Context VN set links: model = Borsselepolder West
Set VN link, Property name = Supercontext, Property VN name = Supercontext
Model link = Borsselepolder West
Result = Dijkvakken Zeeland VN
End Set VN link
Het dijktraject Borsselepolder West de is onderdeel van het Waterschap Scheldestromen, tijdens de uitvoering nog waterschap Zeeuwse Eilanden. Het is gelegen aan de noordzijde van de Westerschelde ten westen van het dorp Borssele. De lengte van het vak is ongeveer 2300m en het ligt tussen dp 541,1 en dp 564,6.
Voor de ecologische toepasbaarheid wordt gebruik gemaakt van de informatie uit de door de Bouwdienst opgestelde Milieu-inventarisatie. Er was geen specifieke informatie per dijkvak.
Op basis van het projectplan wordt door de provincie toestemming verleend om de werkzaamheden uit te voeren.
Voordat de plannen tot uitvoer worden gebracht worden ze ter inzage gelegd. Hiervoor is een verkorte versie van de plannen opgesteld.
De bekleding van de ondertafel bestaat voornamelijk uit basaltzuilen, gedeeltelijk gepenetreerd met asfalt. Onderin de bekleding ligt plaatselijk Doornikse bloksteen en Vilvoordse steen. De bekleding van de boventafel bestaat uit betonblokken. In het algemeen liggen tot aan het niveau NAP+4,5 m vlakke betonblokken en daarboven tot aan de berm Haringmanblokken. De dikte van de blokken is voornamelijk 0,25 m en deels 0,30 m of 0,20 m. Lengte en breedte van de blokken zijn deels 0,45 m en deels 0,50 m. Lokaal bestaat de bekleding ook uit doorgroeistenen en betonzuilen.
Gedurende de eerste jaren werd nog geen vrijgavedocument opgesteld. In het ontwerpdocument zijn de resultaten van de toetsing weergegeven. Van de ondertafel is een deel beoordeeld als ‘onvoldoende’ en een deel als ‘goed’; voor een bekleding van met asfalt ingegoten basalt geldt, dat definitieve toetsing nog niet mogelijk is met de beschikbare kennis. De boventafel is volledig beoordeeld als ‘onvoldoende’. De delen die als ‘onvoldoende’ zijn beoordeeld, moeten worden verbeterd, voor de delen die nog niet kunnen worden getoetst geldt, dat de verdere uitwerking wordt uitgesteld totdat er wel een definitief toetsingsresultaat mogelijk is. Het bovenbeloop wordt belast door stromend water door golfoploop; de huidige grasbekleding van het onderste deel van het bovenbeloop wordt als ‘onvoldoende’ beoordeeld.
Het ontwerp is weergegeven in de ontwerpnota. De gehele boventafel, vanaf de berm (rond NAP+5,5 m) tot aan de bestaande overgang (rond NAP+3,2 m), wordt bekleed met zuilen. Voor een deel zouden eco-zuilen wenselijk zijn, maar er waren zuilhoogten van 0,4 m gedimensioneerd, dit was destijds de maximale afmeting. Er was dus geen mogelijkheid om een eco toplaag toe te voegen. De delen van de bekleding die nog niet definitief zijn getoetst, bevinden zich in een gedeelte van het dijkvak in de ondertafel, boven bekledingen die moeten worden verbeterd. Om te voorkomen dat de niet-getoetste bekledingen worden verstoord, wordt ook de verbetering van de onderliggende, ‘onvoldoende’ bekledingen uitgesteld. Voor zover de bekleding uiteindelijk als ‘onvoldoende’ zal worden beoordeeld, zal deze kunnen worden overlaagd met breuksteen. Dit uitstel van de verbetering van de ‘onvoldoende’ bekleding is alleen geoorloofd als eventueel bezwijken van de gehandhaafde ‘onvoldoende’ bekleding niet leidt tot bezwijken van de nieuwe bekleding van de boventafel; dit wordt bereikt door het aanbrengen van een sterke overgangsconstructie onderaan de nieuwe bekleding. Boven de berm worden blokken geplaatst in verband met de grootte van de golven.
Bij de revisie toetsing was de bekleding van betonblokken op klei boven de berm problematisch. Reeds in 2001 was er een discussie waarin het probleem werd behandeld.
