Op eigenschap zoeken

Deze pagina biedt een eenvoudige bladerinteractie voor het vinden van entiteiten met een eigenschap met een bepaalde waarde. Andere beschikbare zoekinteracties zijn de zoekpagina voor pagina-eigenschappen en de querybouwer.

Op eigenschap zoeken

Een lijst van alle pagina's met de eigenschap "Skos:definition" met waarde "Gebied waarop de keur van toepassing is.". Omdat er een beperkt aantal resultaten is, worden ook nabije waarden weergegeven.

Hieronder staan 27 resultaten vanaf #1.

(vorige 50 | volgende 50) (20 | 50 | 100 | 250 | 500) bekijken.


    

Lijst van resultaten

  • Rampenplan  + (Een plan dat overzicht geeft van de betrok
    Een plan dat overzicht geeft van de betrokken hulpdiensten en overige organisatie. Het bevat een waarschuwings- en afsprakenschema voor het optreden bij alle ramptypen. Belangrijke elementen daarin zijn: de toedeling van verantwoordelijkheden, de samenstelling van de rampenstaf en de plaats van het crisis- en coördinatiecentrum.
    ats van het crisis- en coördinatiecentrum.)
  • Evacuatieplan  + (Een plan voor de aanpak van een evacuatie bij een dreigende (overstromings)ramp.)
  • Rampenbestrijdingsplan  + (Een plan waarin het geheel van (bij die ramp of zwaar ongeval) te nemen maatregelen is opgenomen.)
  • Randvoorwaarden  + (Een randvoorwaarde is een voorwaarde waaraan variabelen moeten voldoen. Bij een dijkontwerp zijn dat bijvoorbeeld een bepaalde maximale waterstand en golfbelasting.)
  • Rivier  + (Een rivier is een natuurlijke waterloop en
    Een rivier is een natuurlijke waterloop en fungeert als het zichtbare afvoersysteem van het overtollige water in een bepaald gebied. Elke rivier ligt in een stroomgebied. Dat is het totale omringende gebied waarbinnen al het overtollige water via die ene rivier wordt afgevoerd.
    water via die ene rivier wordt afgevoerd.)
  • Kustgebied  + (Een ruimtelijk duidelijk begrensd en hydrologisch homogeen gedeelte van de kust of van het zeewater of van een estuarium)
  • Schutsluis  + (Een schutsluis (ook wel: vallaat, verlaat of sas) is de bekendste uitvoering van een sluis. Het is een kunstwerk dat het mogelijk maakt om schepen van het ene naar het andere waterpeil te brengen. (bron: nl.wikipedia.org))
  • Secundaire waterkering  + (Een secundaire waterkering is een waterkering die het land niet direct tegen het buitenwater beschermd zoals een primaire waterkering. Kanaaldijken, boezemkaden en polderscheidingen worden beschouwd als regionale keringen.)
  • Crisis  + (Een serie gebeurtenissen of rampen. Een crisis tast de economie of de openbare orde ernstig aan. Ze treft vaak een groot gebied en vraagt om zware bestuurlijke coördinatie, beheersing en voorlichting.)
  • Stormvloedkering  + (Een stormvloedkering is een waterbouwkundige constructie die bij stormvloed of springtij moet verhinderen dat er grote hoeveelheden water de monding van een rivier instromen en stroomopwaarts tot overstromingen leiden.)
  • Geulwandsuppletie  + (Een suppletie met zand of zwaarder materiaal op de helling van een geul, om erosie van die geulwand te compenseren of te stoppen.)
  • Veiligheidsketen  + (Een systeembenadering voor het omgaan met risico’s, bestaande uit vijf aaneengesloten schakels: pro-actie, preventie, preparatie, respons en nazorg.)
  • Uitwateringssluis  + (Een uitwateringssluis of spuisluis, is een kunstwerk in een waterkering dat voornamelijk zoetwater afvoert vanuit binnenwater naar buitenwater, of naar zee. Bij hoge waterstanden is het kunstwerk gesloten, om het buitenwater te keren.)
  • Zachte waterkering  + (Een waterkering die opgebouwd is uit bijvoorbeeld zand, zoals een duin of stuifdijk, waarbij geen steenachtige materialen gebruikt zijn als bekleding. Helmgras of gras vormen een flexibele zachte toplaag.)
  • Ontwerpsterkte  + (Een waterstand met een bepaalde kans van overschrijden vermeerderd met de verwachte waterstandstijging (inclusief NAP-daling) tot aan het eind van de ontwerplevensduur (planperiode).)
  • Onderwatersuppletie  + (Een zandsuppletie die onderwater wordt aangebracht door baggerschepen, met de rainbow techniek of via onderlossen.Zie ook vooroever- en geulwandsuppletie)
  • Zee  + (Een zee is een grote hoeveelheid water, di
    Een zee is een grote hoeveelheid water, die in verbinding staat met een andere zee of met een oceaan, die ook als zee kan worden aangeduid, zij het dat een oceaan een zelfstandig geheel vormt met een eigen circulatie (zeestroom). Een zee daarentegen, heeft een bodem die bij een continent behoort (continentaal plat). Als de verbinding tussen zeeën smal is en uit een of meer zeestraten bestaat, spreekt men van een binnenzee. Zeeën worden gevoed door rivieren en door regenwater
    en gevoed door rivieren en door regenwater)
  • Toetsing op veiligheid  + (Eens per vijf jaar toetsen de waterkeringbeheerders de waterkeringen aan de wettelijke veiligheidsnormen.)
  • Zeereep  + (Eerste doorgaande duinregel, gelegen onmiddellijk langs het strand.)
  • Erosie  + (Erosie is het proces van slijtage van een
    Erosie is het proces van slijtage van een vast oppervlak waarbij materiaal wordt verplaatst of geheel verdwijnt. Op Aarde gebeurt erosie vooral door de werking van wind, stromend water, ijs, maar ook ongewonere vormen van erosie zijn mogelijk als gevolg van vulkanisme en inslagen. Erosie is een fenomeen met een natuurlijke oorzaak dat in ieder geologisch tijdperk optreedt. Menselijke activiteiten kunnen het erosieproces versterken, bijvoorbeeld door het kappen van bossen en het kaal houden van de bodem door ploegen. Erosie mag niet verward worden met verwering. Het verschil tussen erosie en verwering is dat bij erosie de grond verplaatst wordt, terwijl bij verwering de grond wel in stukjes breekt (mechanische verwering) of chemisch verandert (chemische verwering) maar op dezelfde plaats blijft. Wel is het zo dat verweerde grond vaak makkelijker erodeert.
    verweerde grond vaak makkelijker erodeert.)
  • Buitenberm  + (Extra verbreding aan de buitendijkse zijde van de dijk om het dijklichaam extra steun te bieden, om zandmeevoerende wellen te voorkomen en/of om de golfoploop te reduceren.)
  • Basispeil  + (Extreme hoogwaterstand met (per definitie) een overschrijdingsfrequentie van 1/10.000 per jaar.)
  • Stabiliteitsfactor  + (Factor waarin het verschil tussen sterkte en belasting wordt uitgedrukt.)
  • Partiële factor  + (Factor waarmee een representatieve waarde
    Factor waarmee een representatieve waarde vermenigvuldigd (of gedeeld) wordt ter verkrijging van de rekenwaarde. De partiële factoren dienen om onzekerheden in belastingen, materiaaleigenschappen, rekenmethodes, gevolgen van falen en de overschrijdingskans van grenstoestanden in rekening te brengen.
    an grenstoestanden in rekening te brengen.)
  • Bres  + (Gat in de waterkering.)
  • Invloedsgebied  + (Gebied waarbinnen het bezwijken of falen van een waterkerend kunstwerk, bijzondere constructie of niet-waterkerend object merkbaar is. Denk hierbij aan de ontgrondingkuil rond een bezweken leiding of een ontwortelde boom.)
  • Keurgebied  + (Gebied waarop de keur van toepassing is.)
  • Keurzone  + (Gebied waarop de keur van toepassing is.)
  • Waterkeringszone  + (Gebied waarop de keur van toepassing is.)
  • Wel  + (Geconcentreerde uitstroming van kwelwater.)
  • Onderwateroever  + (Gedeelte van de kuststrook zeewaarts van de laagwaterlijn tot de zeebodem, ook wel vooroever genoemd.)
  • Ontwerpafslagzone  + (Gedeelte van het duingebied dat tijdens ontwerpomstandigheden (ontwerpstormvloed) zal afslaan. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directoraat-Generaal Water; Waterveiligheid, Begrippen begrijpen, november 2007.)
  • Waterbewust gedrag  + (Gedrag dat wordt beïnvloed door het besef van kansen en bedreigingen van water.)
  • Beheer  + (Geheel van activiteiten dat noodzakelijk is om te waarborgen dat de functies van de waterkering blijven voldoen aan de daarvoor vastgestelde eisen en normen.)
  • Aansluitingsconstructie  + (Gehele dwars- en lengteprofiel van een grondconstructie in zijn afwijkende vorm, bij de overgang naar een duin, hoge gronden of een kunstwerk.)
  • Overschrijdingsfrequentie  + (Gemiddeld aantal keren dat in een bepaalde tijd een verschijnsel een zekere waarde bereikt of overschrijdt.)
  • Significante golfhoogte  + (Gemiddelde golfhoogte van het hoogste 1/3 deel van de golven.)
  • Te toetsen kustlijn  + (Gemiddelde ligging van de kustlijn in een willekeurig jaar na 1990. Het verschil in de posities van de TKL en de BKL is maatgevend in het beleid om de ligging van de kustlijn te handhaven.)
  • Normfrequentie  + (Gemiddelde overschrijdingskans - per jaar
    Gemiddelde overschrijdingskans - per jaar - van de hoogste waterstand waarop de tot directe kering van het buitenwater bestemde primaire waterkering moet zijn berekend, zoals bedoeld in het eerste lid van Artikel 3 van de Wet op de waterkering en zoals per dijkringgebied weergegeven in Bijlage II en IIA bij de Wet op de waterkering.
    ge II en IIA bij de Wet op de waterkering.)
  • Momentane ligging  + (Gemiddelde positie van het strand en een deel van van de kustlijn de ondiepe vooroever in een bepaald jaar, conform de rekenmethode van de nota ‘De Basiskustlijn’.)
  • Astronomisch getij  + (Getijbeweging als gevolg van de veranderlijke resultante van de aantrekkingskracht van de maan en de zon op de watermassa’s op aarde, niet gestoord door weerkundige omstandigheden.)
  • Windgolven  + (Golven, ontstaan door de wrijving van de lucht over het water.)
  • Kritisch grensprofiel  + (Grensprofiel dat aan de landwaartse zijde van het duin is gesitueerd. Als het kritisch grensprofiel doorbreekt, is het duin als totaal bezweken.)
  • Kritieke dichtheid  + (Grenswaarde van de dichtheid van zand tussen losse- en vaste pakking.)
  • Grond  + (Grond verwijst naar aarde of grondsoort. Het is een mengsel van verweerd materiaal (van slib tot grind en organische stoffen), vloeistoffen en gassen.)
  • Grondwater  + (Grondwater is al het water dat zich in de
    Grondwater is al het water dat zich in de ondergrond, in bodems en gesteenten bevindt. Meestal is dit water afkomstig van neerslag, nadat het op het oppervlakte belandt infiltreert het direct of indirect (na zich eerst in meren of rivieren te hebben bevonden). Grondwater afkomstig van neerslag wordt meteorisch water genoemd. Andere bronnen van grondwater zijn het vrijkomen van water bij metamorfe reacties in de diepere delen van de aardkorst of het vrijkomen van water bij het omhoogkomen van magma
    en van water bij het omhoogkomen van magma)
  • Ramp  + (Groot, massaal ongeluk)
  • Rivierengebied  + (Het Rivierengebied in Midden-Nederland is
    Het Rivierengebied in Midden-Nederland is het gebied tussen de plaats waar de Rijn vanuit Duitsland Nederland binnenstroomt tot aan de Zuidwestelijke delta aan de Noordzeekust. Door dit gebied stromen de Rijn met zijn zijtakken en de Maas met zijn zijtakken.
    n zijtakken en de Maas met zijn zijtakken.)
  • Overstroming  + (Het bedekt raken van een oppervlakte land door water dat buiten de bedding of door een dijk stroomt.)
  • Waterbewustzijn  + (Het besef van kansen of bedreigingen die te maken hebben met water.)
  • Voorland  + (Het gebied aansluitend aan de buitenzijde
    Het gebied aansluitend aan de buitenzijde van de waterkering. Dit gebied wordt ook wel vooroever genoemd. Ook een diepe steile stroomgeul bij een schaardijk valt onder de definitie van voorland. Het voorland kan zowel onder als boven water liggen, en zelfs boven Toetspeil.
    en water liggen, en zelfs boven Toetspeil.)
  • Achterland  + (Het gebied aansluitend aan de landzijde van de waterkering.)
  • Inundatie  + (Het gecontroleerd overstromen van een gebied. De term heeft een militaire oorsprong.)
HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares