Context VN set links: model = VI Haven
Set VN link, Property name = Supercontext, Property VN name = Supercontext
Model link = VI Haven
Result =
End Set VN link
Een overstroming in Reimerswaal heeft niet alleen lokaal gevolgen voor de vitale infrastructuur, maar ook een grote impact buiten de gemeentegrenzen. In deze casus brengen we in kaart wat de gevolgen en mogelijke handelingsperspectieven zijn voor de havens en industrie rond de Westerschelde. Deze casus bevat een korte beschrijving over de verschillende havengebieden met lokaal gesitueerde industrie, inzicht in direct en indirecte uitval op basis van de Tool Vitale Assets, een CIrcle diagram die inzicht geeft in cascade effecten en vervolgens mogelijke handelingsperspectieven om gevolgen te beperken. Een groot gedeelte van deze casus is gebaseerd op de workshop die op 26 september 2019 vanuit de HZ is georganiseerd bij Provincie Zeeland.
Beschrijving verschillende havengebieden en lokale industrie
Rond de Westerschelde liggen twee voorname zones voor havens en industrie: de Sloehaven in Vlissingen-Oost en de Kanaalzone Gent-Terneuzen. De bedrijvigheid in deze zones bestaat voor een aanzienlijk deel uit chemische industrie. Deze sector is onder meer in Zeeland gevestigd vanwege de goede transportmogelijkheden via de weginfrastructuur, buisleidingen en de nabijgelegen havens en de stabiele energievoorziening. Zeeland is door de aanwezigheid van bedrijven als DOW Benelux, Yara, Arkema en Zeeland Refinery één van de grootste chemische clusters in Noordwest-Europa (InvestinZeeland, 2018). Een deel van deze bedrijven werkt met ruwe grondstoffen en produceren brandstoffen of plastics, andere bedrijven maken kunstmest of produceren energie. Het havenbedrijf Zeeland Seaports is in 2018 gefuseerd met Havenbedrijf Gent tot North Sea Port en behoort daardoor tot de top drie van Europa (Leerdam, 2018). De havens in Zeeland scheppen werkgelegenheid voor 15.500 banen en zorgen indirect voor nog eens 16.800 banen (Wouw van der, 2017).
Chemische industrie
Om meer inzicht te geven in wat voor bedrijven er zijn gevestigd in de havengebieden is onderstaand de chemische industrie nader beschreven. De vier grootste bedrijven in deze sector zijn DOW Benelux, Yara, Arkema en Zeeland Refinery. Tezamen zijn de vier bedrijven goed voor ongeveer 4.300 arbeidsplaatsen. De beschreven bedrijven vallen onder het Besluit risico’s zware ongevallen (BRZO), dit betreft bedrijven die met veel gevaarlijke stoffen werken.
DOW Benelux bestaat uit 17 fabrieken in Terneuzen. Deze productielocatie betreft de op één na grootste productielocatie van het bedrijf en biedt werkgelegenheid voor 3200 werknemers. In het bedrijf worden verschillende chemicaliën en kunststoffen geproduceerd. De aanvoer van chemicaliën en kunststoffen gaat voor een deel via leidingen door Reimerswaal (DOW, 2019).
Yara ligt bij Sluiskil. Dit betreft een grote productielocatie voor stikstofhoudende kunstmest, industriële chemicaliën, en vloeibaar koolzuur voor frisdrank. Er werken 600 medewerkers (YARA, 2019).
Arkema is gelegen in Vlissingen-Oost en er werken 90 werknemers. Hoogwaardige chemicaliën op basis van tin-verbindingen worden geproduceerd voor de glasindustrie en voor kunststoffen. Daarnaast worden hulpstoffen geproduceerd die de levensduur van plastics vergroten (Gorsel, 2017).
Zeeland Refinery ligt in de Sloehaven nabij Vlissingen. Het bedrijf is goed voor ongeveer 400 banen. De raffinaderij maakt jaarlijks op basis van 9,5 miljoen liter ruwe olie LPG, benzine, kerosine, diesel en stookolie. Ook worden in kleinere hoeveelheden oplosmiddelen en grondstoffen voor het maken van kunststoffen, zoals nafta, basisoliën, bitumen en zwavel. Aardgas wordt gebruikt om waterstof te maken en om brandstof thermisch te kraken. Binnen het complex van Zeeland Refinery staan 3 waterstoffabrieken (Dijkema & Chappin, 2014). Ongeveer 95% van de producten van Zeeland Refinery gaat per schip, de rest gaat via pijpleiding en truck. De producten blijven voor 30% in Nederland, 40% gaat naar België en de rest naar de andere Europese landen in Europa (voornamelijk Duitsland) (zeelandrefinery, 2018).
De verbindingen tussen de verschillende sectoren zijn in een workshop in september 2017 in de CIrcle tool vastgelegd en deze is weergegeven in figuur 3 (CIrcle Workshop, 2017). Transport is opgesplitst in hoofdwegen, snelwegen, spoorwegen en vaarwegen. Alle sectoren hangen via één of meerdere verbindingen met elkaar samen. Als uitval van een sector leidt tot schade of uitval bij een andere sector wordt dit als cascade effect benoemd.
De havens zijn bijvoorbeeld via de genoemde waterwegen direct verbonden met telecom omdat dit voor navigatie over de waterwegen essentieel is. Industrie is verbonden met transport (spoor, snelweg, hoofdweg), proceswater en gas.
Toelichting tool en werkwijze sessie
In de workshop (Workshop, 2018) is gebruik gemaakt van de Tool Vitale Assets waarin vanuit verschillende breslocaties en belastingen, effecten op vitale sectoren inzichtelijk zijn te maken. Per sector zijn de onderdelen weer te geven, zoals straatkasten, wijkcentrales en zendmasten van de sector Telecom. Een overstromingsscenario kan leiden tot uitval, onzeker of blijven functioneren van een vitale-infrastructuurasset. Indirecte uitval is als cascade zichtbaar en hierdoor goed inzetbaar bij impactanalyses. De kennis zoals ontwikkeld met behulp van CIrcle biedt onderbouwing voor deze stap.
In de door de HZ gefaciliteerde workshop zijn de deelnemers in twee groepen aan de slag gegaan, verdeeld over een matig scenario en een ernstig scenario. Het matige scenario is een dijkdoorbraak aan de Oosterschelde genaamd St. Pieterspolder (figuur 4, links). Een kleine bedijkte polder loopt geheel vol en een water stroomt richting Kruiningen. Het ernstige scenario is een doorbraak aan de Westerschelde genaamd Oost Inkelenpolder (figuur 4, rechts).
Op basis van eerdere analyses is dit vastgesteld als het meest ingrijpende enkelvoudige scenario in Dijkring 31. De helft van Reimerswaal wordt direct getroffen bij dit scenario met grote waterdiepten van Kruiningen tot aan Yerseke.
In iedere groep is aan de hand van een tabel een impactanalyse gemaakt van de verstoring van de vitale infrastructuur. In tabel 1 staan verschillende assets uit de energie sector als gevolg van directe uitval weergegeven. Het totaal geeft aan dat een bres bij Oost Inkelenpolder tot het meeste uitval leidt.
Vervolgens zijn cascade effecten bepaald, waarbij de focus lag op impact voor de industrie en haven gerelateerde bedrijvigheid in Zeeland. Dit is uit te breiden naar andere getroffen systemen, zoals ecologie en leefbaarheid. Op basis van brainstorm en discussie zijn vervolgens mogelijke handelingsperspectieven ten aanzien van pro-actie, respons en herstel geïdentificeerd. Zowel voor de risico’s als maatregelen is bediscussieerd in welke mate men dit acceptabel vindt en welke criteria hiervoor relevant zijn.
Matig scenario: St. Pieterspolder
In het matige scenario blijken met name het spoor en de weginfrastructuur getroffen.
Als gevolg van transporthinder zullen de industrie en havens in Vlissingen-Oost problemen krijgen met leveringen en andere afhankelijkheden van transport zoals woon-werkverkeer van werknemers. Dit kan tot zes maanden duren. Bedrijven zijn gedurende deze periode mogelijk niet of slecht bereikbaar voor aanlevering en uitlevering van goederen en diensten, woon-werk verkeer is beperkt en vertraagd. Vanwege grote afhankelijkheid van de spoor en de A58 en gebrek aan alternatieven is er voor veel zaken een veel langere reistijd nodig.
Vanwege een beperkte afhankelijkheid van spoor en A58 ervaren de industrie en havens in de Kanaalzone Gent-Terneuzen relatief weinig nadelige effecten. Door redundantie in het wegensysteem zullen deze effecten hoofdzakelijk beperkt blijven tot vertragingen bij transport en woon-werkverkeer.
Een aanvullend inzicht uit de discussie is dat ook dit matige scenario veel capaciteit zal vergen van de Veiligheidsregio en diensten met betrekking tot Open Orde en Veiligheid (OOV).
Ernstig scenario: Oost Inkelenpolder
Bij het ernstige scenario blijkt veel van de vitale infrastructuur in Reimerswaal direct getroffen. Puntsgewijs is de impact van uitval van vitale infrastructuur aangegeven met oog op de havens en industrie in Zeeland:
De meeste sectoren worden geraakt door de overstroming, waarbij veel uitval met name lokaal binnen Reimerswaal plaats vindt. De economische impact van dit scenario overstijgt echter al snel het lokale niveau, met name vanwege de sector transport. De impact door uitval van wegen en spoor is veelal regionaal en ook nationaal. De verwachte hersteltijd voor wegen en spoor bedraagt bovendien meer dan zes maanden.
Als gevolg van transporthinder zullen de industrie en havens in Vlissingen-Oost ernstige problemen krijgen met zowel ontvangen en leveren. Woon-werk verkeer is voor langere tijd beperkt en vertraagd. Vanwege grote afhankelijkheid van de spoor en de A58 en gebrek aan alternatieven is er voor veel zaken een veel langere reistijd nodig. Een deel van de werknemers die wonen in het direct getroffen gebied zijn waarschijnlijk voor langere tijd geëvacueerd en elders onder gebracht.
Hoewel de industrie en havens in de Kanaalzone Gent-Terneuzen minder afhankelijkheid zijn van spoor en A58, zijn ook hier nadelige effecten te verwachten. Met name vanwege de langdurige uitval van de A58 zal de drukte op andere wegen toenemen, waardoor voor langere termijn vertragingen ontstaan.
In figuren 5 en 6 zijn gemiddelde dagelijkse vrachtverkeersstromen weergegeven die in Zeeland plaatsvinden. Figuur 5 geeft het vrachtverkeer in relatie met het Sloegebied weer, figuur 6 verbeeld het vrachtverkeer in relatie met de A58 richting Noord-Brabant.
Ook andere vitale sectoren, zoals Gezondheid en Openbare Orde en Veiligheid krijgen bij dit scenario te maken met ernstige problemen met betrekking tot de bereikbaarheid en inzet van personeel. Deze effecten werken door in de andere ketens, waardoor maatschappelijke ontwrichting dreigt en er ook nadelige lange termijn effecten voor de leefbaarheid in heel Zeeland zijn te verwachten.
In de workshop zijn met betrokken vitale-infrastructuurbeheerders en overheden maatregelen besproken. Onderstaand volgen puntsgewijs een aantal geïdentificeerde maatregelen en eventuele afwegingen. Eerst volgt een overzicht voor de handelingsperspectieven zoals in kaart gebracht bij de sessie voor het matige scenario. Dit wordt gevolgd door de handelingsperspectieven die zijn besproken ten aanzien van het ernstige scenario.
Matig scenario
Handelingsperspectieven tav impact transport:
Handelingsperspectieven tav impact weg:
Handelingsperspectieven tav impact op Openbare orde en Veiligheid:
Ernstig scenario
De deelnemers in deze sessie hebben vervolgens ieder dmv post-its aangegeven wat voor maatregelen er mogelijk zijn in de handelingsperspectieven pro-actie, respons en herstel om de geïdentificeerde impact te beperken. De maatregelen voor deze perspectieven uit de tabel zijn in de volgende punten geclusterd:
Proactie:
Respons:
Herstel:
Afwegingscriteria
In de workshop van september 2018 (Workshop, 2018) heeft ook een dialoog plaats gevonden over de acceptatie van uitval van vitale infrastructuur en mogelijke handelingsperspectieven. Acceptatie van uitval blijkt laag te zijn, vanwege het belang van vitale infrastructuur voor het functioneren van de samenleving. Een situatie waarin sprake is van een verstoring van ongeveer één week, zoals het matige scenario, kan door middel van noodmaatregelen de impact worden beperkt. De relatief korte tijdsperiode van herstel maakt deze periode voor veel van deze zaken wel overbrugbaar. Bij een langdurige verstoring wordt de economie in een grotere regio getroffen en ondervinden ook andere sectoren ernstige problemen. Het is dan de vraag of en in welke tijdsperiode de samenleving kan herstellen. De kans dat dit soort scenario’s daadwerkelijk plaats vinden is echter zeer klein. Fysieke pro-actie maatregelen om schade te kunnen voorkomen betreffen vaak lastige ingrepen. Vaak gaan hier grote investeringen mee gepaard, waardoor de kosten vaak niet opwegen tegen de baten op basis van een risico-inschatting.
Op basis van de aansluitende discussie zijn een aantal criteria geïdentificeerd die relevant zijn m.b.t. acceptatie van de risico’s en bijbehorende maatregelen.
De impact van overstroming in Reimerswaal op de industrie en havens in Vlissingen-Oost en de Kanaalzone is verschillend voor het gebruikte matige en ernstige scenario. In het matige scenario is transport voor korte duur uitgeschakeld, voor het ernstige scenario is dat voor lange duur. Daarnaast vallen lokaal geen andere sectoren uit in het matige scenario maar wel meerdere sectoren zoals energie, telecom, drinkwater, afvalwater, keren en beheren, zorg en OOV in het ernstige scenario. Mogelijke handelingsperspectieven zijn ondergebracht in pro-actie, respons en herstel fase. Naast voor de hand liggende maatregelen als dijkversterking, het ophogen of waterdicht installeren van vitale-assets zijn andere maatregelen uit de studie en workshops naar voren gekomen. Voorziening van noodmaterialen om een bres te dichten, verkeerstromen vooraf goed plannen zodat efficiënt in de respons en herstel fase kan worden gehandeld, zijn nieuwe inzichten.