Waterdynamiek Waddenzee



Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context

Model link = Zeegras Waterdynamiek Waddenzee

Result = Zeegras Ecologie van zeegras VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces

Model link = Zeegras Waterdynamiek Waddenzee

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes

Model link = Zeegras Waterdynamiek Waddenzee

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of

Model link = Zeegras Waterdynamiek Waddenzee

Result = Zeegras Ecologie van zeegras in de Waddenzee VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of

Model link = Zeegras Waterdynamiek Waddenzee

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns

Model link = Zeegras Waterdynamiek Waddenzee

Result =

End Set VN link








Figuur 1: Twee types groot zeegras groeiden tot de jaren 1930 in de Waddenzee. Elk groeit in een eigen zone, die beide (!) aan de bovenzijde begrensd worden door uitdroging. De ondergrens van de bovenste zone wordt bepaald door waterdynamiek, de ondergrens van de onderste zone wordt bepaald door licht. Het flexibele type is gevoeliger voor waterdynamiek dan het robuuste type. De verschillen in gevoeligheid voor uitdroging en waterdynamiek hebben beide te maken met de stevigheid van de schedes (zie blauwe pijlen) (Van der Heide et al. 2006).


Sterke golfslag en hoge stroomsnelheden hebben vooral een negatief effect op de vestiging van zeegras. Een gevestigd veld sublitoraal (robuust) groot zeegras is goed bestand tegen waterdynamiek en heeft een golfdempende werking. Het slappere litoraal (flexibel) groot zeegras is minder goed bestand tegen waterdynamiek. De relatief hoge dynamiek in het gebied tussen de zones waarin de twee groeivormen voorkomen bepaalt de ondergrens van het litoraal zeegras (zie Figuur 1). De toename van het getijverschil in de Waddenzee na de afsluiting van de Zuiderzee is wordt geïllustreerd in Figuur 2. De afsluiting heeft ook geresulteerd in hogere stroomsnelheden in de westelijke Waddenzee. Gemiddeld nam de stroomsnelheid toe met een factor 1,25, maar er bestonden grote lokale verschillen, variërend van 0,25 tot 2,9. De grootste veranderingen die leiden tot sterk gewijzigde sedimentatie- en erosiepatronen, werden aangetroffen in de gebieden waar vroeger de uitgestrekte zeegrasvelden voorkwamen. Zie verder ook deze pagina over waterdynamiek.

Figuur 2: Tijdserie van het jaargemiddelde verschil tussen hoog- en laagwater nabij Harlingen (Wanink en Van der Graaf 2008)
.




HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares