VZM Het Volkerak-Zoommeer | |
---|---|
Beschrijving | Deze context bevat de ontwikkeling van het zoete watersysteem Volkerak-Zoommeer vanaf het ontstaan na de uitvoering van de Deltawerken. |
Overkoepelende context | ZWD De Zuidwestelijke Delta |
Context type | Situation |
Het Volkerak-Zoommeer is ontstaan door de uitvoering de deltawerken na de watersnoodramp in 1953. In tegenstelling tot de overige werken in het Deltagebied waren het geen veiligheidsoverwegingen die tot de afsluiting van het Krammer-Volkerak hebben geleid. Vooral milieuoverwegingen en afspraken ten aanzien van scheepvaart en landbouw speelden een belangrijke rol.
In 1969 werd het Krammer-Volkerak door de Volkerakdam gescheiden van het Hollands Diep. Door de aanleg van de Oesterdam (1986) en de Philipsdam (1987) werd het Krammer-Volkerak afgesloten van de Oosterschelde en ontstond het Volkerak-Zoommeer. Door de Markiezaatskade is het Markiezaatsmeer afgescheiden van het Zoommeer.
Het Volkerak-Zoommeer bestaat geografisch gezien uit twee meren met een kanaal ertussen, maar waterhuishoudkundig is het één geheel. Het totale watersysteem bestaat uit het voormalige Krammer-Volkerak (nu Volkerakmeer), het Zoommeer, de Eendracht en het Bathse Spuikanaal. Het oppervlak van het Volkerakmeer bedraagt 4.530 ha, exclusief de drooggevallen gronden die 1.775 ha beslaan. Het Zoommeer en de Eendracht bestrijken een oppervlakte van 1.580 ha. Het oppervlak drooggevallen gronden bedraagt hier ongeveer 220 ha. De morfologie van het Volkerakmeer heeft nog de kenmerken van een getijdesysteem. Het meer bestaat uit een geul die een maximale diepte heeft van 24 m en een relatief steil talud (Tosserams et al. 2000). Het totale wateroppervlak bedraagt 6.018 ha, het totale (buitendijkse) landoppervlak 2.282 ha. De gemiddelde waterdiepte bedraagt 5,2 m bij een peil rond NAP. De waterdiepte in het Zoommeer varieert sterk over het gehele gebied van enkele decimeters langs de drooggevallen, vlakke gronden tot ruim 20 meter plaatselijk in de diepe geulen. Dergelijke diepe putten komen voor achter de Krammersluizen (diepte ~ NAP –24 m) en achter de Bergsediepsluis (diepte ~ NAP –16 m).
Het meer wordt voornamelijk gevoed door de Dintel en, via de Volkerakinlaatsluizen, het Hollands Diep. Daarnaast bereikt een geringere hoeveelheid water het meer via de Steenbergse Vliet, het schutten van schepen door de Volkerakschutsluizen, lozingen van overtollig water uit de omliggende polders, neerslag en kwel. De afvoer vindt hoofdzakelijk plaats via de Bathse spuisluis en in beperkte mate via het schutten van schepen door de Krammersluizen. In geval van een hoogwatersituatie kan via laatstgenoemde sluizen extra water worden afgevoerd. Dit gaat gepaard met een (gedeeltelijke) stremming voor de scheepvaart. De inzet van de Bathse spuisluis en de Volkerakinlaatsluizen wordt geregeld vanuit het Hydrometeocentrum.
Tussen 15 maart en 15 september is het waterbeheer gericht op het beperken van de chlorideconcentratie tot maximaal 450 mg/l bij Bathse Brug. Om verzilting vanuit de Oosterschelde te voorkomen zijn de Krammersluizen en de Bergsediepsluis voorzien van zoet-zoutscheidingssystemen; het bestaande systeem van de Krammerduwvaartsluizen zal binnen enkele jaren vervangen worden door luchtbellenschermen gebaseerd op de vernieuwde bellenschermtechnologie gecombineerd met het spoelen van zoet water. Om te verhinderen dat zout water vanuit het Antwerps kanaalpand de Kreekraksluizen bereikt, wordt zoet (schut)water vanuit het naastgelegen bufferbekken in het kanaalpand gepompt. Dit gebeurt in grotere hoeveelheden dan waarin water als gevolg van het schutproces naar het Volkerak-Zoommeer weglekt. Met al deze voorzieningen kan veel zout water worden geweerd, maar niet alles en zeker niet de substantiële hoeveelheid zoute kwel. Om die reden wordt tussen 15 maart en 15 september het meer ‘doorgespoeld’ met water uit het Hollands Diep.
In 2017 hebben de Natura 2000-ontwerpaanwijzingsbesluiten Krammer-Volkerak en Zoommeer ter inzage gelegen. De definitieve aanwijzing volgt mogelijk in 2020. Het meer is opgedeeld in drie KRWwaterlichamen, te weten: het Volkerak, het Bathse Spuikanaal en de combinatie van het Zoommeer met de Eendracht. De drie waterlichamen zijn ingedeeld als type M20: ‘matig grote diepe gebufferde meren’. Verder zijn de eerste twee ingedeeld onder deelstroomgebied Schelde en het laatste onder deelstroomgebied Maas.
Sinds het midden van de jaren negentig veroorzaakt de slechte zoetwaterkwaliteit van het Volkerak-Zoommeer grote problemen. De jaarlijks optredende explosieve groei van blauwalgen maakt het water onbruikbaar voor de landbouw, ondrinkbaar voor vee, ongeschikt voor beregening en als zwemwater zelfs gevaarlijk. Dat komt vooral omdat gifstoffen vrijkomen als blauwalgen na de bloeiperiode afsterven, wat een risico voor de gezondheid vormt. Ook ontstaan er rottende, stinkende, groene drijflagen met grote overlast voor mens en dier als gevolg (Min. Infrastructuur en Milieu 2014).
De onderstaande documenten en rapporten zijn te beschouwen als kerndocumenten:
Onder de referenties ziet u een zogenaamde conceptmap die als navigatiemiddel fungeert om toegang te krijgen tot de informatie over deze context. De onderdelen van de conceptmap zijn aan te klikken waardoor de onderliggende informatie beschikbaar komt. Meer uitleg over het gebruik van de conceptmaps vindt u op de pagina Leeswijzer conceptmap.
De View-Navigation (VN) pagina's.
De opbouw van deze context.
Infographic Volkerak-Zoommeer |
VZM Peil- en zoutbeheer VZM |
VZM Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer |
Type | |
---|---|
VZM Het Volkerak-Zoommeer practice | Experience |
Type | |
---|---|
VZM Borgen waterveiligheid | Activity |
VZM Doelstelling waterbeheer | Goal |
VZM In stand houden natuur | Belief Activity |
VZM Klimaatrobuustheid | Outcome |
VZM Landbouw | Activity |
VZM Landschap | Outcome |
VZM Recreatie en wonen | Activity |
VZM Scheepvaart | Activity |
VZM Visserij | Activity |
VZM Waterbeheer van het zoete Volkerak-Zoommeer | Activity |
VZM Wet- en regelgeving | Belief |
VZM Zoetwatervoorziening | Activity |