Perkpolder Natuurcompensatie Risicobeheer

Perkpolder Natuurcompensatie Risicobeheer
Dijkvak Perkpolder Natuurcompensatie
PB controleproces stap c) Risicobeheer

Activity IOR



Risicobeheer

In het contractbeheersingsplan (zie Contract) werd beschreven hoe er met de risico’s in het project omgegaan werd. Het risicomanagement gebeurde aan de hand van het signaleren en behandelen van TOP-risico’s. De top-10 risico’s werden elke week besproken bij een bijeenkomst. De belangrijkste risico’s die vroeg in het project vastgesteld werden zijn:

  • Het niet behalen van de deadline (31 december 2015)
  • Onvoldoende beheersing van de grondstromen
    • In het project werd extra gelet op de grondstromen in het gebied. Dit werd extra aangestipt in het contractbeheersingsplan. Het omvatte 900.000 m3 grondverzet voor de realisatie van de waterkeringen en 500.000 m3 grondverzet voor het veerplein. Tevens moest het materiaal voldoen aan de contractuele eisen. Hier werd streng op gecontroleerd, en een van de randvoorwaarden van het project was dat hier transparant mee omgegaan werd.
  • Procedures vergunning vertragen de uitvoering
  • Waterhuishouding binnen en rondom het plangebied worden vertraagd
  • Hinder en last naar de omgeving
  • Aantreffen van onvoorziene archeologische vondsten en niet-gesprongen explosieven
Risicomanagement tijdens het project

Het beheer van deze risico’s lag voornamelijk bij de opdrachtnemer.

Risico’s werden gemeten aan de hand van tijd en geld. Tijd werd iets zwaarder gewogen dan geld. Risico’s die een grote kans hadden om op te treden en een grote impact hadden konden getoetst worden. Deze toetsingsprocedure wordt beschreven in figuur x.

Toetsing kon ingezet worden door de opdrachtgever (Dienst Landelijk Gebied). Er kon getoetst worden op algemene kwaliteitsborging of specifieke onderwerpen te toetsen en/of te accepteren. Mits ingezet, kon de opdrachtgever stop- en bijwoonpunten invoegen. Dit vond bijvoorbeeld plaats om extra controle te houden op het grondverzet.

De toetsing gebeurde aan de hand van risico-inschatting. De Opdrachtnemer moest bij de start van de uitvoering van zijn opdracht laten zien dat zijn projectmanagement volgens de beschreven plannen verliep. De Opdrachtgever toetste met systeemtoetsen of dit op de risicovolle onderdelen functioneert. Zodra de Opdrachtnemer processen uitvoerde die voor de Opdrachtgever risicovol waren, werden procestoetsen uitgevoerd. Het was de bedoeling om (indien dit het meest efficiënt is) zo veel mogelijk op systeem- en procesniveau te toetsen. Een uitspraak over het al dan niet voldoen aan de eisen kon alleen als er ook een (deel)product werd getoetst.

De beheersing leverde de volgende twee gegevensstromen op:

  • Documenten en registraties van het project en kwaliteitsmanagementsysteem van de Opdrachtnemer voor het project.
  • Documenten en registraties uit het systeem voor de contractbeheersing van de opdrachtgever voor het betreffende project.

Op basis van deze gegevensstromen kon aantoonbaar worden gemaakt of het project en individuele risicovolle onderdelen correct opgeleverd waren.


Arbitrage

Tijdens het project werd een arbitragezaak aangespannen over het gebruik van staalslak als kernmateriaal. Volgens de opdrachtnemer zou het materiaal voldoen aan de contracteisen. Rijkswaterstaat sprak dit tegen. De zaak werd gewonnen door Rijkswaterstaat. Ook na hoger beroep werd Rijkswaterstaat in het gelijk gesteld. De aannemer koos er vervolgens voor om thermisch gereinigd zand te gebruiken als kernmateriaal (Zie Omgevingsmanagement, ‘juridische zaken’).



De View-Navigation (VN) pagina's.

HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares