Zeegras Meerjarige ontwikkeling zeegrasveld

Zeegras Meerjarige ontwikkeling zeegrasveld
Context Zeegras Experimenten met zeegrasherstel in de Waddenzee
Decompositie type IOR

Activity



Op een van de locaties lijkt zich een kleine, min of meer stabiele populatie gevestigd te hebben uit een zaadstengeldepositie (uitgevoerd in december 1998), een zaadexperiment (voorjaar 1999) en aanplantexperimenten in 2003 en 2004. Dit veldje herbergde jaarlijks tussen 26 en 800 planten met een maximaal areaal van ongeveer vijf hectare. In augustus 2005 werden 18 volgroeide planten waargenomen. Deze fluctuaties in populatieomvang lijken gecorreleerd te zijn met de aanwezigheid van macroalgen). Geringe macroalgenontwikkeling in 2002 ging namelijk gepaard met een laat afstervenvan het zeegras en een massale uitbreiding van het aantal planten in 2003, namelijk van 26 planten naar 800. In de daaropvolgende jaren 2003 en 2004 was er een sterke macroalgenontwikkeling, die gepaard ging met vroege najaarssterfte en een achteruitgang van het aantal planten dat opkwam in het daaropvolgende voorjaar. Ook de weersomstandigheden zouden een rol kunnen spelen bij de fluctuerende overleving van groot zeegras.

Op een vergelijkbare locatie is sprake van een slechte overleving gedurende de winter die niet verklaard kan worden met behulp van de onderzochte parameters. Een mogelijke verklaringen is dat de gemiddelde blootstelling aan waterdynamiek op deze locatie een negatief effect op de kieming en de ontwikkeling van de zaailingen heeft, waardoor het kiemingsucces laag uitviel. Een andere factor van betekenis is de periodiek lage en/of fluctuerende saliniteit (5-33 ‰) van het water op deze locatie. Deze fluctuaties kunnen door de nabijheid van de spuisluis in Den Oever veroorzaakt zijn. Tijdens spui zorgt oostelijke wind hier voor verlaagde zoutwaarden. Dit zou tevens verklaren dat de saliniteit op deze locatie structureel lager lag dan bij bovengenoemde locatie. Lage zoutgehaltes kunnen tot voortijdige kieming van het zaad in de wintermaanden leiden. De gekiemde zaailingen zijn vervolgens zeer kwetsbaar voor nachtvorst en fysische verstoring (ijsgang, maar ook waterbeweging) en groeien doorgaans niet uit tot planten. De grote fluctuaties in het zoutgehalte van het water kunnen ertoe leiden, dat de ondergrens van de zouttolerantie van groot zeegras regelmatig overschreden wordt. Dergelijke omstandigheden zijn kritiek voor de overleving in het algemeen als zo’n periode langer duurt.

Populatiedynamiek

Net als bij de transplantatielocaties zijn ook de natuurlijke zeegrasvelden in de Nederlandse Waddenzee zeer dynamisch. Het is daarom zinvol om ook de potentiële zeegraslocaties te beschermen die door bijvoorbeeld de zeegraskansenkaart worden beschreven. Omvang, ligging en dichtheid van de velden variëren sterk van jaar tot jaar. Het is zeer waarschijnlijk dat dit het gevolg is van verschillende strategieën die de planten gebruiken om op deze dynamiek te reageren. Zolang de velden klein zijn, blijven ze kwetsbaar, en een lokale extinctie (een normaal verschijnsel in een dynamische omgeving) kan dan al snel tot een totale extinctie leiden. Daarnaast zal de huidig eutrofiëringsstatus van de Waddenzee, nog steeds een aantal malen hoger dan in de jaren 30 van de vorige eeuw de risico’s voor het zeegras verhogen: door zowel de gestimuleerde macroalgenontwikkeling als door de directe negatieve effecten op het zeegras, zoals geremde groei door verhoogde nutriëntenbelasting.

Gezien de grote fluctuaties in overleving van transplantaties, hetgeen in natuurlijke velden overigens ook zichtbaar is, draagt het aanplanten van zeegras een risico met zich mee. Er bestaat namelijk een hoge afhankelijkheid van een reeks van gunstige, dan wel ongunstige, jaren. Gunstige jaren worden gekenmerkt door m.n. geringe macroalgenontwikkeling, niet te lage saliniteit in het voorjaar, niet te sterke najaarsstormen en geen ijsgang. Tijdens onze studie werden lokale, onverklaarbare extincties van gezonde planten tijdens het groeiseizoen regelmatig waargenomen en zolang de populaties klein zijn, kan zo’n lokale extinctie tevens de totale extinctie zijn. Dit, maar ook de betere zomerontwikkeling bij hogere aanplantdichtheid op de minder beschutte locaties, duidt erop dat een grotere aanplantschaal (via zaad, zaadstengels, zaailingen of stekjes) de risico’s vermindert en daarmee de kansen van groot zeegras zou verbeteren. Ook de betere overwintering (via zaad) van de zaadstengeldepositie uit 1998 ten opzichte van de transplantaties in 2002-2004, lijkt erop te wijzen dat met name een grootschalige zaadstengeldepositie meer kans op succes biedt.





De View-Navigation (VN) pagina's.


De links naar andere pagina's.

Produceert
Consumeeert
Onderdeel van Zeegras Aanplanten zeegras in de Waddenzee
Instantie van
Betreft


Afhankelijk van.

Afhankelijk van Zeegras Aanplantgrootte en -dichtheid
Opmerkingen


De pagina's die linken naar deze pagina.

HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares