Op gebied van inrichting en landschappelijke inpassing werd uitgegaan van de volgende punten:
- Een optimalisatie van de landschappelijke verschijningsvorm en ruimtelijke kwaliteit van de Oesterdam is gewenst.
- De verschijningsvorm sluit aan bij de natuurlijke processen en deze veranderd dus in de tijd.
- De variant met een slikken/platenlichaam heeft de voorkeur, waarbij de maatvoeringen zijn: lengte 2.500 m; breedte 200 – 800 m; hoogte 0,5 tot 1,0 m; resulterend in een totaal volume van circa 600.000 m3.
- Een eenvormig zandlichaam zonder variatie aan de voet van de dijk is niet gewenst.
- Het meest gewenst is om niet verontreinigd, gebiedseigen zand (met mogelijk een beperkte hoeveelheid zand/klei) te gebruiken voor de opbouw van de slikken en platen.
- Voor- en nadelen van wel of niet gefaseerd uitvoeren moeten worden meegenomen.
De View-Navigation (VN) pagina's.