HWBP Dijken op veen

HWBP Dijken op veen
Beschrijving
Overkoepelende context HWBP Hoogwaterbeschermingsprogramma
Context type Situation



Figuur 1: Opstelling van de veldproef bij Uitdam (foto: Cor Zwanenburg, Deltares)

Inleiding

Dijken op veen zijn dijken die gebouwd zijn op een relatief dikke veenlaag in de ondergrond. Een voorbeeld daarvan is de Markermeerdijk. Bij deze dijk is het traject Hoorn-Amsterdam afgekeurd op grond van de vigerende leidraden en kennis. Ingrijpende dijkverbetering zou hier nodig zijn door bijvoorbeeld lange stabiliteitsbermen toe te passen. Langs het traject zijn enkele historische dorpskernen gelegen waar een dergelijke zware dijkversterking lastig in te passen is.
Het project Dijken op Veen (2011-2016) had als doel de bijdrage van het veen aan de sterkte van een dijk beter te begrijpen, beschrijven en bepalen. Het vermoeden was namelijk dat dijken op veen sterker zijn dan de destijds gangbare rekenregels aangaven. In dat geval zou de benodigde dijkversterking minder ingrijpend hoeven te zijn.

Het project Dijken op Veen bestond uit twee delen. Deel 1 was een uitgebreid onderzoeksproject, bestaande uit veld- en laboratoriumproeven, metingen in het veld en rekenmodellen, bedoeld om de sterkte van een veenpakket onder een dijk vast te stellen (Zwanenburg et al. 2012). De sterkte van de Markermeerdijk kan hiermee opnieuw worden berekend en de eventueel benodigde dijkversterking kan zo licht mogelijk worden ontworpen (De Bruijn et al. 2014).

Onderzoeksopzet deel 1

Het onderzoek van deel 1 van dit project bestond uit vijf veldproeven die werden uitgevoerd in het achterland van de Markermeerdijk (figuur 1). In de veldproeven werden containers geplaatst op een veenpakket naast een gegraven sloot en vervolgens gevuld met water totdat het veen onder de druk bezweek (figuur 2).
In de laboratoriumproeven is met verschillende technieken de sterkte van het veen gemeten. De uitkomsten van de laboratoriumproeven zijn ingevoerd in verschillende rekenmodellen om vooraf het bezwijkmoment vast te stellen. Daarnaast zijn er veldsondemetingen uitgevoerd waarvan de resultaten vergeleken zijn met de veld- en laboratoriumproeven. Ten slotte is er geanalyseerd welk rekenmodel het beste overeenkomt met het gemeten bezwijkgedrag.

Figuur 2: Bezwijkproef met containers (foto Cor Zwanenburg, Deltares).

Conclusie

Uit de veld- en laboratoriumproeven blijkt dat de vigerende werkwijze een onderschatting geeft voor de sterkte van een veenlaag. Het veen is dus sterker dan altijd werd aangenomen. Daarnaast blijkt dat de Direct Simple Shear (DSS)-proef in het laboratorium het beste aansluit bij de gemeten sterkte in het veld en ook de rekenmodellen zijn verder aangescherpt (Zwanenburg et al. 2012).

De proeven en berekeningen hebben geleid tot de ontwikkeling van een verbeterde ontwerpmethode voor de Markermeerdijken (Zwanenburg 2014). De onderbouwing van de rekenmethode staat in De Bruijn et al. (2014).

De methode om de sterkte van het veen te berekenen geldt alleen voor de Markermeerdijken. De procedure die is gevolgd zou ook generiek kunnen worden toegepast, maar moet dan mogelijk in detail aangepast worden aan de lokale situatie. De gevolgde werkwijze kan wel elders worden toegepast.

Publicaties

Naast de eindrapporten van deel 1 en deel 2 (zie boven) hebben de veld- en laboratoriumproeven geleid tot een aantal artikelen in vakbladen en bij conferenties:





De View-Navigation (VN) pagina's.


De opbouw van deze context.

  • Subcontexten
  • Actor
  • Practices & Experiences
  • Elementen


  • Links tussen elementen
HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares