Ellewoutsdijkpolder inventarisatie

Ellewoutsdijkpolder inventarisatie
Dijkvak Ellewoutsdijkpolder
Decompositie type
TM werkproces stap a) Inventarisatie

Activity IOR



De teen lag in het gehele dijkvak rond het niveau NAP-1m. Onderaan de bekleding was een bestorting aanwezig. Voor het oostelijke gedeelte geldt dat een diepe geul (de Everingen) dicht bij de teen van de dijk ligt, het voorland is daardoor erg smal en steil.

De bekleding werd in tweeën gedeeld door een overgang die voor het grootste deel rond het niveau NAP+3,2m lag. Dit is ongeveer 1m boven Gemiddeld hoogwater (GHW).

De taludhelling van de ondertafel varieerde tussen 1:2,7 en 1:4. Voor het grootste deel bestond de bekleding van onder naar boven uit Doornikse steen (onder NAP+0,6m, dikte 0,2m) en uit gepenetreerde basalt (tot aan de overgang, dikte 0,25 à 0,3m). Op een deel van het vak lagen in de ondertafel bekledingen van vlakke betonblokken en diaboolblokken. De toplaag van de ondertafel lag op een laag van granulair materiaal. Op grond van locatie-onderzoek is vastgesteld dat deze granulaire laag ondoorlatend was. Het basismateriaal van de ondertafel bestond uit klei.

De taludhelling van de boventafel varieerde tussen 1:4 en 1:3,5,de berm lag tussen NAP+5,5m. en NAP+6,1m. De bekleding van de gehele boventafel bestond uit Haringmanblokken van 0,5m bij 0,5m op klei. Op de berm lag een onderhoudsstrook van betonblokken, met een breedte van 5 blokken. De rest van de berm en het bovenbeloop tussen berm en kruin hadden een bekleding van gras op klei.




De View-Navigation (VN) pagina's.

HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares