Ecosysteemfuncties zeegras



Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context

Model link = Zeegras Ecosysteemfuncties zeegras

Result = Zeegras Ecologie van zeegras VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces

Model link = Zeegras Ecosysteemfuncties zeegras

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes

Model link = Zeegras Ecosysteemfuncties zeegras

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of

Model link = Zeegras Ecosysteemfuncties zeegras

Result = Zeegras Algemene ecologie van zeegrassen VN, Zeegras Ecologie van zeegras in de Waddenzee VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of

Model link = Zeegras Ecosysteemfuncties zeegras

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns

Model link = Zeegras Ecosysteemfuncties zeegras

Result =

End Set VN link










Biodiversiteit

Hoewel veel auteurs aangeven dat velden met Zostera sp een specifiek milieu vormen voor vissen en bodemdieren worden er slechts zelden concrete voorbeelden gegeven. Wel is er een beschrijving uit 1919 met zeer gedetailleerde informatie over de samenstelling van de zeegrasgemeenschap in de Waddenzee, zoals het bieden van schuilmogelijkheden en het functioneren als kraamkamer voor de gewone zeekat (Sepia officinalis L) en voor vissen, zoals vier soorten zeenaalden en de zeestekelbaars (Spinachia spinachia L). Ook wordt het vliezig drijfhorentje (Rissoa membranacea J. Adams) genoemd als een typische soort voor zeegrasvelden. De meeste van deze soorten zijn inmiddels geheel of grotendeels uit de Waddenzee verdwenen. Verder komen er bepaalde epifytische algen en diatomeeën op zeegrassen voor, bijvoorbeeld het roodwier Melobesia lejolisili (Rosan) en diatomeeën uit de genera Cocconeis, Navicula, Melosira en Amphora. Enkele meer recente onderzoeken hierover zijn:

  • Voor het Terschellinger wad werd gevonden dat in een litoraal veld met Zostera noltii de soorten Hydrobia ulvae (wadslakje), Abra tenuis (tere dunschaal), Cerastoderma edule (kokkel), Scoloplos armiger (waperworm), Carcinus maenas (strandkrab) (< 2cm) en Littorina littorea (alikruik) in grotere aantallen voorkwamen dan daarbuiten en de soorten Pygospio elegans (zandkokerworm) en Macoma balthica (nonnetje) in kleinere aantallen. Er is niet gezocht naar oorzaken.
  • In de Krabbenkreek, Oosterschelde zijn twee litorale zeegrasvelden van Zostera noltii onderzocht, evenwel zonder een vergelijking te maken met punten buiten de velden. Hier werd gevonden dat de meeste bodemdieren in de zeegrasbedden ook algemeen voorkomen in de ‘kale’ slikken in de Oosterschelde. Daarnaast werden een kleine groep soorten beschreven die meer specifiek in de velden werden aangetroffen, bestaande uit kleine kreeftachtigen en een enkele worm en slak. Deze tweede groep onderscheidt zich met name doordat de aanwezigheid ervan varieert met de aanwezigheid van het zeegras (seizoensgebonden). Verder werd er in de velden een grotere soortenrijkdom gevonden dan bij eerder onderzoek in het gebied werd aangetroffen.
  • In de Grevelingen werd gezien dat de Zostera marina-velden een belangrijk leefmilieu vormen voor soorten als Idotea chelipes (zeepissebed), Hydrobia ulvae en de vissen Pomatoschistus minutus (dikkopje) en Pomatoschistus microps (brakwatergrondel). Er is hier vooral sprake van een gradueel verschil in voorkomen vergeleken met de gebieden buiten de zeegrasvelden. Er is berekend dat in de Grevelingen ca. 3.8% van de zeegrasproductie rechtstreeks wordt geconsumeerd door Idotea chelipes die daar het hele jaar voorkomt in dichtheden van 400 tot 600 m-2.
  • In Australië werd voor twee zeegrassoorten gevonden dat de vestiging van jonge vis wordt beïnvloed door de plaats van het zeegrasveld in het estuarium (afstand tot de zee), resp. dat de dichtheid en de hoogte (lengte) van het zeegras voor veel diersoorten die er in leven van belang zijn (de Jong en de Jonge, 1989).
  • In een stroomgoot werd onderzocht hoe de dichtheid van zeegrasscheuten de beschikbaarheid van voedsel voor filtervoedende organismen zoals kokkels beïnvloedde (González et al. 2014).

Kustbescherming

Ondiviela et al. (2014) schrijven in een reviewartikel dat zeegrassen een rol spelen in de bescherming van kustlijnen, maar niet onder alle denkbare condities. De optimale omstandigheid waarbij zeegrasvelden belangrijk zijn in de bescherming van kustgebieden ontstaat bij ondiepe wateren met lage energiecondities, waarbij de interactie tussen het zeegras en het wateroppervlak het grootst is. Zeegrasvelden die bestaan uit soorten die langzaam groeien, een hoge biomassa hebben en weinig seizoensfluctuaties dragen het meeste bij aan kustbescherming.

Stabilisering sediment

De stabiliserende functie van zeegras op het sediment wordt beschreven op de pagina Invang van sediment.



Referenties


HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares