Zaadretentie



Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context

Model link = Zeegras Zaadretentie

Result = Zeegras Experimenten met zeegrasherstel in de Waddenzee VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces

Model link = Zeegras Zaadretentie

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes

Model link = Zeegras Zaadretentie

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of

Model link = Zeegras Zaadretentie

Result = Zeegras Inzaaien groot zeegras in de Waddenzee VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of

Model link = Zeegras Zaadretentie

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns

Model link = Zeegras Zaadretentie

Result =

End Set VN link







Om zo veel mogelijk rendement te hebben van de restauratieproef is het zinvol om inzicht te verkrijgen in het proces van zaadverspreiding en potentiële retentie van zaden in de verschillende deelgebieden van de Waddenzee. Op die manier kan de keuze van de uitzaailocaties worden geoptimaliseerd om zodoende de kans op herkolonisatie en uitbreiding van zeegrasareaal in de Nederlandse Waddenzee te maximaliseren.

Modelstudie

Om dit nader te onderzoeken is een modelstudie uitgevoerd naar zeegraszaadtransport in de Waddenzee. Bij de modelstudie is gebruik gemaakt van een nieuw gekalibreerd en gevalideerd 2D-hydrodynamisch model (het zgn. ‘WadSea2008’-model) met een gridcelgrootte van ca. 200 bij 600 m. In de modelsimulatie zijn gegevens over drijfvermogen en drijfperiode van zaaddragende stengels en het verloop over de tijd van het loslaten van de zaden uit dit drijvende materiaal geïncorporeerd. De valsnelheid van de zaden is in deze 2D-studie niet als factor meegenomen, omdat uit eerder onderzoek is gebleken dat die dermate hoog is dat verder natransport van de zaden zelf (nadat ze uit het drijvende materiaal zijn losgeraakt) verwaarloosbaar is: max. enkele meters. Er is bij de modelstudie telkens uitgegaan van ‘uitzaaiveldjes’ van 1 hectare. Op basis van veldgegevens van de Hond-Paap (data 2003) is een te verwachten zaadaanbod berekend van ca. 3 miljoen zaden per hectare, wat als input is gebruikt voor de modelsimulaties. Aanname in de modelberekeningen is dat aan het einde van het groeiseizoen (september) hiervan 80% beschikbaar komt voor transport. Aan het diepte-gemiddelde 2D hydrodynamisch transport (berekend op basis van gegevens voor het jaar 1993) is voor het simuleren van transport van het drijvende zeegrasmateriaal (aan het wateroppervlak) als extra transportcomponent 3% wind-drag (actuele wind-reeks van het KNMI) toegevoegd (behalve wanneer het droogvalt).

Potentiële uitzaailocaties

Figuur 1: Locatie van de 21 potentiële uitzaailocaties, zoals gebruikt voor de modelstudie naar zaadretentie. M1 = Mokbaai (Texel), I = eilandlocaties (I1:Texel, I2:Ameland, I3:Terschelling, I4:Schiermonnikoog, I5:Rottumeroog, I6:Rottumerplaat); P = ‘open’ wadplaten; K = kustlocaties (K1:Balgzand, K2:Friese Kust, K3:’Lauwersmeer’, K4:Groningerkust–west, K5:Groningerkust-oost) (Erftemeijer and Van Katwijk 2010)
.


Voor een totaal van 21 verschillende potentiële uitzaailocaties (zie Figuur 1), die volgens de kansenkaart (zeer) geschikt zouden moeten zijn, is vervolgens door middel van 21 aparte modelsimulaties de mate van zaadretentie bepaald, telkens op basis van actuele winddata voor 1993) Het gaat hier dus om retentie van nieuwgevormde zaden die aan het einde van het groeiseizoen – dus een jaar na het uitzaaien – beschikbaar komen voor natuurlijk transport, en dus niet om zaad uit de zaadzakken. Deze 21 locaties omvatte zeven ‘eilandlocaties’, vijf ‘kustlocaties’ en negen ‘open wadplaten’.  




HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares