GVZM Kansrijke oplossingsrichtingen

GVZM Kansrijke oplossingsrichtingen
Context GVZM Visie- en planvorming Grevelingen en Volkerak-Zoommeer
Type Outcome
Decompositie type AND



Het rapport Verkenning oplossingsrichtingen Volkerak-Zoommeer (Sliepen en Tosserams 2003) concludeert dat de drie onderstaande oplossingsrichtingen genoeg kansen bieden voor het op de lange termijn realiseren van een gezond en duurzaam Volkerak-Zoommeer zonder blauwalgen.

Estuariene dynamiek: zoet-zout stromend met getij

Bij de realisatie van deze oplossingsrichting wordt de situatie van vóór 1987 weer gedeeltelijk hersteld. Naast de continue inlaat van Hollandsch Diepwater via de Volkerakdam wordt zout water ingelaten via nieuwe doorlaatmiddelen in de Philipsdam en/of de Oesterdam. Het Volkerak- Zoommeer is weer een overgangsgebied tussen de rivier en de zee met een getij van 1 tot 1,5 m. De blauwalgen handhaven zich niet in dit milieu. Nieuwe problemen met zoutminnende algen en zeesla worden voorkomen door de toename van de getijdendynamiek en de korte verblijftijd van het water. De Binnenschelde en het Markiezaatsmeer zijn door de aanleg van doorlaatmiddelen verbonden met het Zoommeer en eveneens stromende brakke watersystemen geworden met een geringe getijdendynamiek.

Gelet op de kosten voor de aan te leggen doorlaatmiddelen is het bereiken van het gewenste estuariene eindbeeld alleen dan kansrijk als wordt besloten om de deltawateren een functie te geven als waterbergingsgebied in het kader van de veiligheid in het Benedenrivierengebied (PKB Ruimte voor de Rivier) (Anon. 2011) (Anon. 2012). Voor een eventuele waterbergingsfunctie zal er namelijk een groot doorlaatmiddel voor de afvoer van rivierwater naar de Oosterschelde gerealiseerd moeten worden (bijvoorbeeld in de Philipsdam). Een dergelijk doorlaatmiddel zou onder normale omstandigheden ook ingezet kunnen worden om de getijdenbeweging op het Volkerak-Zoommeer ten dele te herstellen en de uitwisseling van water tussen het Volkerak-Zoommeer en de Oosterschelde te optimaliseren. In dat geval worden beleidsdoelen met betrekking tot veiligheid, waterkwaliteit en ecologisch herstel kosteneffectief gerealiseerd (Sliepen en Tosserams 2003).

Dynamische zeearm: zout stromend met getij

Er wordt een verbinding van het Volkerak-Zoommeer met de Oosterschelde gemaakt door nieuwe doorlaatmiddelen in de Philipsdam en/of de Oesterdam aan te leggen. Bij vloed stroomt zout water vanuit de Oosterschelde in het Volkerak-Zoommeer om bij eb weer terug te stromen. Het herstel van de dynamiek ververst het zoute water in het Volkerak-Zoommeer voldoende en er doen zich geen problemen voor met plaagalgen en zeesla. De aanvoer van rivierwater uit het Hollandsch Diep is minimaal en alleen nodig om achterwaartse verzilting van het Hollandsch Diep vanuit het Volkerak te voorkomen. De variatie in het zoutgehalte van het Volkerak-Zoommeer is dan ook gering en wordt voornamelijk beïnvloed door de afvoer van de Brabantse rivieren. De Binnenschelde en het Markiezaatsmeer zijn door de aanleg van doorlaatmiddelen verbonden met het Zoommeer en eveneens stromende zoute watersystemen geworden met een geringe getijdendynamiek.

Ook voor deze oplossingsrichting geldt dat gelet op de kosten het bereiken van een zout Volkerak-Zoommeer met getijdenbeweging alleen dan kansrijk is als de deltawateren in de toekomst een waterbergingsfunctie krijgen (Sliepen en Tosserams 2003).

Rivierdynamiek: zoet stromend

Het principe achter deze oplossing is een continue aanvoer van rivierwater vanuit het Hollandsch Diep via de Volkerakdam. Het rivierwater wordt vervolgens via nieuw aangelegde en bestaande doorlaatmiddelen gespuid op de Oosterschelde en de Westerschelde. Op deze manier wordt de verblijftijd van het water aanzienlijk verkort tot maximaal 30 dagen, waardoor de kans op algenbloei afneemt. Het waterpeil volgt de waterstanden van de grote rivieren, maar wel gedempt. De bandbreedte waarover het waterpeil varieert, is ongeveer 0,80 m (tussen NAP –0,30 m en NAP +0,50 m). Het Volkerak-Zoommeer blijft zoet en de landbouw kan daarom gebruik blijven maken van water uit het Volkerak-Zoommeer. De Binnenschelde en het Markiezaatsmeer zijn door de aanleg van doorlaatmiddelen verbonden met het Zoommeer en worden ook stromende zoetwatersystemen.

Deze oplossingsrichting is minder kansrijk vanwege het gebrek aan voldoende zoet water. Voor deze zoete oplossingsrichting op de lange termijn is een hoeveelheid Hollandsch Diepwater nodig van ongeveer 150-300 m3/s. Ervan uitgaande dat de huidige afspraken over de verdeling van zoet water niet gewijzigd worden, is er namelijk structureel onvoldoende zoet water beschikbaar om het Volkerak-Zoommeer door te spoelen (Sliepen en Tosserams 2003). Zie ook de pagina Zoetwatervoorziening en zoutbestrijding.




De View-Navigation (VN) pagina's.


De links naar andere pagina's.

Onderdeel van GVZM Verkenning en planvorming Volkerak-Zoommeer
Instantie van
Betreft


De pagina's die linken naar deze pagina.

HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares