Op eigenschap zoeken

Deze pagina biedt een eenvoudige bladerinteractie voor het vinden van entiteiten met een eigenschap met een bepaalde waarde. Andere beschikbare zoekinteracties zijn de zoekpagina voor pagina-eigenschappen en de querybouwer.

Op eigenschap zoeken

Een lijst van alle pagina's met de eigenschap "Skos:definition" met waarde "Een mechanisme waardoor een dijk kan bezwijken.". Omdat er een beperkt aantal resultaten is, worden ook nabije waarden weergegeven.

Hieronder staan 26 resultaten vanaf #1.

(vorige 50 | volgende 50) (20 | 50 | 100 | 250 | 500) bekijken.


    

Lijst van resultaten

  • Intergetijdegebied  + (Dit is het gebied dat bij laag water droog komt te liggen en bij hoogwater overstroomt.)
  • Golfoploophoogte  + (Dit is het golfoploopniveau, verticaal gem
    Dit is het golfoploopniveau, verticaal gemeten ten opzichte van de lokale waterstand, waarbij het aantal oplopen dat dit niveau overschrijdt 2% is van het aantal inkomende golven. Het aantal overschrijdingen wordt hierbij gerelateerd aan het aantal inkomende golven en dus niet aan het aantal oplopen. Het golfoploopniveau van een individuele oploop wordt bepaald door het niveau waarbij de watertong minder dan 2 cm dik wordt.
    ij de watertong minder dan 2 cm dik wordt.)
  • Beheersregister  + (Document met de beschrijving van de feitelijke toestand van de waterkering, met de voor het behoud van het waterkerend vermogen kenmerkende gegevens van de constructie.)
  • Drijfzandvorming  + (Drijfzand is mengsel van zand of klei en w
    Drijfzand is mengsel van zand of klei en water. Drijfzand kan zowel beschouwd worden als vloeibaar en als een vaste stof. De viscositeit kan plotseling veranderen onder druk. Bij het suppleren van stranden kan drijfzand ontstaan. In woestijnen met zandduinen kan drijfzand ontstaan als een mengsel van zand met lucht.
    tstaan als een mengsel van zand met lucht.)
  • Waterspanning  + (Druk in het grondwater.)
  • Ecologische veerkracht  + (Ecological resilience (Holling 1996) perta
    Ecological resilience (Holling 1996) pertains to the capacity of an ecosystem to maintain the ''existence'' of its function, structure and feedbacks loops. It is also defined as “the amount of perturbation a system can withstand before it moves into a different basin of attraction, or stability domain”. An ecologically resilient system maintains its functionality more easily, thereby maintaining the ecosystem services supplied. It also is more able to withstand disturbances. Ecologically resilient solutions, i.e. using ecosystems for flood defense, aim at maintaining the ''existence'' of the function. The strength of this type of solutions is, that ecosystems are able to withstand disturbances, and are better able to adapt to changes in the environment, e.g. sea level rise. The challenge is to design solutions that are meeting both engineering and ecological requirements. Holling, C.S., Engineering Resilience versus Ecological Resilience, 1996. In: Engineering within Ecological Constraints, Schulze P.C. (ed.), National Academy of Engineering, National Academy Press, Washington, DC
    ng, National Academy Press, Washington, DC)
  • Hoogwaterrichtlijn  + (Een EU-richtlijn die voorschrijft dat overstromingsrisico’s op Europees niveau in kaart worden gebracht en dat landen samenwerken om overstromingen te beheersen.)
  • Overstromingsscenario  + (Een aangenomen verloop van een overstroming. Op basis daarvan schat men de gevolgen in.)
  • Kosten-batenanalyse  + (Een analyse waarbij men de voor- en nadelen van een project of maatregelen vergelijkt, uitgedrukt in geld. Als de baten groter zijn dan de kosten, is het project economisch rendabel.)
  • Overstromingssimulatie  + (Een berekening met een computermodel om het verloop van een overstroming te bepalen.)
  • Afschuiven voorland  + (Een bezwijken van een instabiele vooroever van bijvoorbeeld een dijk of oever.)
  • Kunstwerk  + (Een constructie of installatie die in het waterbeheer één of meer functies vervult. Voorbeelden zijn sluizen en gemalen, die als functie water keren, water beheren en scheepvaart begeleiden.)
  • Dam  + (Een dam is een dwars door een water gelegen afsluiting, bedoeld om water te keren of te beheersen of ook voor wegenaanleg. Dammen worden gebouwd door mensen en door bevers.(bron:nl.wikipedia.org))
  • Dijkvak  + (Een deel van een waterkering met uniforme eigenschappen en belasting.)
  • Duinvak  + (Een deel van een waterkering met uniforme eigenschappen en belasting.)
  • Deltagebied  + (Een deltagebied is het gebied dat behoort tot de rivierdelta. De rivierdelta is het deel van de rivier dat wordt gekenmerkt door een stelsel van aftakkingen voor de rivier in een meer of zee stroomt.)
  • Calamiteitenplan  + (Een draaiboek waarin verschillende acties om de dijk te bewaken (in geval van calamiteit) staan vermeld. Volgens de Waterstaatswet 1900 zijn waterbeheerders verplicht dit op te stellen.)
  • Duinsuppletie  + (Een duinsuppletie is meestal een aanvulling van zand aan de zeezijde van het duin, om de zeereep te versterken. Het zand van een (tijdelijke) strandsuppletie wordt daarbij boven de duinvoet aangebracht en later beplant.)
  • Duinversterking  + (Een duinversterking is een verhoging of ve
    Een duinversterking is een verhoging of verbreding van een duinsysteem. De versterking kan inhouden dat aan de landzijde en/of zeezijde een nieuw duin over het bestaande duin wordt heen gezet. In Noordwijk en Katwijk is bij de duinversterking gebruik gemaakt van een 'dijk in duin'.
    ng gebruik gemaakt van een 'dijk in duin'.)
  • HIS (Hoogwater Informatie Systeem)  + (Een geautomatiseerd informatiesysteem, dat
    Een geautomatiseerd informatiesysteem, dat actuele en eenduidige informatie biedt over: de bedreigde plekken in de waterkeringen tijdens een hoogwatersituatie, de mogelijke gevolgen bij het falen van één of meerdere van de bedreigde plekken en de effecten van maatregelen om slachtoffers en schade te beperken.
    len om slachtoffers en schade te beperken.)
  • Stroomgebied  + (Een gebied dat het water via een rivier afvoert naar zee of naar een meer.)
  • Dijkring  + (Een gebied omsloten door een stelsel van waterkeringen of hoge gronden, dat zo is beveiligd tegen overstromingen.)
  • Evacuatie calculator  + (Een hulpmiddel bij de organisatie van preventieve evacuatie van dijkringgebieden.)
  • Innundatiesluis  + (Een inundatiesluis is een sluis om water een gebied binnen te laten stromen, of onder water te zetten in tijde van oorlog (Hollandse Waterlinie).)
  • Kade  + (Een kleine dijk.)
  • Meer  + (Een meer is een waterlichaam met stilstaan
    Een meer is een waterlichaam met stilstaand, meestal zoet water, dat is omgeven door land en dat geen deel uitmaakt van de oceaan. Meestal heeft een meer een voedende en een afwaterende rivier of beek, maar een meer kan ook gevoed worden met regenwater en via verdamping water afvoeren.
    genwater en via verdamping water afvoeren.)
  • Slachtoffer  + (Een persoon die (als gevolg van een overstroming) komt te overlijden.)
  • Getroffene  + (Een persoon die in het gebied woont, dat bij een overstroming onder water loopt.)
  • Bestemmingsplan  + (Een plan dat beschrijft wat er met de ruimte in een bepaalde gemeente mag gebeuren.)
  • Rampenplan  + (Een plan dat overzicht geeft van de betrok
    Een plan dat overzicht geeft van de betrokken hulpdiensten en overige organisatie. Het bevat een waarschuwings- en afsprakenschema voor het optreden bij alle ramptypen. Belangrijke elementen daarin zijn: de toedeling van verantwoordelijkheden, de samenstelling van de rampenstaf en de plaats van het crisis- en coördinatiecentrum.
    ats van het crisis- en coördinatiecentrum.)
  • Evacuatieplan  + (Een plan voor de aanpak van een evacuatie bij een dreigende (overstromings)ramp.)
  • Rampenbestrijdingsplan  + (Een plan waarin het geheel van (bij die ramp of zwaar ongeval) te nemen maatregelen is opgenomen.)
  • Randvoorwaarden  + (Een randvoorwaarde is een voorwaarde waaraan variabelen moeten voldoen. Bij een dijkontwerp zijn dat bijvoorbeeld een bepaalde maximale waterstand en golfbelasting.)
  • Rivier  + (Een rivier is een natuurlijke waterloop en
    Een rivier is een natuurlijke waterloop en fungeert als het zichtbare afvoersysteem van het overtollige water in een bepaald gebied. Elke rivier ligt in een stroomgebied. Dat is het totale omringende gebied waarbinnen al het overtollige water via die ene rivier wordt afgevoerd.
    water via die ene rivier wordt afgevoerd.)
