PBZ onderzoek en innovatie Verplanten Zeegras Onderzoek naar oplossingen

PBZ onderzoek en innovatie Verplanten Zeegras Onderzoek naar oplossingen
PBZ Onderzoek en Innovatie PBZ onderzoek en innovatie
Innovatieprocesstap Onderzoek naar oplossingen

Activity IOR



Transplantatie zeegras

onder maatregelen voor Klein zeegras zou bij de dijkversterkingen circa 0,3 hectare verloren gegaan zijn. Daarom werd bij de dijkwerken mitigatie beoogd, Ingrepen mogen namelijk volgens EU-regelgeving geen significant effect hebben op deze zeegrasvelden. Uitgangspunt van projectbureau Zeeweringen was dat er geen verlies mocht optreden van zeegrasareaal. In overleg met de Radboud Universiteit Nijmegen, Rijkswaterstaat en de provincie Zeeland werd besloten dat de beste keuze was het verplaatsen van zeegras uit de werkstrook naar geschikte locaties elders in de Oosterschelde.

In Nederland bestaat ruime ervaring met het verplaatsen van zeegras, zij het vooral met Groot zeegras in de Waddenzee. Deze verplaatsingen waren altijd kleinschalig, vaak op scheutniveau. De enige grootschaligere verplaatsingen van zeegras hebben 8 en 13 jaar stand gehouden. Dit deed en doet vermoeden dat grootschalige verplaatsingen meer kans op succes hebben. (wetenschappelijk artikel: op aanvraag bij m.vankatwijk@science.ru.nl)

De Radboud Universiteit heeft in 2006 en 2007 samen met NIOZ en Rijkswaterstaat Zeeland een plan uitgewerkt voor het verplaatsen van zeegras uit de werkstroken van project Zeeweringen (dit plan stond aan de basis voor de verplaatsingen die zouden volgen):


Ganzenexclosures op zeegrastransplantaties

Vogelwerend rasterwerk

Rotganzen eten zeegras. In het najaar van 2010 waren er ondiepe kuilen in het zeegras gekomen. Onduidelijk was of en in welke mate begrazing door rotganzen plaatsvond op zeegrasaanplanten in de Oosterschelde en wat de gevolgen hiervan waren. De zeegras-onderzoeksgroep van de Radboud Universiteit Nijmegen en Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek besloten dit nader te onderzoeken door het uitsluiten van ganzen op aangeplant zeegras op de locatie Roelshoek van september 2011 tot half december 2011.

Het experiment was zo opgezet dat ganzen uit bepaalde plots gehouden werden (exclosures) en toch nog de mogelijkheid gegeven werd om in andere, naastgelegen plots te komen. Dit werd gedaan door 17 van de 33 plots te omheinen met een draad, zodat de ganzen er niet in konden lopen of landen. Deze methode wordt elders met succes toegepast. Om de aanwezigheid en het gedrag van vogels te volgen stonden naast de exclosure en controleplots drie camera’s die met korte intervallen foto’s maakten. Voor het onderhoud van de camera’s, het schoonhouden van de draden en het monitoren van de plots werd de locatie regelmatig bezocht. Tijdens het onderzoek werden er weinig destructieve sporen van ganzen waargenomen: er werden slechts 5 zogenaamde ‘ganzenkuilen’ aangetroffen gedurende de looptijd van het experiment. Terwijl op de foto’s gemaakt door de camera’s juist wel met regelmaat ganzen bij en in de getransplanteerde plots te zien zijn. Op de foto’s kon ook worden waargenomen dat de ganzen de waterlijn volgden en een voorkeur hadden om de transplantatielocatie te vermijden. Dit is vermoedelijk vanwege de onnatuurlijk uitziende paaltjes en draden. De conclusie van onze waarnemingen van het exclosure-experiment en de daaropvolgende monitoring van de zeegrasaanplanten in 2011 en 2012, is dat het uitsluiten van ganzen geen verschil maakt voor het aangeplante zeegras. Mogelijk werkte het vogelverschrikkereffect van de palen en draden dus toch verder buiten de plots dan we veronderstelden op basis van eerder onderzoek. Ook moet worden opgemerkt dat er slechts een heel lage begrazingsdruk was. Effecten van begrazing door rotganzen op zeegrasaanplanten konden dus helaas niet aangetoond worden.


IJsgang in de Oosterschelde

IJsgang Zeegras locatie

Begin februari 2012 was het gedurende een paar weken erg koud in Nederland. Als gevolg van overheersende oostenwind was het getij sterk verlaagd. Hierdoor werden de slikken weinig overstroomd en in combinatie met de strenge vorst resulteerde dit in bevriezing van zeewater en vormden zich dikke ijsschotsen. Door de aanhoudende vorst heeft het ijs zich gedurende deze periode opgehoopt in de Oosterschelde, voornamelijk in de (smalle) hoger gelegen baaien van de Oosterschelde, zoals bij Roelshoek waar een ijspakket werd aangetroffen tot honderden meters vanaf de dijk. Zeegras wordt in de Oosterschelde veelal aangetroffen op relatief hoge slikdelen en was in deze periode dan ook bedekt onder het ijspakket. Voor zover zichtbaar lijkt het zeegras zelf niet veel onder het ijs geleden te hebben, mede omdat het meeste blad al afgestorven en verdwenen is in de winter. ’s Winters zijn voornamelijk rhizoom en wortels over en deze zitten beschermd in het sediment. Wel zijn op alle zeegrasaanplantlocaties markeerpalen verdwenen door de ijsgang. Deze zijn in de zomer van 2012 vervangen om de plots opnieuw te markeren en terug te kunnen vinden voor verdere monitoring.





De links naar andere pagina's.

Produceert
Consumeeert
Onderdeel van PBZ onderzoek en innovatie Verplanten Zeegras
Instantie van
Betreft
HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares