Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context
Model link = Zeegras Epifyten en perifyton
Result = Zeegras Ecologie van zeegras VN
End Set VN link
Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces
Model link = Zeegras Epifyten en perifyton
Result =
End Set VN link
Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes
Model link = Zeegras Epifyten en perifyton
Result =
End Set VN link
Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of
Model link = Zeegras Epifyten en perifyton
Result = Zeegras Algemene ecologie van zeegrassen VN
End Set VN link
Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of
Model link = Zeegras Epifyten en perifyton
Result =
End Set VN link
Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns
Model link = Zeegras Epifyten en perifyton
Result =
End Set VN link
Zeegrassen bieden goede mogelijkheden voor begroeiing met epifyten die voor een deel specifieke wiersoorten zijn. De begroeiing is met name geconcentreerd op de oudere bladeren en de oudste bladtoppen (de oudste delen).
De epifytenbegroeiing kan een wezenlijk onderdeel uitmaken van de totale primaire productie van een zeegrasveld. Metingen in Denemarken toonden aan dat 8% van de totale primaire productie voor rekening van de epifyten kwam. Een andere auteur meldt een percentage van 18 (de Jong en de Jonge, 1989).
Naast een directe invloed op de groei van het zeegras is de nutriëntenconcentratie in het water ook belangrijk voor de mate van begroeiing met epifyten. In een gebied met hoge nutriëntenbelasting werd een begroeiing met epifyten gevonden die het honderdvoudige was van gebieden waar de belasting laag was. Kemp et al. (1983) hebben dit ook experimenteel aangetoond (zie figuur 2). Epifytenbegroeiing ten gevolge van de nutriëntenrijkdom wordt gezien als een van de mogelijke oorzaken voor een slechte groei en een geringe aanwezigheid van Zostera marina in het Veerse Meer (naast concurrentie om ruimte door macrowieren en de beperkte overlevingsruimte in de winter door het zomer-/winterpeilbeheer). In het minder eutrofe Grevelingenmeer en in de Oosterschelde ontbreken de epifyten op het zeegras. In Noordoost-Schotland, waar de eutrofiëring nog een probleem is van beperkte omvang is, blijkt Zostera marina in 1988 vrijwel uitsluitend begroeid te zijn met roodwieren. Enteromorpha sp en Ulva sp waren daar afwezig. In Australië leidde op diverse plaatsen een sterke eutrofiëring tot een sterke epifytenbegroeiing van het zeegras, gevolgd door een afname en soms zelfs verdwijnen van het aanwezige zeegras (de Jong en de Jonge, 1989).
Een sterke epifytenbegroeiing, die niet door grazers wordt verwijderd, kan leiden tot een verminderde groei van het zeegras. Een begroeiing van 4 g DW epifyt/g DW plant levert een groeireductie van de plant van 50 % op. Een dichte aangroei met epifyten kan de lichtuitdoving aan het oppervlak van het zeegrasblad doen oplopen tot 90% (Philipart, 1995). Een experimentele beschaduwing met netten resulteerde in een bladgroeivermindering van 30%, een drievoudig bladverlies en een totale biomassareductie van 80% bij Zostera noltii (Philipart, 1995). Toch levert beschaduwing door perifyton niet altijd een groeireductie op van de plant als geheel, wat wordt toegeschreven aan het feit dat de begroeiing vooral op de oudere bladeren zit, terwijl de productie vooral plaatsvindt in de nieuwe, nog onbegroeide bladeren.