Perkpolder Natuurcompensatie Ontwerp



Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context

Model link = Perkpolder Natuurcompensatie Ontwerp

Result = Perkpolder Natuurcompensatie VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces

Model link = Perkpolder Natuurcompensatie Ontwerp

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes

Model link = Perkpolder Natuurcompensatie Ontwerp

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of

Model link = Perkpolder Natuurcompensatie Ontwerp

Result = Perkpolder Natuurcompensatie VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of

Model link = Perkpolder Natuurcompensatie Ontwerp

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns

Model link = Perkpolder Natuurcompensatie Ontwerp

Result =

End Set VN link






Ontwerpprincipes

Eind 2011 werd door Royal Haskoning het definitieve ontwerp vastgesteld waarin de voorkeursmaterialen per dijktraject werden beschreven, alsmede de uiteindelijke lay-out van het gebied (zie details onder ‘Ontwerp’). Er werd toen al geconcludeerd dat de opbouw van de huidige waterkering onvoldoende bekend was. Tevens was het detailniveau van het grondonderzoek onvoldoende hoog om te ontwerpfase te starten. Voor de uitvoeringsfase aan kon vangen, vonden verdere onderzoeken plaats.


Het ontwerp had de volgende functionele eisen als uitgangspositie:

  • De huidige zeewering moet binnendijks verplaatst worden;
  • De waterkeringen moeten een overschrijdingskans van 1 op 4000 per jaar hebben, conform de Wet op de Waterkering (nu Waterwet);
  • De primaire zeeweringen moeten een levensduur van 50 jaar hebben.

Waterkeringen en keuzevrijheden

Zuidoostelijke waterkering (A)

Deze waterkering fungeerde in de oorspronkelijke situatie als primaire waterkering en zou na realisatie van de bres als dam gaan fungeren. Er werd besloten dat de steenbekleding en het dijkprofiel aan de Westerschelde niet aangepast zouden worden. Aan de zijde van het natuurgebied werd het dijklichaam voorzien van een berm, een bekleding op het benedenbeloop en een kreukelberm.

Zuidelijke waterkering (B)

Waterkering B was een van de nieuw aan te leggen dijken. Om de stabiliteit van het dijklichaam te waarborgen, werd geadviseerd om een steunberm aan te leggen aan de binnenzijde van het dijklichaam. Vanaf de Mariadijk werd een fietspad aangebracht richting de provinciale weg.

Westelijke waterkering (C)

Bovenop deze waterkering lag een erftoegangsweg en werd een fietspad aangelegd die de haven ontsluit. De kruin van deze dijk werd daardoor breder. Nabij ’t Hart neemt zou de kruinhoogte toenemen van een voldoende waterkerend niveau (NAP +8,60 m) tot de aanleghoogte van ’t Hart (NAP + 10 m) ten behoeve van het verkeer. Het dijklichaam werd hierdoor breder. Het ontwerp van het binnen- en buitentalud werd overgenomen van de principedoorsnede. Hier was in overeenstemming met waterkering A en B ook de mogelijkheid om te kiezen voor zowel een steenbekleding als een kleibekleding. Net als voor waterkering B werd geadviseerd om een steunberm aan te leggen aan de binnenzijde van het dijklichaam om de stabiliteit van het dijklichaam te waarborgen.

Waterkering ‘t Hart (D)

Waterkering D werd tegen ’t Hart aangelegd. Het ontwerp van de kruin, het bovenbeloop, de stormvloedberm, het benedenbeloop en de kreukelberm werden overgenomen van de principedoorsnede. In deze dijk was door de ligging van 't Hart geen boventalud. Tevens werd binnenwaarts vanaf de kruin het niveau toegenomen tot het niveau van ’t Hart (NAP + 10 m).

Koppeldijk (E)

Om ’t Hart stormbestendig te maken werd tussen waterkering F en G een nieuwe waterkering aangelegd. Deze waterkering was uitgezet vanaf de kavelgrens voor de nieuw aan te leggen woningen op ’t Hart. De bekleding van het benedenbeloop werd vervangen voor een steenbekleding met betonzuilen van 0,30 m dikte.

Noordelijke waterkering (F)

De noordelijke kering F had per ligging verschillende veiligheidseisen. Deze waterkering fungeerde in de oorspronkelijke situatie als primaire waterkering en na realisatie van de bres als dam. Dit betekende dat aan alle zijden de waterkering belast zoden worden door waterstand en golven. Er werden vier deelgebieden onderscheiden die verschilden in hydraulische belasting: Westerschelde, natuurgebied, veerhavendam en de veerhaven.

Keuzevrijheden

In enkele van de dijkvakken was er mogelijkheid tot vrije keuze. Het betrof hier de (volledige) bekleding van keringen A en B. Hier mocht de keuze gemaakt worden tussen klei en steen, vrij naar de wensen van de aannemer. Het betrof hier de keuze voor de volledige dijk, dus maar een type materiaal per dijk.

Gerealiseerde ontwerp

Het uiteindelijke ontwerp werd gebaseerd op het ‘Definitief ontwerp’, opgesteld in november 2011. Dit ontwerp werd ontwikkeld vanuit de voorkeursvariantenafweging. Het ontwerp, opgesteld door aannemer Van Oord, werd ontwikkeld op basis van de vijftien vigerende leidraden en richtlijnen voor technisch ontwerp.

Midden in het natuurgebied werd een speciale zone aangetroffen met een laag ‘Hollandveen laagpakket’ (zie Cultuurhistorie onder Omgevingsmanagement). Deze zone werd niet ontgraven vanwege hoge cultuurhistorische waarde.

Realisatie bres

Op 25 juni 2015 werd de bres gerealiseerd die water toelaat tot het natuurgebied. Voorafgaande aan deze gebeurtenis was de dijk langzamerhand afgebouwd. Twee weken voordat de bres volledig afgegraven werd, mocht er afgegraven worden tot +1 m gemeten t.o.v. het astronomische getij. Tevens werd de kreukelberm ontgraven om bodemvreemde materialen weg te halen. De waterbodem werd vervolgens weer gevuld met het vrijgekomen materiaal. Drie dagen voor aanvang van de bresvorming werd de overige bekleding weggehaald waardoor de kleilaag bloot kwam te liggen. Vervolgens werd een kleine opening gemaakt waar een kleine hoeveelheid water door kon stromen. De vrijgekomen grond uit de zeewering mocht in zijn geheel gebruikt worden voor de verhoging van het veerplein.


Vanwege de unieke en risicovolle aard van de operatie waren de volgende maatregelen getroffen ten behoeve van de veiligheid:

  • Aanwezigheid van een gemotoriseerd vaartuig in het buitendijkse natuurgebied.
  • Aanwezigheid van een handmatig te bedienen reddingsvest in de cabine van de kranen.
  • Personeel in het buitendijkse natuurgebied moest een reddingsvest dragen.
  • Alle materieel zat vast met een zware strop zodat het eventueel weggesleept kan worden.
  • Werkzaamheden bij hoogwater diende tot een minimum beperkt te worden.

Tevens werd een noodplan opgezet in geval van onvoorziene gebeurtenissen.

In de aanloop naar de realisatie van de bres werd gemonitord op waterstand, golfhoogte, windsnelheid en windrichting. Dit om de veiligheid van het uitvoerende personeel te garanderen.

In totaal werden 3 fases doorlopen in dit projectonderdeel:

Fase 1 – verwijderen bovenliggend materiaal, aanleg breskoppen.

Fase 2 – Deels verlagen van de waterkering, verwijdering steunberm.

Fase 3 – Eerste doorsteek van de bres, aanbrengen van tijdelijke bescherming.

Na de derde fase werd doorgewerkt tot er een veilige situatie was bereikt.

Aanleg innovatieve kwelvoorziening

Kwelvoorziening

Om de grote zoute kwel in het gebied tegen te gaan, werden kwelsystemen aangelegd. Deltares ontwierp het systeem van verticale drainage. Voor meer info, zie hier



HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares