Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context
Model link = Zeegras Licht
Result = Zeegras Ecologie van zeegras VN
End Set VN link
Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces
Model link = Zeegras Licht
Result =
End Set VN link
Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes
Model link = Zeegras Licht
Result =
End Set VN link
Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of
Model link = Zeegras Licht
Result = Zeegras Algemene ecologie van zeegrassen VN, Zeegras Ecologie van zeegras in de Waddenzee VN
End Set VN link
Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of
Model link = Zeegras Licht
Result =
End Set VN link
Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns
Model link = Zeegras Licht
Result =
End Set VN link
Submers Zostera marina dient minimaal de respiratie te compenseren door de assimilatie. Daartoe heeft de plant gedurende het hele jaar een minimale hoeveelheid licht nodig (Ic in figuur 1) gedurende een minimum tijd (Hcomp in figuur 1). Pas boven dit minimumniveau kan er sprake zijn van groei en bloei, maar bij een toenemende hoeveelheid licht treedt er op een gegeven moment verzadiging op. Boven dit lichtverzadigingspunt, Is treedt geen extra groei meer op. Boven extreem hoge lichtwaarden stopt de assimilatie zelfs geheel. Ic en Hcomp zijn beide afhankelijk van de temperatuur van het water en variëren dus gedurende het jaar. In de VS werd een jaargemiddelde minimale lichtcompensatieperiode (Hcomp) van 12,3 uur gevonden. Gebaseerd op dit gegeven is de relatie bepaald tussen de helderheid van het water en de maximale diepte waarop Zostera marina (sublitoraal) het hele jaar kan leven:
Zc=1,62/K of Zc=0,95*Zsd
Ze = maximum diepte voor Zostera marina K = extinctiecoëfficiënt gemiddeld over het jaar Zsd = zichtdiepte als Secchidiepte gemiddeld over het jaar
In tabel 1 staan een aantal waarden voor Ic en Hcomp die in de literatuur zijn gevonden (de Jong en de Jonge, 1989).Het feit dat de lichtverzadigingswaarden voor Zostera noltii hoger liggen dan voor Zostera marina wordt verklaard door het feit dat eerstgenoemde meer droogvalt en daarbij wordt blootgesteld aan hogere lichtintensiteiten.
Soort | Lichtverzadigingspunt (Is) in µE m-2 s-1 | Lichtcompensatiepunt (Ic) in µE m-2 s-1 | Maximaal gebruikte lichtintensiteit in µE m-2 s-1 |
---|---|---|---|
Zostera marina | 100 | 10 | 800 |
Zostera marina | 60-100 | - | 830 |
Zostera marina | 230 | 28 | 1200 |
Zostera marina | 800-1100 | 30-35 | 3600 |
Zostera noltii | 3600 | 30-35 | 5900 |
Uit een groeimodel voor submers Zostera marina in het Grevelingenmeer blijkt onder meer dat de groei van Zostera marina achtereenvolgens beperkt wordt door:
Tevens bleek uit het model dat Zostera marina in de diepere delen (volgens het model >2 m) in principe ieder jaar opnieuw uit zaad moet opkomen, omdat er te weinig ondergrondse biomassa wordt gevormd om te kunnen overwinteren. Alleen in de ondiepere delen overwintert het zeegras als wortelstok. Deze modeluitkomsten kwamen overeen met de veldsituatie, waar Zostera marina in de diepere delen een sterk verminderde ondergrondse biomassa had en waar veel zaailingen in de diepere delen werden aangetroffen (de Jong en de Jonge, 1989). Ook in de VS is gevonden dat planten wel dieper kunnen voorkomen, maar dat dit door lichtgebrek in de winter slechts tijdelijke vestigingen uit zaad betreft, die jaarlijks opnieuw moeten plaatsvinden.
In experimenten werd gevonden dat vermindering van de lichtinstraling leidt tot vermindering van de groei. Bij een instraling minder dan 50 μE cm-2 dag-1 bleek dat de groeireductie groot was (ca. 50% van de groei bij 300 - 400 μE cm-2 dag-1). Diverse onderzoeken geven aan dat fytoplankton in het water en epifyten op de planten een grote invloed hebben op de groeimogelijkheid van Zostera marina, omdat er beschaduwing (lichtvermindering) optreedt in het voor de groei belangrijke gebied van 400 -700 nm. Er worden lichtreducties aan het bladoppervlak genoemd, die kunnen oplopen tot 80 a 90% van de potentieel op een bepaalde diepte beschikbare hoeveelheid licht (de Jong en de Jonge, 1989).