Eutrofiëring



Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context

Model link = Zeegras Eutrofiëring

Result = Zeegras Ecologie van zeegras VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces

Model link = Zeegras Eutrofiëring

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes

Model link = Zeegras Eutrofiëring

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of

Model link = Zeegras Eutrofiëring

Result = Zeegras Menselijke activiteiten VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of

Model link = Zeegras Eutrofiëring

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns

Model link = Zeegras Eutrofiëring

Result =

End Set VN link













Eutrofiëring heeft enerzijds een direct effect op de groei van zeegras, omdat de voedingsstofgehaltes toenemen. Daar staat tegenover dat door eutrofiëring ook de groei van epifyten sterk toeneemt. In situaties dat deze epifyten niet of onvoldoende worden begraasd, kan dit leiden tot groeivermindering en plaatselijk zelfs verdwijnen van het zeegras als gevolg van beschaduwing van de bladeren in het voor de fotosynthese belangrijke lichtgebied (zie ook perifyton). Daarnaast leidt eutrofiëring er ook toe dat andere wieren (bijvoorbeeld Ulva sp. en Enteromorpha sp.) zich sterk uitbreiden en zo het zeegras beconcurreren op licht en ruimte. Deze groenwieren vormen vaak een soort dekens waardoor de zeegrassen helemaal afgesloten worden van zuurstof en licht. Indien een dergelijke deken gedurende een getijde de zeegrassen bedekt, zijn de planten er wel tegen bestand. Echter als deze matten gedurende langere tijd op eenzelfde plek blijven liggen, sterven de zeegrassen eronder af. Een onderzoek uit 1994 maakte melding van een zeegrasveld bestaande uit zowel groot als klein zeegras dat plotseling grotendeels verwoest was en het jaar daarop compleet verdwenen door de aanwezigheid van een dikke deken Enteromorpha radiata. Een dergelijke algenbloei kan ineens de kop op steken en wordt bevorderd door een samenloop van omstandigheden als extra nutriëntentoevoer, warme en droge zomer en rustig weer, dat wil zeggen zonder harde stormen die de eventuele algenmatten verplaatsen (Wijgergangs en de Jong, 1999).

Govers et al. (2014) toonden in een tweetal baaien in Curaçao en Bonaire aan dat de zeegraspopulaties een verhoogde P-concentratie in de bladeren hadden doordat ze waren blootgesteld aan lozingen van afvalwater. De zeegrasvelden dreigen daardoor te verdwijnen en daarmee ook de kraamkamerfunctie die ze vervullen.

Nutriënten: te veel of te weinig

Hoewel bemestingsproeven uitwijzen dat een N- en/of P-gift in sommige gevallen een positief effect heeft op de groei en biomassa van zeegras, lijkt het voor de Nederlandse situatie niet erg waarschijnlijk dat de groei van Zostera sp. door nutriënten beperkt wordt. Dit betekent dat een verhoogd nutriëntengehalte eerder de groei van epifyten, fytoplankton en/of macrowieren ten goede zal komen dan de zeegrasgroei. In situaties waar de aanwezigheid van natuurlijke begrazers om bepaalde redenen beperkt is, heeft dit als gevolg dat de groei van het zeegras negatief wordt beïnvloed. In de Oosterschelde en het Grevelingenmeer lijkt de eutrofiëring geen wezenlijke problemen op te leveren en in de Westerschelde is dit onduidelijk. In het Veerse meer lijkt de eutrofiëring wel problemen op te leveren voor het zeegras, wat blijkt uit zowel de ruimteconcurrentie met Ulva sp. als de sterke epifytenbegroeiing. Ook in de Waddenzee zou eutrofiëring een negatieve rol spelen, gezien de constatering dat het zeegras op Terschelling dicht met epifyten is begroeid en er een sterke toename lijkt te zijn in de hoeveelheden groenwieren (de Jong en de Jonge, 1989).

Het soms plotselinge instorten van een zeegrasgemeenschap dat wereldwijd plaats heeft gevonden wordt gekoppeld aan een snelle stijging van eutrofiëring, bijvoorbeeld door een toename van afvalwater waardoor een drempel wordt overschreden die de sterke afname van het zeegrasbestand in gang zet (Connell et al. 2017). Een sterke afname daarentegen van de eutrofiëring, met name de stikstofbelasting heeft geleid tot een succesvol herstel van de ondergedoken aquatische vegetatie in de Chesapeake Bay (USA) (Lefcheck et al. 2018). Desondanks leidt een afname van eutrofiëring niet altijd tot een herstel van een zeegraspopulatie. Van Katwijk et al. (2010) beschrijven het verdwijnen van een populatie groot zeegras in de westelijke Waddenzee in de jaren nadat de eutrofiëring van het water reeds minder was geworden.

Perifyton

Epifyten kunnen samen met bacteriën, anorganische (slib en klei) en organische deeltjes (dode algen, plantendelen, diertjes) een laag op de bladeren van de waterplanten vormen, het zogenaamde perifyton. Dit perifyton vangt niet alleen een deel van het licht voor de waterplanten weg, maar bemoeilijkt tevens de uitwisseling van opgeloste stoffen tussen planten en water. Hierdoor kan de plant minder snel groeien en zelfs afsterven. Het is waarschijnlijk dat het perifyton en plankton het grootste voordeel hebben van antropogene eutrofiëring in estuaria, en niet de zeegrassen. De consequenties van dergelijke ontwikkelingen is (net als in zoete wateren) een uiteindelijke reductie van lichtbeschikbaarheid voor de macrofyten wat uiteindelijk leidt tot een afsterven. Een andere mogelijkheid is dat er een explosieve fytoplanktonbloei optreedt wat eveneens een verslechtering van de lichtcondities tot gevolg heeft (Wijgergangs en de Jong, 1999).



Referenties


HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares