Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context
Model link = OB Fysieke barrières
Result = OB Oesterboorder VN
End Set VN link
Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces
Model link = OB Fysieke barrières
Result =
End Set VN link
Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes
Model link = OB Fysieke barrières
Result =
End Set VN link
Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of
Model link = OB Fysieke barrières
Result = OB Ontwikkeling van de oesterboorder in relatie tot de schelpdierteelt VN
End Set VN link
Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of
Model link = OB Fysieke barrières
Result =
End Set VN link
Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns
Model link = OB Fysieke barrières
Result =
End Set VN link
Met een experiment in de oesterputten van Yerseke is onderzocht of een rand van mosselzaad gebruikt kan worden om oesterboorders weg te houden van marktwaardige oesters. De gedachte hierachter is dat mosselzaad slik vormt dat mogelijk gemeden wordt door oesterboorders, die een voorkeur hebben voor hard substraat. Mosselzaad kan verder een fysieke barrière zijn als beschut onderkomen voor oesterboorders. Bovendien kan mosselzaad als alternatief voedsel dienen. Daarnaast gebruiken oesterboorders chemoreceptie om hun prooi te lokaliseren, dus mosselzaad zou een ‘chemische’ barrière kunnen vormen.
In het experiment werd een rand van mosselzaad met een breedte van 0.5, 1.0 of 1.5 meter gebruikt. Binnen in de barrièrerand werden dertig oesterboorders geplaatst. Buiten de mosselrand bevonden zich oesters. De helft de oesterboorders zijn meteen ingezet en de andere helft na 4 weken, zodat gedurende deze tijd de mosselen slik vormden. De resultaten van het experiment tonen aan de oesterboorders trager de mosselrand met slik passeren. Na 80 dagen was tussen de 35 en 75% van de oesterboorders een nieuwe mosselrand voorbij (figuur 2), terwijl bij een bestaande mosselrand maar tussen de 5 en 55% van de oesterboorders de rand had gepasseerd (figuur 3). Het verschil tussen de nieuwe- en bestaande mosselrand is echter niet significant. Tussen een mosselrand van 1.5 en van 0.5 meter is een significant verschil (p=0.03) waargenomen in de tijd die het kost voor oesterboorders de rand over te steken, zowel bij een nieuwe als een bestaande mosselrand (met slik). Hierbij passeren er bij de nieuwe mosselrand 40% van de oesterboorders de 1.5 meter na 80 dagen tegenover 75% bij 0.5 meter randbreedte. Bij een bestaande mosselrand komt maar 15% van de oesterboorders over de 1.5 meter t.o.v. 55% over de 0.5 meter randbreedte (Owens 2019).
De resultaten tonen dat oesterboorders vertraagd door een aangelegde mosselrand gaan, waarbij een mosselrand van 1.5 meter het meest effectief is. Ook tonen de resultaten uit het veldonderzoek dat mosselen een mogelijk alternatief voer kunnen zijn voor de oesterboorders. Wel lijkt er een voedselvoorkeur van de oesterboorder voor oesters te zijn, wanneer de chemoreceptie van de prooien exact gelijk is, zoals in de lab-experimenten gevonden is. Het is goed mogelijk dat schelpdikte in het opvetseizoen (voordat de oesterboorders in semi-winterslaap gaan) een rol gespeeld heeft in het veldonderzoek. Een mossel is door de dunnere schelp eerder doorboord en oesterboorders willen in deze periode zo veel mogelijk eten met zo min mogelijk energieverspilling in de periode dat hun metabolisme al naar beneden gaat. Op dit moment is het nu niet toegestaan mosselen op oesterpercelen te leggen. Wel kan er overwogen worden om deze toepassing serieus te bespreken met de daarvoor aangewezen instanties.