Kaderrichtlijn Water (KRW)



Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context

Model link = Zeegras Kaderrichtlijn Water (KRW)

Result = Zeegras Restauratie en conservering van zeegras VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces

Model link = Zeegras Kaderrichtlijn Water (KRW)

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes

Model link = Zeegras Kaderrichtlijn Water (KRW)

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of

Model link = Zeegras Kaderrichtlijn Water (KRW)

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of

Model link = Zeegras Kaderrichtlijn Water (KRW)

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns

Model link = Zeegras Kaderrichtlijn Water (KRW)

Result =

End Set VN link










De Europese Kaderrichtlijn Water beoogt onder meer de bescherming en verbetering van aquatische ecosystemen en duurzaam gebruik van water. Hiertoe wordt een kader geboden voor het vaststellen van doelen, het monitoren van de kwaliteit en het nemen van maatregelen. De KRW heeft tot doel het bereiken van een ‘goede toestand’ van alle wateren. Om een maat voor deze goede toestand te kunnen afleiden, dienen per type waterlichaam referentie-omstandigheden te worden bepaald. In dit kader zijn alle zoete en zoute Nederlandse wateren ingedeeld volgens de KRW-typologie (Elbersen et al. 2003).

De referenties (gelijkgesteld aan de Zeer Goede Ecologische Toestand; ZGET) voor natuurlijke wateren zijn vastgesteld (Van der Molen & Pot 2007). Voor de natuurlijke wateren zijn inmiddels maatlatten voor verschillende kwaliteitselementen opgesteld waarmee de toestand van een waterlichaam wordt bepaald. De te bereiken goede toestand is onderverdeeld in een goede chemische en een ‘goede ecologische toestand’ (GET). De goede ecologische toestand is weer onderverdeeld in een goede biologische toestand en eisen ten aanzien van hydromorfologie, algemene fysische chemie en geloosde prioritaire en overige verontreinigende stoffen. Het bepalen van de ‘referenties’ (Maximaal Ecologisch Potentieel; MEP) voor sterk veranderde en kunstmatige wateren is nog niet afgerond, maar inmiddels is wel een ‘default MEP/GEP’ ontwikkeld waarmee een eerste schatting van het in dergelijke wateren te bereiken ‘goed ecologisch potentieel’ (GEP) kan worden gemaakt (Pot 2005).

Zeegras in de Waddenzee

De KRW is het enige wettelijke kader waarin de doelstellingen met betrekking tot zeegras worden gekwantificeerd. Volgens de natuurlijke deelmaatlat zeegras (voor groot en klein zeegras samen) van de KRW voor het watertype K2, waaronder de Waddenzee (exclusief het Eems-Dollardestuarium) valt, ligt de ondergrens van de GET bij een areaal dat 9% van de oppervlakte van de Nederlandse Waddenzee (exclusief het Eems-Dollardestuarium) beslaat (Van der Molen & Pot 2007). Dit komt neer op een areaal van circa 21.000 ha zeegras. Omdat het actuele areaal zeegras in de afgelopen decennia sterk negatief is beïnvloed door ongunstige externe ontwikkelingen, heeft men een MEP/GEP afgeleid. Op de MEP/GEP-maatlat wordt de ondergrens van het goed ecologisch potentieel (GEP) al bereikt bij een areaal zeegras van 150 ha. Dit lijkt een reëler uitgangspunt dan het te bereiken areaal volgens de natuurlijke maatlat.



Referenties


HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares