Regel 57: | Regel 57: | ||
Het voorkeursalternatief is een combinatie van alle eerdere genoemde alternatieven. Het voorkeursalternatief is de variant waarmee verder gewerkt werd. Het bevat elementen van alle eerder genoemde plannen. Het voorkeursalternatief is doorontwikkeld van met het schetsontwerpalternatief als uitgangspunt. Deze is vervolgens aangepast met belangrijke punten uit het MMA, waaronder de kritische blik op de grondbalans. Het plan is hierna juridisch verankerd in het bestemmingsplan. |
Het voorkeursalternatief is een combinatie van alle eerdere genoemde alternatieven. Het voorkeursalternatief is de variant waarmee verder gewerkt werd. Het bevat elementen van alle eerder genoemde plannen. Het voorkeursalternatief is doorontwikkeld van met het schetsontwerpalternatief als uitgangspunt. Deze is vervolgens aangepast met belangrijke punten uit het MMA, waaronder de kritische blik op de grondbalans. Het plan is hierna juridisch verankerd in het bestemmingsplan. |
||
− | {{Nocite|resource= |
+ | {{Nocite|resource=bestand:MERPerkpolderDefinitief.pdf|name=MER Perkpolder Definitief}} |
}} |
}} |
||
{{VN query}} |
{{VN query}} |
Perkpolder Natuurcompensatie Variantenafweging | |
---|---|
Dijkvak | Perkpolder Natuurcompensatie |
Decompositie type | |
TM werkproces stap | c) Ontwerp |
Activity IOR
De planstudie werd in de loop der jaren verschillende keren aangepast. In 2003 werden de eerste schetsen verwerkt in de startnotitie. In 2006 schakelde Rijkswaterstaat Grontmij in om enkele voorkeursvarianten te schetsen. In 2007 werd de definitieve variant van de MER (Milieueffectenrapport) opgesteld.
In het voortraject werden meerdere varianten overwogen. Er was sprake van twee primaire varianten: Schetsontwerp en Masterplan. Het Masterplan omvatte 150 permanente woningen ten noorden van Kloosterzande, terwijl deze in het Schetsontwerp op het veerplein aangelegd zouden worden. Verder omvatte het Masterplan 40 ha natuurcompensatie in plaats van 75 ha in het Schetsontwerp. Het Schetsontwerp werd uiteindelijk ontwikkeld tot het uiteindelijke gebiedsplan. Deze werd verder behandeld in de MER en uitgewerkt in het definitief ontwerp.
De opgestelde MER onderscheidde de volgende varianten:
In dit alternatief bleef de huidige situatie behouden. Het project zou niet doorgaan en er zou niets veranderen.
Het Masterplanalternatief verscheen in de startnotitie van het project en vormde het startpunt van het project met andere uitgangsposities. Dit Masterplan neigde meer naar ontwikkelingen in Kloosterzande, waar 150 permanente woningen gebouwd zouden worden. Het Masterplanalternatief was de basis voor het Schetsontwerp, en was in eerste instantie een poging om de projecten bij Kloosterzande met de projecten van Perkpolder te verbinden. Het Masterplan was toentertijd de visie op het meest haalbare plan.
Het Schetsontwerp was de verfijnde versie van het Masterplanalternatief. Medio 2005 werd Rabo Vastgoed gevraagd om relevante marktpartijen te betrekken. Dit had als doel om het Masterplanalternatief te ontwikkelen tot het schetsontwerp. Dit ontwerp omvatte alle beoogde elementen en de publiek-private elementen. Dit was het basisontwerp dat werd ontwikkeld tot de editie van de MER.
In de MMA werd gekeken hoe het plan zo milieuvriendelijk mogelijk gemaakt kon worden. Negatieve invloeden voor de omgeving werden waar mogelijk geminimaliseerd. Vanuit het MMA werd extra kritisch naar de grondbalans gekeken. Aangezien het MMA een belangrijke factor was voor het uiteindelijke voorkeursalternatief, wordt hieronder beschreven hoe het MMA afwijkt van de andere ontwerpen:
Het voorkeursalternatief was een combinatie van alle eerdere genoemde alternatieven. Het werd doorontwikkeld met het schetsontwerpalternatief als uitgangspunt. Het werd aangepast met belangrijke punten uit het MMA, waaronder de kritische blik op de grondbalans. Het plan werd hierna juridisch verankerd in het bestemmingsplan.
De View-Navigation (VN) pagina's.