stenen zijn vrijgekomen, afkomstig van de dijkwerkzaamheden in de jaren '70 van de vorige eeuw. Tijdens de huidige werkzaamheden zijn de vrijgekomen materialen verwerkt of verspreid over het voorland van de dijk en dus over het schor. Deze stenen zitten in de bovenste 60-70 cm van de bodem en dus ook in de toplaag van het schor. Onder de laag met oud dijkmateriaal zit de oude klei van het schor zonder stenig materiaal. Dit vereist een aanpassing van de werkwijze. De nieuwe werkwijze leidt tot een afwijking van de voorschriften van de verleende vergunning, maar leidt niet tot effecten op het schorherstel en geeft zelfs een verbetering van de uitgangssituatie door een afname van de hoeveelheid stenen.

Een andere afwijking van de vergunning is het niet aanbrengen van een schelpenlaag die moest dienen om op een locatie de terugkeer van zeegras te bevorderen. Omdat bleek dat de verstoring niet heeft geleid tot het verdwijnen van het aanwezige zeegras is geconcludeerd dat het aanbrengen van schelpen meer kwaad dan goed zou doen.

Tijdens de ecologische controle van de dijkwerkzaamheden zijn naast bovengenoemde afwijkingen die officieel zijn behandeld nog een paar zaken aangestipt die wellicht nog enige nazorg verdienen. Ter hoogte van het schor waren duidelijk rijsporen aanwezig op de werkstrook. Deze sporen zijn diep genoeg voor stagnerend water. Langs het grootste deel van het schor zijn de sporen duidelijk zichtbaar. Om belasting van de dijk en aanwezige natuurwaarden te voorkomen, is het aan te bevelen om de winter af te wachten. Als na het komend winterseizoen deze sporen nog duidelijk aanwezig zijn is een eenmalige ingreep nodig om de rijsporen uit te vlakken. Om het depot aan de Del Campoweg is een paddenscherm geplaatst om te voorkomen dat de rugstreeppad zich hier vestigt. Tijdens het veldbezoek is waargenomen dat het scherm op verschillende plaatsen plat ligt en dat vegetatie over het scherm heen hangt. Dit dient in voldoende mate gecontroleerd en ook aangepast te worden.

Tijdens de ecologische eindcontrole waren nog geen dwarsafrastering geplaatst, zoals was voorzien en vereist in de vergunning. Het lag in de bedoeling dat dit op korte termijn zou worden uitgevoerd. Bij controle bleek echter dat de aannemer de constructie volgens het contract had uitgevoerd, dat afweek van de omschrijving in de vergunning. Dit is hersteld en door de inspecteur van de afdeling Handhaving Natuur en Milieu van de Provincie Zeeland in orde bevonden.


‘’Lessons Learned’’

In de vergunning van de provincie Zeeland was bepaald dat na afronding van de dijkwerkzaamheden een dwarsafrastering geplaatst moest worden tot op het slik. Er bleek echter een hek geplaatst te zijn, aangevuld met stenen op het talud. Een handhaver van de provincie merkte op dat dit niet overeenkomstig was met de voorschriften in de vergunning. De voorschriften in de vergunning bleken af te wijken van de voorschriften in de contractstukken bij het contract. Het projectbureau had deze beter moeten controleren.

Verder wordt in het kader van een mogelijk benodigde vergunning in het kader van de Flora- en faunawet een Soortenbeschermingstoets opgesteld. In deze soortentoets is geconstateerd dat bij uitvoering van de aangegeven mitigerende maatregelen geen ontheffing behoeft te worden aangevraagd in het kader van de Flora- en faunawet.

















De View-Navigation (VN) pagina's.

HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares