Haven de Val Ecologie

Haven de Val Ecologie
Dijkvak Haven de Val
OM werkproces stap c) Ecologie

Activity IOR



levendbarende hagedis
nieuwe habitat levendbarende hagedis

In het detailadvies is een inventarisatie opgenomen van de op de aanwezige bekleding voorkomende flora. Verder wordt een advies verstrekt over de soort bekleding die moet worden toegepast. Op de nieuwe bekleding moet zich minstens een zelfde kwaliteit vegetatie kunnen ontwikkelen als op de vroegere bekleding.


In 2005 heeft een onderzoek plaatsgevonden in het onderhavige gebied. Het maakte deel uit van een inventarisatie van broedvogels, amfibieën, reptielen en zoogdieren rondom de Oosterschelde. Er zijn in totaal 28 soorten broedvogels aangetroffen. Daarnaast komt één soort reptiel in De Val voor, namelijk de Levendbarende hagedis. Op en rond de Muraltmuurtjes bij De Val zijn maximaal zes individuen tegelijk waargenomen. Bij de dijkwerkzaamheden wordt veel in het werk gesteld om met mitigerende maatregelen deze kleine en kwetsbare populatie te behouden. In 2007 heeft de Stichting Landschapsbeheer Zeeland in een inrichtingsvoorstel ten behoeve van het behoud van de levendbarende hagedis beschreven hoe een nieuwe verblijfplaats aan te leggen. Ook heeft in 2007 een overleg plaatsgevonden dat is bedoeld om na te gaan of er eventuele obstakels zijn te verwachten bij de uitvoering van het plan. In 2009 zijn uitgewerkte plannen beschreven voor de bouw van vervangende habitat en het verplaatsen van de hagedissen. Er is discussie over de vraag of een ontheffingsaanvraag in het kader van de Flora en faunawet benodigd is. Het projectbureau zal deze voorbereiden. Verder wordt een gedetailleerd plan opgesteld waarin wordt aangegeven hoe de werkzaamheden van de sloop van de oude Muraltmuur moeten verlopen en de manier waarop de hagedissen moeten worden gestimuleerd om de nieuwe verblijfplaats te vinden.


Bij dp 261 staat Zeekool, dit is een Provinciale aandacht soort, wat betekent dat indien mogelijk deze beschermd dient te worden. De mogelijkheden worden onderzocht om de Zeekool gedurende de uitvoeringsperiode verder op het schor te verplaatsen aangezien deze zich in de werkstrook bevindt.


Voor de primaire kering van dit deelgebied ligt het schor van Gouweveer wat vastgelegd is met Vilvoordse steen. Om dit schor te behouden wordt er voor gekozen om de huidige schorrandverdediging van Vilvoordse te overlagen met gepenetreerde breuksteen. Het schor wordt gevoed door een geul. Daarom zal de schorrandverdediging van gepenetreerde breuksteen rond de monding van de geul worden onderbroken zodat de geul vrije doorgang blijft houden.


Het schelpenstrandje dat gebruikt wordt door broedende Scholeksters, Tureluurs en Bontbekplevieren dient na de uitvoering teruggebracht te worden.


Bij de Ecologische controle tijdens de dijkwerkzaamheden is ook gerapporteerd over de mitigerende maatregelen ten aanzien van de hagedissen. Ook na beëindiging is een controle uitgevoerd. Hierbij bleek dat op de voormalige werkstrook meer water bleef staan dan de bedoeling was. Naar aanleiding van deze controle zijn aanvullende maatregelen getroffen. Bij een aanvullende controle in april 2011 was de waterhuishouding aanzienlijk verbeterd.


Lessons Learned

In maart werd geconstateerd dat buiten het werkgebied (in Natura-2000) werd gereden. Zware kranen lieten diepe sporen achter. In de toetsen stond duidelijk aangegeven dat de aannemer het gebied buiten de werkstrook niet mocht betreden. Het projectbureau had dit tijdens vergaderingen meer onder de aandacht kunnen brengen.















De View-Navigation (VN) pagina's.

HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares