Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context
Model link = Zeegras Ontwikkelen en uitvoeren aanplantmethode
Result = Zeegras Experimenten met zeegrasherstel in de Waddenzee VN
End Set VN link
Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces
Model link = Zeegras Ontwikkelen en uitvoeren aanplantmethode
Result =
End Set VN link
Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes
Model link = Zeegras Ontwikkelen en uitvoeren aanplantmethode
Result =
End Set VN link
Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of
Model link = Zeegras Ontwikkelen en uitvoeren aanplantmethode
Result = Zeegras Aanplanten zeegras in de Waddenzee VN
End Set VN link
Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of
Model link = Zeegras Ontwikkelen en uitvoeren aanplantmethode
Result =
End Set VN link
Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns
Model link = Zeegras Ontwikkelen en uitvoeren aanplantmethode
Result =
End Set VN link
Op de donorlocaties de Hond/Paap in de Eems werd t.b.v. de genetische diversiteit één zeegrasplant per 4 m2 handmatig uit het sediment gehaald. De planten werden met aanhangend water in open plastic zakken in koelboxen bij een temperatuur tussen 4-18 oC vervoerd en bewaard om de volgende dag aangeplant te worden.
Planten werden altijd geplant in een zeshoekig stramien van minimaal 37 planten (Figuur 1), zodat de planten van onderlinge bescherming zouden kunnen profiteren. Natuurlijke patches hebben namelijk een hogere stabiliteit als ze uit meer dan 32 scheuten bestaan.
In 2002 en 2003 werd er gevarieerd met de zeegrasdichtheid binnen een plot en met de diepte van de aanplantlocatie. Bij de hoge dichtheid (14 planten m-2) bedroeg de onderlinge afstand van planten 30 cm en bij de lage dichtheid (5 planten m-2) 50 cm. In 2003 werden in drie plots zaailingen met sediment (zoden) getransplanteerd om te bestuderen of bij de methode de overleving anders uitvalt. In verband met de hoge arbeidsintensiteit werden alleen de centrale plant van een plant met zode getransplanteerd. Er werden in 2004 ook grotere plots van 61 planten gemaakt om te onderzoeken of bij een groter aantal planten de overleving positief beïnvloed wordt. Plots met verschillende aanplantdichtheden en -groottes werden paarsgewijs aangelegd met een onderlinge afstand van 7 m. De oriëntatie van deze gepaarde plots werd zo gekozen dat ze op gelijke wijze aan de overheersende stromings- en golfslagrichting blootgesteld werden.