  • Kustgebied  + (Een ruimtelijk duidelijk begrensd en hydrologisch homogeen gedeelte van de kust of van het zeewater of van een estuarium)
  • Schutsluis  + (Een schutsluis (ook wel: vallaat, verlaat of sas) is de bekendste uitvoering van een sluis. Het is een kunstwerk dat het mogelijk maakt om schepen van het ene naar het andere waterpeil te brengen. (bron: nl.wikipedia.org))
  • Secundaire waterkering  + (Een secundaire waterkering is een waterkering die het land niet direct tegen het buitenwater beschermd zoals een primaire waterkering. Kanaaldijken, boezemkaden en polderscheidingen worden beschouwd als regionale keringen.)
  • Crisis  + (Een serie gebeurtenissen of rampen. Een crisis tast de economie of de openbare orde ernstig aan. Ze treft vaak een groot gebied en vraagt om zware bestuurlijke coördinatie, beheersing en voorlichting.)
  • Stormvloedkering  + (Een stormvloedkering is een waterbouwkundige constructie die bij stormvloed of springtij moet verhinderen dat er grote hoeveelheden water de monding van een rivier instromen en stroomopwaarts tot overstromingen leiden.)
  • Geulwandsuppletie  + (Een suppletie met zand of zwaarder materiaal op de helling van een geul, om erosie van die geulwand te compenseren of te stoppen.)
  • Veiligheidsketen  + (Een systeembenadering voor het omgaan met risico’s, bestaande uit vijf aaneengesloten schakels: pro-actie, preventie, preparatie, respons en nazorg.)
  • Uitwateringssluis  + (Een uitwateringssluis of spuisluis, is een kunstwerk in een waterkering dat voornamelijk zoetwater afvoert vanuit binnenwater naar buitenwater, of naar zee. Bij hoge waterstanden is het kunstwerk gesloten, om het buitenwater te keren.)
  • Zachte waterkering  + (Een waterkering die opgebouwd is uit bijvoorbeeld zand, zoals een duin of stuifdijk, waarbij geen steenachtige materialen gebruikt zijn als bekleding. Helmgras of gras vormen een flexibele zachte toplaag.)
  • Ontwerpsterkte  + (Een waterstand met een bepaalde kans van overschrijden vermeerderd met de verwachte waterstandstijging (inclusief NAP-daling) tot aan het eind van de ontwerplevensduur (planperiode).)
  • Onderwatersuppletie  + (Een zandsuppletie die onderwater wordt aangebracht door baggerschepen, met de rainbow techniek of via onderlossen.Zie ook vooroever- en geulwandsuppletie)
  • Zee  + (Een zee is een grote hoeveelheid water, di
    Een zee is een grote hoeveelheid water, die in verbinding staat met een andere zee of met een oceaan, die ook als zee kan worden aangeduid, zij het dat een oceaan een zelfstandig geheel vormt met een eigen circulatie (zeestroom). Een zee daarentegen, heeft een bodem die bij een continent behoort (continentaal plat). Als de verbinding tussen zeeën smal is en uit een of meer zeestraten bestaat, spreekt men van een binnenzee. Zeeën worden gevoed door rivieren en door regenwater
    en gevoed door rivieren en door regenwater)
  • Toetsing op veiligheid  + (Eens per vijf jaar toetsen de waterkeringbeheerders de waterkeringen aan de wettelijke veiligheidsnormen.)
  • Zeereep  + (Eerste doorgaande duinregel, gelegen onmiddellijk langs het strand.)
  • Erosie  + (Erosie is het proces van slijtage van een
    Erosie is het proces van slijtage van een vast oppervlak waarbij materiaal wordt verplaatst of geheel verdwijnt. Op Aarde gebeurt erosie vooral door de werking van wind, stromend water, ijs, maar ook ongewonere vormen van erosie zijn mogelijk als gevolg van vulkanisme en inslagen. Erosie is een fenomeen met een natuurlijke oorzaak dat in ieder geologisch tijdperk optreedt. Menselijke activiteiten kunnen het erosieproces versterken, bijvoorbeeld door het kappen van bossen en het kaal houden van de bodem door ploegen. Erosie mag niet verward worden met verwering. Het verschil tussen erosie en verwering is dat bij erosie de grond verplaatst wordt, terwijl bij verwering de grond wel in stukjes breekt (mechanische verwering) of chemisch verandert (chemische verwering) maar op dezelfde plaats blijft. Wel is het zo dat verweerde grond vaak makkelijker erodeert.
    verweerde grond vaak makkelijker erodeert.)
  • Buitenberm  + (Extra verbreding aan de buitendijkse zijde van de dijk om het dijklichaam extra steun te bieden, om zandmeevoerende wellen te voorkomen en/of om de golfoploop te reduceren.)
HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares