Op eigenschap zoeken

Deze pagina biedt een eenvoudige bladerinteractie voor het vinden van entiteiten met een eigenschap met een bepaalde waarde. Andere beschikbare zoekinteracties zijn de zoekpagina voor pagina-eigenschappen en de querybouwer.

Op eigenschap zoeken

Een lijst van alle pagina's met de eigenschap "Skos:definition" met waarde "De wijze waarop de overstroming plaatsvindt in ruimte en tijd.". Omdat er een beperkt aantal resultaten is, worden ook nabije waarden weergegeven.

Hieronder staan 26 resultaten vanaf #1.

(vorige 50 | volgende 50) (20 | 50 | 100 | 250 | 500) bekijken.


    

Lijst van resultaten

  • Golfoverslagdebiet  + (De hoeveelheid water per seconde, die over de waterkering kan slaan, zonder dat deze bezwijkt.)
  • Golfoverslaghoogte  + (De hoogte ten opzichte van de waterstand,
    De hoogte ten opzichte van de waterstand, waarbij een bepaald opgegeven debiet optreedt. Iets preciezer gezegd is de golfoverslaghoogte het verschil tussen het niveau van de buitenkruinlijn en de lokale waterstand in de situatie dat de buitenkruinlijn zó hoog ligt dat de overslag daarover precies gelijk is aan het opgegeven debiet.
    recies gelijk is aan het opgegeven debiet.)
  • Reststerkte  + (De hoogte van de kruin van de waterkering boven het ontwerppeil. De minimale waakhoogte is zodanig dat er geen golven over de dijk slaan.)
  • Waakhoogte  + (De hoogte van de kruin van de waterkering boven het ontwerppeil. De minimale waakhoogte is zodanig dat er geen golven over de dijk slaan.)
  • Horizontale grondwaterstroming  + (De horizontale verplaatsing van water door een bodem of dijklichaam.)
  • Systeemwerking  + (De invloed die een overstroming in een dijkring (langs een rivier) op de waterstand bij een andere dijkring uitoefent.)
  • Overschrijdingskans  + (De kans dat de maatgevende hoogwaterstand wordt overschreden.)
  • Overstromingskans  + (De kans dat een dijk doorbreekt en de dijkring onder water loopt.)
  • Overstromingsrisico  + (De kans op een overstroming vermenigvuldigd met de gevolgen. Het overstromingsrisico neemt toe als de kans, de gevolgen of beide groter worden.)
  • Individueel risico  + (De kans op overlijden voor een individu door deelname aan een activiteit of door een gebeurtenis. Het individuele risico is vaak plaatsgebonden.)
  • Materiële schade  + (De kosten van herstel of vervanging van beschadigde goederen. En de kosten van opruiming en verloren productie van goederen en diensten, onder andere door bedrijfsuitval.)
  • Inscharingslengte  + (De lengte gerekend vanaf de geulrand waarover het voorland wordt aangetast (afschuiven of vloeien) in het geval van een afschuiving of zettingsvloeiing.)
  • Stroomsnelheid  + (De locale snelheid van het water (in het overstroomde gebied).)
  • Noodmaatregelen  + (De maatregelen die men treft om een dreigende ramp alsnog te keren en/of de gevolgen zoveel mogelijk te beperken. Norm Zie veiligheidsnorm.)
  • Maatgevende omstandigheden  + (De omstandigheden (zoals rivierafvoeren, zeewaterstanden, wind en golven) die maatgevend zijn voor de hoogte en sterkte van de waterkeringen.)
  • Frequentielijn  + (De relatie tussen de daadwerkelijke rivierafvoer en de rekenkundig bepaalde overschrijdingsfrequentie van deze afvoer.)
  • Getijhoogwaterstijging  + (De relatieve stijging van de gemiddelde hoogwaterstand (inclusief NAP-daling).)
  • Maatgevende afvoer  + (De rivierafvoer die bepalend is voor de maatgevende hoogwaterstanden.)
  • Economische schade  + (De schade die opgelopen is door ontwrichting van economische processen.)
  • Stijgsnelheid  + (De snelheid waarmee de waterdiepte lokaal toeneemt.)
  • Zeespiegelstijging  + (De stijging van de gemiddelde zeestand ten opzichte van NAP.)
  • Waarschuwingstijd  + (De tijd tussen het tijdstip dat bekend is dat er een hoge waterstand te verwachten is en het moment van daadwerkelijk optreden.)
  • Golfhoogte  + (De verticale afstand tussen dal en top van een golf.)
  • Vooroever van een dijk  + (De vooroever is de bodem onder water vlak voor een dijk. Golven verliezen op de vooroever een deel van hun energie.)
  • Vooroeversuppletie  + (De vooroeversuppletie is een onderwatersuppletie die aangebracht wordt in de vooroever van het strand of een dijk. Het zand wordt aangebracht door het zand te klappen of bij onvoldoende diepgang door de techniek van het 'rainbowen'.)
  • Maatgevende waterstand  + (De waterstand die maatgevend is voor het bepalen van de lokaal vereiste hoogte van de waterkering.)
  • Waterhuishouding  + (De wijze waarop water in een bepaald gebied wordt opgenomen, zich verplaatst, en gebruikt, verbruikt en afgevoerd (enz) wordt. In de meeste gevallen wordt dit beïnvloed door menselijk handelen.)
  • Zomerbed  + (Deel van de rivier waar bij normale en lagere waterstanden de rivierafvoer plaatsvindt.)
  • Uiterwaard  + (Deel van de rivierbedding tussen zomerbed en bandijk.)
  • Winterbed  + (Deel van de rivierbedding tussen zomerbed en bandijk.)
  • Kadesectie  + (Deel van een waterkering met min of meer gelijke sterkte-eigenschappen en belasting.)
  • Dijksectie  + (Deel van een waterkering met min of meer gelijke sterkte-eigenschappen en belasting.)
  • Kadevak  + (Deel van een waterkering met min of meer gelijke sterkte-eigenschappen en belasting.)
  • Deltaveiligheid  + (Deltaveiligheid Veiligheidsnorm tegen overstroming, zoals vastgelegd in de Deltawet.)
  • Beoordelingsprofiel  + (Denkbeeldig minimum profiel van gedefiniee
    Denkbeeldig minimum profiel van gedefinieerde afmetingen dat binnen het werkelijk aanwezige profiel van een dijk moet passen. Dit profiel wordt gebruikt ten behoeve van het beoordelen van de veiligheid van bestaande dijken op de aanwezigheid van niet-waterkerende objecten. Het mag in het algemeen niet worden doorsneden door verstoringzones van niet-waterkerende objecten.
    oringzones van niet-waterkerende objecten.)
  • Rivierdijk  + (Dijk langs een rivier.)
  • Intergetijdegebied  + (Dit is het gebied dat bij laag water droog komt te liggen en bij hoogwater overstroomt.)
  • Golfoploophoogte  + (Dit is het golfoploopniveau, verticaal gem
    Dit is het golfoploopniveau, verticaal gemeten ten opzichte van de lokale waterstand, waarbij het aantal oplopen dat dit niveau overschrijdt 2% is van het aantal inkomende golven. Het aantal overschrijdingen wordt hierbij gerelateerd aan het aantal inkomende golven en dus niet aan het aantal oplopen. Het golfoploopniveau van een individuele oploop wordt bepaald door het niveau waarbij de watertong minder dan 2 cm dik wordt.
    ij de watertong minder dan 2 cm dik wordt.)
  • Beheersregister  + (Document met de beschrijving van de feitelijke toestand van de waterkering, met de voor het behoud van het waterkerend vermogen kenmerkende gegevens van de constructie.)
  • Drijfzandvorming  + (Drijfzand is mengsel van zand of klei en w
    Drijfzand is mengsel van zand of klei en water. Drijfzand kan zowel beschouwd worden als vloeibaar en als een vaste stof. De viscositeit kan plotseling veranderen onder druk. Bij het suppleren van stranden kan drijfzand ontstaan. In woestijnen met zandduinen kan drijfzand ontstaan als een mengsel van zand met lucht.
    tstaan als een mengsel van zand met lucht.)
  • Waterspanning  + (Druk in het grondwater.)
  • Ecologische veerkracht  + (Ecological resilience (Holling 1996) perta
    Ecological resilience (Holling 1996) pertains to the capacity of an ecosystem to maintain the ''existence'' of its function, structure and feedbacks loops. It is also defined as “the amount of perturbation a system can withstand before it moves into a different basin of attraction, or stability domain”. An ecologically resilient system maintains its functionality more easily, thereby maintaining the ecosystem services supplied. It also is more able to withstand disturbances. Ecologically resilient solutions, i.e. using ecosystems for flood defense, aim at maintaining the ''existence'' of the function. The strength of this type of solutions is, that ecosystems are able to withstand disturbances, and are better able to adapt to changes in the environment, e.g. sea level rise. The challenge is to design solutions that are meeting both engineering and ecological requirements. Holling, C.S., Engineering Resilience versus Ecological Resilience, 1996. In: Engineering within Ecological Constraints, Schulze P.C. (ed.), National Academy of Engineering, National Academy Press, Washington, DC
    ng, National Academy Press, Washington, DC)
  • Hoogwaterrichtlijn  + (Een EU-richtlijn die voorschrijft dat overstromingsrisico’s op Europees niveau in kaart worden gebracht en dat landen samenwerken om overstromingen te beheersen.)
  • Overstromingsscenario  + (Een aangenomen verloop van een overstroming. Op basis daarvan schat men de gevolgen in.)
  • Kosten-batenanalyse  + (Een analyse waarbij men de voor- en nadelen van een project of maatregelen vergelijkt, uitgedrukt in geld. Als de baten groter zijn dan de kosten, is het project economisch rendabel.)
  • Overstromingssimulatie  + (Een berekening met een computermodel om het verloop van een overstroming te bepalen.)
  • Afschuiven voorland  + (Een bezwijken van een instabiele vooroever van bijvoorbeeld een dijk of oever.)
  • Kunstwerk  + (Een constructie of installatie die in het waterbeheer één of meer functies vervult. Voorbeelden zijn sluizen en gemalen, die als functie water keren, water beheren en scheepvaart begeleiden.)
  • Dam  + (Een dam is een dwars door een water gelegen afsluiting, bedoeld om water te keren of te beheersen of ook voor wegenaanleg. Dammen worden gebouwd door mensen en door bevers.(bron:nl.wikipedia.org))
  • Dijkvak  + (Een deel van een waterkering met uniforme eigenschappen en belasting.)
HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares