Everingepolder Van Hattumpolder Vergunningen

Everingepolder Van Hattumpolder Vergunningen
Dijkvak Everingepolder Van Hattumpolder
OM werkproces stap d) Vergunningen en projectplan

Activity IOR



Voordat een project kan worden aangemeld in het kader van een mer procedure en voordat vergunningen kunnen worden aangevraagd, wordt door het projectbureau een planbeschrijving opgesteld. Deze wordt door het waterschap aan de provincie, de gemeente en de Zeeuwse Milieufederatie verzonden. Een mer procedure is niet nodig en de goedkeuring in het kader van de waterwet wordt verleend. Er wordt een drietal zienswijzen ingediend. Het waterschap heeft bezwaar tegen het soort hekwerken dat door de provincie wordt voorgeschreven. De stichting Behoud de Zak van Zuid-Beveland vindt dat de afsluitingen van de werkweg door de beheerder duidelijker moeten worden onderbouwd en is minder gelukkig met het toepassen van slakkenmateriaal. De eigenaar van een deel van dit dijktraject heeft een groot aantal bezwaren tegen de planbeschrijving, hij stelt onder meer dat de dijk voldoet aan de norm waaraan deze moet voldoen en geen verbetering behoeft.

Ter voorbereiding van een aanvraag in het kader van de Natuurbeschermingswet wordt een passende beoordeling opgesteld. Hierin is de aanpassing aan de kruin onvoldoende belicht. Deze is apart beschreven in de memo Natuurtoetsing Kruinverhoging Baarland-Ellewoutsdijk. Nadat de passende beoordeling was opgesteld bleek een kolonie lepelaars het Zuidgors te hebben verkozen als broedgebied. Om met de gewijzigde situatie rekening te houden wordt extra aandacht besteed aan de periode waarin op verschillende delen van het traject kan worden gewerkt. Bij het aangeven van de perioden waarin mag worden gewerkt zijn bij het verlenen van goedkeuring twee foutjes geslopen, die zijn hersteld. De eigenaar van een deel van de dijk gaat in beroep bij de Raad van State tegen verlening van goedkeuring in het kader van de Natuurbeschermingswet. Als de werkzaamheden aan de rest van het traject vorderen wordt overeenstemming bereikt over ruiling van grond, waardoor het werk kan worden afgerond. Bij het afgeven van de vergunning worden voorwaarden gesteld die er zorg voor dragen dat milieueffecten zo veel mogelijk worden beperkt.

Omdat het werk later aanving dan de bedoeling was, nam de kans toe dat in de inlaag vogels zijn gaan broeden. Daarom is de transportroute veranderd. De wijzigingsvergunning is aangevraagd en verleend.

Toen het werk was begonnen bleek dat de hoeveelheid slikgrond die moest worden ontgraven zo groot was dat de breedte van de werkstrook onvoldoende was. Er is een aanvulling op de passende beoordeling opgesteld waaruit blijkt dat verbreding van de werkstrook op dit deel van het traject geen extra nadelige gevolgen heeft voor het milieu. Op basis van dit document heeft de provincie aangegeven dat geen wijzigingsvergunning in het kader van de NB-wet 1998 hoeft te worden aangevraagd.

Parallel aan de passende beoordeling wordt in het kader van de Flora- en faunawet een soortenbeschermingstoets uitgevoerd. Op basis van de mitigerende maatregelen die in de Soortenbeschermingstoets worden genoemd is geen ontheffing nodig in het kader van de Flora en faunawet.


























De View-Navigation (VN) pagina's.

HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares