Ontwerpschetsen



Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context

Model link = Oesterdam VB: Ontwerpschetsen RWS voorkeur

Result = Oesterdam veiligheidsbuffer VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces

Model link = Oesterdam VB: Ontwerpschetsen RWS voorkeur

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes

Model link = Oesterdam VB: Ontwerpschetsen RWS voorkeur

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of

Model link = Oesterdam VB: Ontwerpschetsen RWS voorkeur

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of

Model link = Oesterdam VB: Ontwerpschetsen RWS voorkeur

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns

Model link = Oesterdam VB: Ontwerpschetsen RWS voorkeur

Result =

End Set VN link







Een viertal alternatieven

Uit de ontwerpsessies 1 en 2 zijn een viertal ontwerpen uitgewerkt tot een GIS-tekening, waarmee de benodigde hoeveelheid zand is bepaald. Het ontwerp 2a heeft de voorkeur boven alternatief 2.

Beste alternatief: de voorkeur

De vigerende 3 alternatieven (1, 2a en 3) zijn onderling vergeleken:

  • Veiligheid: 3 scoort beter dan 2a en 1, omdat een suppletie tegen de oever meer zekerheid biedt. 2a en 1 scoren gelijk.
  • Habitatbehoud korte termijn: Vanwege de complete bedekking bij aanleg scoort 3 slecht; 2a en 1 laten een groot deel van de oorspronkelijke plaat onaangetast.
  • Habitatbehoud lange termijn: 3 scoort op termijn na herbevolking van de bodemdieren het best vanwege de oppervlakte; alternatief 2a zal in de gepresenteerde vorm vrij snel de noordelijke kop verliezen uit de intergetijdezone.
  • Duurzaamheid: De inschatting is dat 3 gedurende lange tijd zal functioneren; bij 2a zal dat minder lang zijn, en met name de noordelijke suppletie van 1 zal (mogelijk) snel zijn verdwenen.
  • Leerdoel: Vanwege toegepaste suppleties uit het verleden kan gesteld worden dat 2a het meest innovatief is, waarvan het meest kan worden geleerd. Het ligt ook in de rede dat iets ‘zandmotor-achtigs’ zal worden toegepast bij het realiseren van maatregelen tegen de zandhonger op de platen.


Samenvattend kan worden gesteld dat volgorde van de voorkeuren als volgt is:

  • Eerste voorkeur: alternatief 2a (strandhaak)
  • Tweede: alternatief 3 (suppletie tegen de oever)
  • Derde: alternatief 1: combisuppletie hoog tegen de oever en aparte puist aan noordoostzijde.

Opmerking bij alternatief 2a: Gezien het risico op snel verlies van de noordoostkop de haak enkele honderden meters inkorten en dit zand terugleggen om meer hoogte en breedte te krijgen op het uiteinde.

Oesterdam suppletie alternatief 1

Oesterdam suppletie alternatief 1

Oesterdam suppletie alternatief 2

Oesterdam suppletie alternatief 2

Oesterdam suppletie alternatief 2a

Oesterdam suppletie alternatief 2a

Oesterdam suppletie alternatief 3

Oesterdam suppletie alternatief 3



HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares