Zeegras Ontwikkelen en uitvoeren zaaimethode

Zeegras Ontwikkelen en uitvoeren zaaimethode
Context Zeegras Experimenten met zeegrasherstel in de Waddenzee
Decompositie type IOR

Activity



Algemeen

Figuur 1: Zak van gaas met zeegrasscheuten, een haak en een drijver (Van Duren et al 2013)
.

De methode is gebaseerd op de ‘buoy-deployed seeding method’ (BUD-methode). In het kort komt deze methode neer op:

  • het verzamelen van zeegrasscheuten op een geschikte donorlocatie;
  • de zaaddragende scheuten plaatsen in een gazen zak met een maaswijdte groot genoeg om de zaden door te laten en voldoende klein om de scheuten achter te houden;
  • de zakken voorzien van een drijver en vastmaken aan een ankerconstructie op een geschikte zaailocatie (zie figuur 1).

Constructie van de BUD

Voordat de zakken werden geplaatst is er gedurende een zomer gekeken of de zakken niet zo veel sediment zouden verzamelen dat het drijfvermogen in gevaar zou komen. Dit bleek niet het geval te zijn. Uiteindelijk is het materiaal van de zakken geselecteerd op basis van de volgende uitgangspunten:

  • metingen aan het donormateriaal van het eiland Sylt toonde aan dat de zaden klein zijn in vergelijking zaden van dezelfde soort van andere plaatsen. De maximumgrootte bleek 0,8 cm te zijn;
  • metingen aan de scheuten om ervoor te zorgen dat de scheuten in de zakken blijven zitten.

Uiteindelijk zijn er in de beide jaren 180 zakken per locatie geplaatst, dat wil dus zeggen dat er ieder jaar 540 zakken zijn geplaatst op de drie zaailocaties. De zakken werden gevuld met 700 gram zeegrasscheuten direct nadat ze geoogst waren op de donorlocatie. De BUD’s werden met niet meer dan acht stuks in een plastic krat vervoerd om verdrukking te voorkomen. Het vervoer werd gedaan in een koelwagen en de zakken werden zo snel mogelijk na de oogst naar de zaailocatie vervoerd en daar aangebracht.

Verankering en plaatsing

Figuur 2: Verankering van de drijvers waaraan de BUD’s die zelf ook een drijver hebben, werden geplaatst. In werkelijkheid is de afstand tussen de drijvers veel groter. (Van Duren et al 2013)
.


Twee weken voor de plaatsing van de BUD’s zijn er op de zaailocaties drijvers aangebracht die met een vijf meter lange kabel aan de bodem zijn verankerd (Figuur 2). De BUD’s zijn vervolgens aan de drijvers vastgemaakt. Dat gebeurde met laag water lopend of vanuit een klein bootje met hoog water. De zakken hebben ongeveer vijf tot zes weken op de zaailocaties vastgezeten, totdat alle zaden uit de zakken verdwenen waren. Daarna zijn alle materialen weer verwijderd uit het veld.




De View-Navigation (VN) pagina's.


De links naar andere pagina's.

Produceert Zeegras Monitoringsmethode zeegras
Consumeeert
Onderdeel van Zeegras Inzaaien groot zeegras in de Waddenzee
Instantie van
Betreft


Connectie.

Connectie type seq
Connecteert naar Zeegras Monitoren effect van zaai-experimenten
Conditie
Opmerkingen


De pagina's die linken naar deze pagina.

HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares