PBZ onderzoek en innovatie zoute klei

PBZ onderzoek en innovatie zoute klei
PBZ Onderzoek en Innovatie PBZ onderzoek en innovatie
Onderzoektype Overige mechanismen (anders dan toplaagstabiliteit)

Activity IOR



Kleidijk langs de Westerschelde

Het functioneren van de klei in een dijklichaam heeft betrekking op respectievelijk vormvastheid en sterkte, substraatfunctie voor bekleding, bestendigheid tegen ontgronding door golfwerking stroming en golfoverslag en overloop. Daarnaast is het gedrag van klei bij aanleg van belang en de verandering in de grond na aanleg. Het zoutgehalte van kleigrond heeft een invloed op al deze aspecten.

Het is bekend dat het zoutgehalte van het poriewater in klei een belangrijke invloed heeft op de mechanische interactie tussen kleimineraaldeeltjes in geroerde toestand. Onder andere omdat kleigrond slechts voor een deel uit kleimineralen bestaat (hooguit tientallen procenten) en omdat de geroerde toestand voor enigszins verdichte kleigrond na enige dagen tot weken teniet is gedaan, zijn deze effecten in de natuur minder duidelijk en meer gevarieerd dan in eenvoudige laboratoriumopstellingen. Voor bepaalde aspecten en in algemene zin is de trend van deze effecten van zoutgehalte evenwel ook van toepassing voor kleigrond in de natuur. Daarnaast heeft het zoutgehalte invloed op de substraatfunctie voor vegetatie (welke invloed deels veroorzaakt wordt door verwante mechanismen).

De algemene invloeden van verhoogd zoutgehalte in kleigrond zijn het gevolg van vooral de interactie tussen watermoleculen en de ionen van het zout en tussen deze moleculen en ionen en het oppervlak van gronddeeltjes. Ten opzichte van niet zoute klei gaat het met name om respectievelijk: Verhoging evenwichtwatergehaltes (watergehalte van grond in evenwicht met de omgeving, met name atmosfeer en grondwater);

  • Beperking van wateronttrekking door organismen (planten);
  • Verhoging van sterkte, zowel bulksterkte als binding van individuele deeltjes;
  • Zwellen bij opname van minder zout water, hetgeen aan een oppervlak van de grond aan maaiveld of in spleten en andere grote poriën, tot wegspoelen van klei leidt: de zogenaamde dispersie;
  • Concentratie van zout door verdamping tot tijdelijk ongewenst hoge waarden (in droge perioden zoals perioden in de zomer en bij vriesweer).

Het zoutgehalte van de klei heeft een directe invloed op de kwaliteit van de klei en daarmee op de erosie van de kleilaag.

Gerelateerde onderwerpen






De View-Navigation (VN) pagina's.


De links naar andere pagina's.

Produceert
Consumeeert
Onderdeel van PBZ onderzoek en innovatie
Instantie van
Betreft
HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares