Maken startnotitie



Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context

Model link = GVZM Maken startnotitie

Result = GVZM Visie- en planvorming Grevelingen en Volkerak-Zoommeer VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces

Model link = GVZM Maken startnotitie

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes

Model link = GVZM Maken startnotitie

Result = GVZM Kansrijke oplossingsrichtingen VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of

Model link = GVZM Maken startnotitie

Result = GVZM Uitvoeren planstudie waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of

Model link = GVZM Maken startnotitie

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns

Model link = GVZM Maken startnotitie

Result =

End Set VN link








De startnotitie vormt de eerste fase van een m.e.r.-procedure. Het doel van deze notitie is het aanduiden van contouren van de alternatieven die zullen worden uitgewerkt in de studie. Daarbij worden de achtergronden en uitgangspunten beschreven van waaruit deze alternatieven zullen worden ontwikkeld. Bovendien geeft de startnotitie aan welke effecten in het MER zullen worden belicht.

De startnotitie (Tosserams en De Vos 2004) presenteert twee alternatieven die de problematiek zouden kunnen oplossen. Het gaat om het Alternatief Zoet, waarbij het Volkerak-Zoommeer doorgespoeld wordt met zoet water uit het Hollandsch Diep en het Alternatief Zout, waarbij het Volkerak-Zoommeer doorgespoeld wordt met zout water uit de Oosterschelde. Beide alternatieven hebben als uitgangspunt dat ze snel kunnen worden uitgevoerd, waarbij zo veel mogelijk gebruik gemaakt kan worden van bestaande kunstwerken. Bovendien mogen de alternatieven geen problemen veroorzaken op de omliggende wateren van het Volkerak-Zoommeer. De effectiviteit en de milieueffecten van de alternatieven zijn bepaald door ze te vergelijken met het Referentiealternatief, waarbij het huidige beheer in het gebied wordt voortgezet.

De uitgangspunten van de startnotitie zijn:

  • De alternatieven gaan zo veel mogelijk uit van de huidige infrastructuur, waardoor de kosten in deze fase relatief beperkt blijven;
  • Er wordt bij de ontwikkeling van de alternatieven van uitgegaan dat er geen problemen afgewenteld worden op aangrenzende systemen;
  • Bij de uitwerking van de alternatieven wordt rekening gehouden met het Kierbesluit Haringvlietsluizen;
  • De alternatieven mogen niet strijdig zijn met afspraken over waterpeilen die zijn vastgelegd in het Peilbesluit (1996) (Tosserams en De Vos 2004).

Aanvullende startnotitie

In september 2005 is het onderzoek naar de effectiviteit en de milieueffecten van de alternatieven van start gegaan. Dit onderzoek is in december 2006 afgerond. Op grond hiervan is meer informatie naar voren gekomen over het vermogen van de alternatieven die in de Startnotitie (Tosserams en De Vos 2004) zijn beschreven om de problematiek op te lossen. Uit deze informatie bleek dat bij Alternatief Zoet de blauwalgenproblematiek blijft bestaan.

Alternatief Zout kan de blauwalgenproblematiek wel het hoofd bieden. Dit alternatief brengt alleen wel negatieve effecten met zich mee die moeten worden opgelost. Zo is er namelijk meer getijdenbeweging op het Volkerak-Zoommeer nodig om te voorkomen dat er overlast door andere algen ontstaat. Door de getijdenbeweging gaat het waterpeil op het Volkerak-Zoommeer meer variƫren dan is afgesproken in het Interim Peilbesluit 1996. Bovendien leidt Alternatief Zout zeer waarschijnlijk tot meer zoutindringing op het Hollandsch Diep en het Haringvliet dan aanvankelijk was voorzien. Hierdoor voldoet het alternatief niet aan de uitgangspunten die aan het begin van de studie waren vastgesteld. Omdat de blauwalgenproblematiek in het Volkerak-Zoommeer opgelost moest worden, wilde het Bestuurlijk Overleg Krammer-Volkerak (BOKV) meer zicht krijgen op het Alternatief Zout in combinatie met een beperkte getijdendynamiek. Deze combinatie werd het Aangepaste Alternatief Zout genoemd.

Aangepaste Alternatief Zout

Het Aangepaste Alternatief Zout verschilt op een aantal punten duidelijk van het oorspronkelijke Alternatief Zout dat in 2004 is gepresenteerd door Tosserams en De Vos (2004). Het Aangepaste Alternatief Zout voldoet niet aan alle uitgangspunten die destijds zijn beschreven.
Het gaat daarbij om de volgende punten:

  • Om voldoende zout water aan te kunnen voeren moet de bestaande infrastructuur worden aangepast. Dit leidt tot veel hogere kosten dan aanvankelijk was voorzien;
  • Er zal vanuit het Volkerak-Zoommeer bij lage rivierstanden zout binnendringen in het Hollandsch Diep en Haringvliet. Hierdoor wordt een aangrenzend watersysteem met een probleem geconfronteerd. Mogelijk moet hierdoor de inname van zoet water vaker worden gestaakt. Dit is in strijd met de uitgangspunten. Dezelfde problematiek geldt voor de Brabantse rivieren;
  • Om te voorkomen dat zich andere plaagalgen vestigen in het Volkerak-Zoommeer wordt voorgesteld om meer getijdendynamiek in het meer toe te laten, terwijl afgesproken was dat dit niet zou gebeuren. Hierdoor ontstaan grotere peilfluctuaties, dan nu op basis van het Interim Peilbesluit 1996 zijn toegestaan.

Het Bestuurlijk Overleg Krammer-Volkerak wilde daarom betrokkenen en belanghebbenden in staat stellen kennis te nemen van het Aangepaste Alternatief Zout en van het onderzoek dat hiernaar werd gedaan. Daarom besloot het BOKV om een aanvullende startnotitie uit te brengen (Sarink (red) 2007).



Referenties


HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares