Perkpolder Natuurcompensatie Cultuurhistorie: verschil tussen versies

Regel 4: Regel 4:
 
}}
 
}}
 
{{Paragraphs show}}
 
{{Paragraphs show}}
{{Heading
+
{{Heading}}
|Heading nl=Cultuurhistorie
 
}}
 
 
{{Paragraph
 
{{Paragraph
 
|Paragraph number=1
 
|Paragraph number=1

Versie van 28 aug 2015 om 14:19

Perkpolder Natuurcompensatie Cultuurhistorie
Dijkvak Perkpolder Natuurcompensatie
OM werkproces stap b) Cultuurhistorie

Activity IOR



Rapporten ADC ArcheoProjecten en BAAC

De cultuurhistorie wordt beschreven in een verslag van ADC ArcheoProjecten en een van BAAC.

ADC ArcheoProjecten voerde het eerste bodemonderzoek uit in 2011. Hieruit kwam naar voren:

  • Slechts in zes van de 256 boringen werden sporen aangetroffen van archeologische objecten. Deze lagen sporadisch verspreid over het plangebied. Als gevolg hiervan was er een lage archeologische verwachtingswaarde voor de Late Middeleeuwen en de Nieuwe tijd.
  • Een van de zones in het plangebied bevatte mogelijk een intacte toplaag van het Hollandveen Laagpakket.
  • De ondergrond werd tot 150cm diep vrijgegeven. Bij dieper graven zou vervolgonderzoek nodig zijn.

Naar aanleiding van het aantreffen van het Hollandveen werd besloten verder onderzoek te verrichten. Dit onderzoek werd uitgevoerd door BAAC.

Locatie en status van het Hollandveen

Het verslag van BAAC werd in het voorjaar van 2015 uitgebracht:

  • Het noordwestelijk deel van het onderzoeksgebied had vanwege de aanwezigheid van een intacte top van het Hollandveen een middelhoge verwachting voor archeologische waarden uit de ijzertijd – Romeinse tijd.
  • In het noorden waren afzettingen van de Formatie van Naaldwijk op intact Hollandveen aanwezig. In het zuiden was de top van het Hollandveen geërodeerd.
  • In het noordwesten van het onderzoeksgebied lag het veen op een diepte van 260 tot 275 cm onder maaiveld (of 1,49-2,09 m – NAP). In het zuidoosten werd veen aangetroffen tussen 340 en 360 cm onder maaiveld (2,51-2,75 m –NAP).
  • De omvang van het gebied met intact Hollandveen bedroeg ongeveer 875 m2.
  • Het veen in het zuidoostelijke deel van het onderzochte gebied was in meer of mindere mate geërodeerd. Alleen in de noordwestelijke helft was de top van het veen nog intact. Dit deel had een hoge verwachting voor archeologische waarden uit de ijzertijd en mogelijk de Romeinse tijd.
  • Bij bodemverstoringen dieper dan 190 cm werd geadviseerd om een proefsleuvenonderzoek uit te voeren.

Waar het Hollands Laagveenpakket aanwezig was, werd binnen 30 cm van deze laag niet gegraven om deze laag zo min mogelijk te verstoren.


In twee dijken, de Kalverdijk-Oost, en de Noorddijk moest met coupures van 10 m uitgegraven worden, omdat verondersteld werd dat er een dijkkern uit de 13e eeuw in zat. Na onderzoek bleken deze dijken weinig archeologische waarde te hebben. In totaal werden er zes stuks aardewerk gevonden. Deze stukken aardewerk werden overgedragen aan het Zeeuws Archeologisch Depot.



De View-Navigation (VN) pagina's.

HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares