Interspecifieke interacties zijn de interacties van een soort met andere soorten. Hierij wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende typen interacties:
- Concurrentie of competitie: hierbij ondervinden beide soorten nadeel (-/-)
- Predatie: hierbij heeft de ene soort (predator) voordeel en de andere soort (prooi) nadeel (+/-). Begrazing valt hier ook onder.
- Symbiose: het samenleven van soorten met als verschillende vormen:
- Mutualisme: beide soorten profiteren van elkaar (+/+). Voorbeeld is de bestuiving van planten door insecten of de darmbacterieën in zoogdieren.
- Commensalisme: een soort profiteert, de andere heeft voordeel noch nadeel (+/0). Voorbeeld is een epiytische orchidee die op een tak van een boom groeit en daardoor meer licht heeft en minder concurrentie dan op de grond, terwijl de boom geen nadeel, maar ook geen voordeel heeft.
- Parasitisme: een soort heeft voordeel, de andere nadeel (+/-). Bijvoorbeeld allerlei ziekteveroorzakers.
Zie ook
- Energiehuishouding van steltlopers en de effecten van verandering in foerageer-oppervlak op populaties
- Vegetatie van de Grevelingen, kartering meetsoorten 2009-2011
- Kansenkaart Zeegras Waddenzee
- Het Volkerak-Zoommeer, zoet en helder
- Maatregelennota interim-visstandbeheer Volkerak-Zoommeer 1998 t/m 2000
- Selectie van doelvariabelen uit de groep Blauwwieren (Cyanoprokaryota)
- Herintroductie getij in de Grevelingen en effecten op natuur in intergetijdengebieden
- Verslag Expertsessie, Effecten van een doorlaat Brouwersdam op de natuur van de Voordelta
- Broedvogels Grevelingen 2013
- Zandwinning en suppleties in de Zuidwestelijke Delt, Ecologische vragen vanuit sedimentbeheer in relatie tot beheerdoelen van Rijkswaterstaat