De conclusie waterschap luidt dat blokken op klei boven maatgevend hoogwater voldoen mits de overgang naar gras boven het niveau van maatgevend hoogwater + 1/2Hs gekozen wordt. De overgang aan de bovenzijde vormt het zwakke punt van de constructie. Periodieke inspectie moet zorgdragen voor het waarborgen van een goede overgang zonder gaten. In voorkomende gevallen moeten oneffenheden verholpen worden, zo nodig door het aanbrengen van extra grond. Voor de overdracht van het werk voldoet een kwalitatieve beschouwing. Op termijn is echter een rekenkundige onderbouwing gewenst. Rijkswaterstaat dient er voor te zorgen dat een onderzoek in deze richting zal worden opgestart.
De overdracht vond plaats in 2007, nadat ook de ondertafels waren verbeterd en uit de rapportages bleek dat ook de blokken boven de berm konden worden overgedragen, maar waarbij werd opgemerkt dat regelmatig moet worden gecontroleerd of de bekleding er goed bijligt.
Tijdens het inschrijven voor dit werk werden drie alternatieven ingediend. Het laagste alternatief houdt in dat nieuwe betonzuilen vervangen worden door vrijkomende betonblokken uit het werk en uit depot. Reken technisch is dit geen acceptabel alternatief. Bij het tweede alternatief wordt de glooiing uitgevoerd in vrijkomende betonblokken, verwerkt tot grof puin en gepenetreerd met gietasfalt, afgestrooid met lavakies beneden N.A.P.+ 3.00 m en waterbouwasfalt beton, afgestrooid met grove steenslag boven N.A.P.+ 3.00 m. Aangezien met deze constructie alle procedures opnieuw moeten worden doorlopen is het niet mogelijk de uitvoering dit jaar tijdig af te ronden. Daarnaast wordt geweld aangedaan aan het uitgangspunt van herstel, zo mogelijk verbetering van natuurwaarden. Het derde alternatief houdt in dat een hoeveelheid vrijkomende basalt niet in de kreukelberm wordt verwerkt, maar aan de aannemer vervalt. In de kreukelberm vertegenwoordigt de basalt een zekere waarde aan breuksteen. Hiermee wordt het prijsverschil ten opzichte van de laagste reguliere inschrijving niet gerechtvaardigd. De alternatieven worden niet bij de uitvoering betrokken, waarvoor toestemming is gegeven.
Er vindt een inhoudelijke controle van het bestek plaats waarin wordt geconcludeerd dat de voorbereiding / aanbesteding op een juiste wijze is geschied. Dit contract wordt voldoende beheerst. Ten aanzien van de urenposten dienen echter in het vervolg de tijdstippen van waarnemen vermeld te worden.
Tijdens de uitvoering zijn geen problemen aan het licht gekomen. Evenals bij andere werken was het betrokkenen niet altijd duidelijk dat de laagdikte van de filterlaag een parameter was bij de in het ontwerp bepaalde toplaagdikte.
De aannemer maakt melding van een vrachtwagen, geladen met lege pallets, die met de kraan tegen de onderkant van de Totalsteiger gereden is. Hierbij zijn geen persoonlijke ongelukken gebeurd, wel is de steiger licht beschadigd. Aannemer heeft hiervan melding gemaakt aan de Total en aan de transporteur. De aannemer meld dat een werknemer is uitgegleden op de glooiing i.v.m. gladheid van aangroei, na behandeling door een arts kon deze zijn werkzaamheden weer hervatten.
Vanwege het slechte weer tijdens de uitvoering van het werk is verzocht om twee weken uitstel van de opleveringsdatum.
Het snel handelen om ook in 1998 enige dijkvakken aan te pakken bracht enige risico’s met zich mede die niet vooraf zijn gekwantificeerd. De randvoorwaarden waren nog niet in detail uitgewerkt. Dit kon tot gevolg hebben dat de in het ontwerp gedimensioneerde zuilhoogten onvoldoend konden zijn. De landschaps- en natuurrandvoorwaarden waren nog niet bepaald. De soort bekleding kon daarop niet worden gekozen. De dimensionering van gezette bekledingen was nog niet voldoende in grootschalige opstellingen getoetst. Dit kon tot gevolg hebben dat de in het ontwerp gedimensioneerde zuilhoogten onvoldoend konden zijn. De blokken op klei boven de berm waren niet goed te dimensioneren, dit leidde tot problemen bij het toetsen voor de overdracht.
Context VN set links: model =