Braakmanpolder Uitvoering

Braakmanpolder Uitvoering
Dijkvak Braakmanpolder
CM werkproces stap b) Uitvoering (inclusief risico-analyse en -beheer)

Activity IOR



ingieten overgangsconstructie

Voordat het werk in uitvoering kwam waren er nog enige opmerkingen vanuit het waterschap, voornamelijk over het verwerken van niet toepasbare materialen die niet in de kreukelberm mogen terechtkomen.

Het lag in de bedoeling al in 1999 te beginnen met de aanleg van blokken op hun kant. De daarvoor benodigde blokkentangen zijn alle in gebruik bij andere bestekken. Door de directie wordt bezorgdheid geuit over het grote stuk glooiing dat nu is uitgebroken. Er ligt voor vier weken werk glooiing open en dat is te veel. Er hoeft niet veel tegenslag te zijn en het stuk komt niet eens dicht voor de harde datum 1oktober. Ook zijn er nog veel te weinig steenzetters op het werk voor het aanbrengen van de nieuwe zuilen. De dagproductie is nu nog veel te laag. Zo haalt de aannemer nooit op tijd de gestelde datum van 1 oktober. De aannemer zegt hierop toe dat het de bedoeling is dat er minstens 2 steenzetters van een ander werk hier naar toe gehaald zullen worden.

Er is een aantal problemen van diverse aard. Voordat de overgangsconstructie wordt ingegoten met gietasfalt wordt een poging ondernomen om de openingen tussen de basalt t.p.v. de overgangsconstructie onder hogedruk schoon te blazen. De aannemer meldt dat de gasolieprijzen extreem aan het stijgen zijn en ten gevolge daarvan ook de bitumenprijzen. (zo'n 200 gulden per ton). Hij vraagt om verrekening van de brandstofprijzen al staat dat niet in het bestek. De directie antwoordt dat als dit niet vastligt in het contract, dit alleen zou kunnen gebeuren als dit extreem wordt en dit landelijk breed een grote rol gaat spelen zodat er een algemene maatregel getroffen wordt. Op de buitenberm heeft de aannemer enige tijd gebroken steenslag opgeslagen. Voorkomen moet worden dat er een laagje overblijft. Er kan een probleem ontstaan met de pachter na het inzaaien van de berm omdat er steenslag in de bovenlaag kan blijven zitten. Er wordt afgesproken dat de bovenlaag wordt afgegraven op die locaties waar dat nodig is en dat die afgegraven laag op de bovenrand van de glooiing zal worden gegooid. Er is droge klei van elders op het werk aangevoerd waarvan de kwaliteit niet is vastgesteld. Het gaat om een kleine hoeveelheid. In het vervolg mag alleen klei van elders aangevoerd worden in overleg met de beheerder.

Er wordt meer steenslag 5/32 verbruikt voor het afstrooien van de glooiing in Thomaespolder. De directie heeft ingestemd met de verrekening van de meer gebruikte steenslag omdat 50 kg/m2 gebaseerd is op betonnen zuilen van 0,35 m. De zuilen in de Thomaespolder zijn 0,45 m. hoog. (in de te schrijven bestekken wordt 75 kg/m2 gerekend voor zuilen van 0,45 m.).

De voorzitter meldt dat er enige wijzigingen in het ontwerp zijn aangebracht wat nogal behoorlijke gevolgen heeft voor de uitvoering van het werk. Ten eerste zal bij het gedeelte Nieuw-Neuzen Braakman een rand van 2 m. breed aan de bovenzijde van de glooiing niet meer in betonzuilen maar in Waterbouwasfalt worden uitgevoerd. Ten tweede is er een stuk basaltglooiing alsnog goed getoetst. Dit heeft tot gevolg dat een stuk basaltglooiing niet uitgebroken en vervangen hoeft te worden. Over een lengte van 700 m mag de basalt blijven zitten. Ten derde moet de ondertafel overlaagd worden met breuksteen en gietasfalt. De overgangsconstructie (waterslot) wordt uitgevoerd met hydraulische fosforslakken en gepenetreerde stortsteen. Dit alles betekent dat het werk een grondige wijziging zal ondergaan.

Betonpuin uit België is door de aannemer gesorteerd en er zijn zeefanalyses van. Het is vrij grof puin en voldoet nauwelijks. Er moet rekening gehouden worden met de sortering i.v.m. het doek. Na profileren moet het kunststofdoek zonder schade aangebracht kunnen worden. Desnoods moet het puin nog een keer extra gebroken of gezeefd worden. Eventueel afstrooien van de bovenlaag met een fractie 0/40.

De aannemer heeft bericht gekregen dat er betonblokken terecht komen bij derden terwijl de aannemer absoluut geen blokken aan derden heeft weggegeven. Echter is uit onderzoek gebleken dat hier een vergissing in het spel is. Er zijn bij een boer platte betonblokken aangetroffen die bij nameten 16 cm dik blijken te zijn. Deze blokken kunnen dus niet van dit werk zijn omdat blokken van deze dikte niet op dit werk voorkomen. Ter hoogte van profiel 2 en 3 zou oorspronkelijk basalt gezet worden in de boventafel (+ 30 cm). Er komt echter te weinig basalt ter beschikking omdat veel minder wordt uitgebroken dan eerst de bedoeling was. Dit betekent dat er betonzuilen voor in de plaats komen. Het projectbureau geeft tijdens de vergadering door dat de betonzuilen acceptabel zijn op bedoelde plaats. De directie geeft nu aan de aannemer de opdracht om de boventafel met dezelfde betonzuilen uit te voeren als de ondertafel, t.w. betonzuilen hoog 0,40 m met een gewicht van 2300kg/m3 (profiel 2) en betonzuilen hoog 0,50 m met een gewicht van 2300kg/m3 (profiel 3).

Er zijn enige punten die de aandacht verdienen. De directie wijst er op dat er teveel glooiing open ligt, n.1.850 m1 (3527 m2), zonder dat nieuwe glooiing aangebracht wordt. Volgens de aannemer is de oorzaak hiervan dat er onvoldoende steenzetters beschikbaar zijn. Ten aanzien van de aangebrachte glooiing aan de oostzijde van de Braakmanhaven (profiel 3,4) merkt de directie op dat de geleverde kwaliteit dermate te wensen overlaat dat het werk op deze manier niet voortgezet kan worden. De aannemer wordt gevraagd om corrigerende maatregelen te treffen die een structurele verbetering bewerkstelligen. De aannemer erkent dat de kwaliteit onvoldoende is en garandeert dat e.e.a. sterk zal verbeteren.

Op 18 mei 2000 heeft een audit plaatsgevonden over de uitvoering. Hieruit bleek dat het kwaliteitsplan voldoende wordt toegepast en voldoende effectief is.

Het basaltzetwerk loopt nog steeds achter en de achterstand wordt steeds groter. Er moet nog 5000 m2 gezet worden bij sluis Nol 7. De aannemer zal met een oplossing moeten komen anders moet de directie andere maatregels treffen om de glooiing voldoende dicht te leggen voor het winterseizoen begint. De directie spreekt zijn grote bezorgdheid uit over de gang van zaken bij het steenzetwerk.





De View-Navigation (VN) pagina's.

HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares