Geertrui- en Scherpenissepolder Ontwerp

Geertrui- en Scherpenissepolder Ontwerp
Dijkvak Geertrui- en Scherpenissepolder
Decompositie type
TM werkproces stap c) Ontwerp

Activity IOR



herzetten strook basalt bij overgang
overlaging oude bekleding
bekleding van herzette basalt

In het detail advies worden de hydraulische randvoorwaarden gedetailleerd gecontroleerd en weergegeven.

De dijkwerkzaamheden aan het dijktraject Geertruidapolder en Scherpenissepolder worden in het kwartet overleg getoetst aan de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet. Hiervoor zijn in opdracht van Projectbureau Zeeweringen een Soortbeschermingstoets en een Passende Beoordeling geschreven. Beide natuurtoetsen zijn dan in concept gereed.

Het dijktraject loopt langs het natuurgebied Scherpenissepolder dat in het kader van plan Tureluur is aangelegd. Het gebied is in beheer bij Staatsbosbeheer. De transportroutekaart komt aan de orde. Langs de Scherpenissepolder wordt voorgesteld om na 15 juli gebruik te maken van het binnendijkse puinpad. Dit pad is in eigendom bij het Waterschap Zeeuwse Eilanden. Staatsbosbeheer gaat langs het binnendijkse natuurgebied diverse voorzieningen aanleggen. In overleg met Staatsbosbeheer wordt bezien of deze voorzieningen een belemmering vormen voor de geplande transportroute.

In het voorontwerp overleg worden de vorderingen besproken. Sommige problemen zijn nog niet uitgekristalliseerd. Zo moet er een notitie door het waterschap worden opgesteld met betrekking tot het kistdammetje op de kruin van de dijk en het kruinhoogte tekort bij Gorishoek. Door de aanwezigheid van een voldoende brede buitenberm kan de kistdam vervangen worden door een kleikapje. De bestaande ontwerpkruinhoogte van NAP +6,25 m kan dan worden gehandhaafd en het boven beloop van de buitenzijde kan worden gerealiseerd met een talud helling 1:3,3.

Door het handhaven van de goed getoetste basalt zijn er voor de trajecten waar basalt aanwezig is geen alternatieven opgesteld. Onvoldoende getoetste bekleding op de ondertafel verwijderen is geen optie omdat de bovenliggende te handhaven bekleding dan geen steun meer heeft tijdens de aanleg. Op deze trajecten is het ontwerp als volgt: De onvoldoende getoetste bekleding onder de goed getoetste basalt wordt overlaagd met gepenetreerde breuksteen 10-60 kg. De overlaging wordt over het grootste deel volledig gepenetreerd met gietasfalt en afgestrooid met lavasteen 60/150 mm om de aangroei van wieren te bevorderen. Bij een aantal bekledingsvakken ligt het niveau van de bovenkant van de basalt zodanig laag dat tot ontwerppeil een brede strook nieuwe bekleding nodig is. Voor deze strook is gekozen de bekleding uit te voeren in betonzuilen. Bij andere vakken ligt het niveau van de bovenkant van de basalt zodanig hoog dat tot ontwerppeil slechts een smalle strook nieuwe bekleding nodig is, deze is verbeterd met basaltzuilen. Ten slotte zijn er enige dijkstrekkingen waar geen goedgekeurde basalt aanwezig is, hier lagen betonblokken. Deze zijn vervangen door betonzuilen en gekantelde betonblokken.

Ter plaatse van de havendam wordt een verborgen glooiing aangelegd. Op verzoek van het waterschap wordt de bestaande ondertafel aan de binnenzijde van de havendam opgeknapt. De basaltbekleding van de dammen rond het voormalige uitwateringssluisje wordt gehandhaafd, de holle ruimte (open oppervlak) wordt gevuld met verlijmde steenslag.

De kruinhoogte van de primaire waterkering is door het waterschap gecontroleerd en is plaatselijk onvoldoende. In overleg met het waterschap is besloten de aanpassing van de kruin als onderdeel van het project Zeeweringen mee te nemen. Ter plaatse waar bij een eerdere dijkverhoging een kistdam was ontworpen lag het vanuit het oogpunt van efficiency in de bedoeling de kruin aan te passen. Dit is echter niet tot uitvoering gekomen.










De View-Navigation (VN) pagina's.

HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares