Wettelijke kaders en richtlijnen



Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context

Model link = Zeegras Wettelijke kaders en richtlijnen

Result = Zeegras Restauratie en conservering van zeegras VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces

Model link = Zeegras Wettelijke kaders en richtlijnen

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes

Model link = Zeegras Wettelijke kaders en richtlijnen

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of

Model link = Zeegras Wettelijke kaders en richtlijnen

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of

Model link = Zeegras Wettelijke kaders en richtlijnen

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns

Model link = Zeegras Wettelijke kaders en richtlijnen

Result =

End Set VN link











De bescherming van zeegras is geregeld binnen wettelijke kaders op zowel interprovinciaal (Waddenprovincies), nationaal, trilateraal (Waddenzee-landen) als Europees niveau. In het algemeen wordt gestreefd naar vergroting van het zeegrasareaal, met name door het voorkomen van bodemverstoring, en een meer natuurlijke verspreiding en ontwikkeling van zeegrasvelden. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de wettelijke kaders. Dit overzicht is overgenomen uit Wanink en Van der Graaf (2008).

Interprovinciaal Beleidsplan Waddenzeegebied (IBW)

Het gereedkomen in 1993 van de herziene Nota Waddenzee vormde voor de Provinciale Staten van de drie waddenzeeprovincies, Groningen, Friesland en Noord-Holland de aanleiding om hun gezamenlijke beleid op provinciaal niveau te actualiseren in het Interprovinciaal Beleidsplan Waddenzeegebied (IWB) . Het IBW geeft aan hoe de drie provincies de gewenste toekomstige ontwikkeling van het gebied willen realiseren. Het vastgelegde beleid betreft:

  • Een duurzaam behoud van de ecologische waarden.
  • Een evenwichtige afstemming van de huidige en toekomstige gebruiksmogelijkheden, dus binnen het raam van dit duurzaam behoud.

Tegen deze achtergrond sluiten de provincies zich aan bij de hoofddoelstelling van de PKB Waddenzee en richten zij hun beleid op de duurzame bescherming en ontwikkeling van de Waddenzee, de Noordzee en de Eems-Dollard als natuurgebied. Binnen deze doelstelling zijn menselijke activiteiten met een economische en/of recreatieve betekenis mogelijk. De doelstelling houdt in dat het duurzame behoud en waar nodig het herstel van het ecosysteem voorop staat. Activiteiten met een economisch of recreatief karakter moeten hierin passen. Met betrekking tot het behoud en de ontwikkeling van het plangebied als waardevol natuurgebied richten de provincies hun beleid op:

  • Het terugdringen en weren van systeemvreemde invloeden, zodat het gebied zich duurzaam kan handhaven als een hoogwaardig ecosysteem;
  • De bescherming en ongestoorde ontwikkeling van de getijdenbewegingen en de daarmee gepaard gaande geomorfologische processen;
  • Het laten aansluiten van noodzakelijke (menselijke) ingrepen op het bioregime in het gebied;
  • Het in stand houden van soorten en leefgebieden die in (inter)nationaal verband zeldzaam zijn;
  • Het behouden en ontwikkelen van (de belevingswaarde van) het specifieke waddenlandschap.

Hoewel het beleidsplan in grote lijnen het nationale beleid volgt, zoals vastgelegd in de Tweede Nota Waddenzee (VROM 1994), geeft men onder andere voor het onderdeel Natuur en landschap toch op enige punten expliciet het interprovinciaal beleid weer. Met betrekking tot zeegras wordt echter alleen in bijlage 2 De huidige toestand van het ecosysteem van de Waddenzee de volgende paragraaf weergegeven: “Zeegras is eveneens een karakteristiek onderdeel van het Waddenoecosysteem. Na een grote epidemie in 1930 heeft het groot zeegras zich niet meer hersteld. Klein zeegras is nog wel in de Nederlandse Waddenzee aanwezig maar het areaal daarvan is de laatste jaren steeds kleiner geworden ten gevolge van een aantal (mogelijke) oorzaken zoals de visserij en een toename van de troebelheid van het zeewater. Momenteel wordt geëxperimenteerd met de herintroductie van zeegras.”

Geconcludeerd wordt dat zeegras in het IBW geen speciale aandacht krijgt, maar dat aangenomen mag worden dat het nationale beleid inzake het beheer van zeegras ook op provinciaal niveau wordt doorgevoerd.

Planologische Kernbeslissing Derde Nota Waddenzee (PKB)

De aanwezigheid van natuurlijke zeegrasvelden maakte al deel uit van het in de Tweede Nota Waddenzee (VROM 1994) verwoorde streefbeeld. In het in 2007 gereedgekomen Deel 4 van de planologische kernbeslissing Derde Nota Waddenzee (VROM 2007) wordt zeegras erg weinig genoemd, maar wordt wel een duidelijk streefbeeld en beleid geschetst. Bij de beleidsuitgangspunten wordt in het hoofdstuk 'Ontwikkelingsperspectief voor de Waddenzee' gezegd:

“De verstoring van de bodem is zodanig beperkt dat ongestoorde natuurlijke mosselbanken en zeegrasvelden voorkomen. Het areaal aan mosselbanken met een natuurlijke dichtheid en het areaal aan zeegrasvelden is vergroot.”

Vervolgens wordt bij de beleidskeuzen onder 'Sluiting van gebieden voor vormen van visserij' vermeld:

“Een oppervlakte ter grootte van 26% van het litoraal in de Waddenzee is permanent gesloten voor bodemberoerende visserij (mosselzaadvisserij, kokkelvisserij, visserij met bodemvistuigen met wekkerkettingen) In de voor bodemberoerende visserij gesloten gebieden is de garnalenvisserij niet toegestaan op de wadplaten (het litoraal). De visserij met overige sleepnetten, al dan niet voorzien van wekkerkettingen, is op de wadplaten (het litoraal) in het gehele pkb-gebied niet toegestaan. Zeegrasvelden en een omliggende straal van ten minste 40 meter mogen niet worden bevist.”

Hoewel geen kwantificering wordt gegeven, wordt duidelijk aangegeven dat gestreefd wordt naar vergroting van het zeegrasareaal. Hierbij lijkt het voorkomen van bodemverstoring de kern van het beleid te vormen.

Trilaterale Waddenzee Plan (TWP)

Naast de eigen nationale bescherming van het Waddenzeegebied door de aan de Waddenzee grenzende landen, Nederland, Duitsland en Denemarken is er ook een internationale samenwerking ter bescherming van het gezamenlijke gebied ontstaan. In 1978 werd in Den Haag voor het eerst een Trilaterale Regeringsconferentie gehouden. De Trilaterale Waddenzee Samenwerking is hierna het algemene kader geworden voor bescherming van de Waddenzee als een gezamenlijk ecosysteem. In de in 1982 ondertekende Gemeenschappelijke Verklaring betreffende de Bescherming van de Waddenzee spreken de drie landen de intentie uit om tot een samenhangende bescherming te komen van de Waddenzeeregio als geheel met inbegrip van zijn flora en fauna. Het gaat daarbij om de uitvoering van de Conventie van Ramsar (Wetlands Conventie), Conventie van Bonn, Conventie van Bern, EU Vogelrichtlijn en andere van toepassing zijnde richtlijnen. Hiertoe zullen de drie landen de contacten tussen de verantwoordelijke bestuursorganen intensiveren en verbreden, onder andere door regelmatig Ministersconferenties te houden. In 1987 is een Gemeenschappelijk Waddenzee Secretariaat (CWSS) ingesteld om de samenwerking te vergemakkelijken en te ondersteunen.

De regelingen die uit de Waddenzeeconferenties voortkwamen, zijn op de Conferentie van Stade in 1997 vastgelegd in het Trilaterale Waddenzee Plan. Het TWP behandelt beleid, maatregelen, projecten en activiteiten waarover de drie landen het eens zijn. Het is een raamwerk voor het algemene beheer van de Waddenzee dat op gezette tijden wordt herzien. In het TWP wordt uiteengezet hoe de landen het toekomstige gecoördineerde en geïntegreerde beheer van de Waddenzee zien, alsmede de projecten en activiteiten die moeten worden uitgevoerd om de gezamenlijk overeengekomen doelen te bereiken. Zie ook de versie van 2010. De terugkeer van zeegrasvelden in de Waddenzee vormt in het trilaterale beleid een belangrijk item: het is een van de ‘ecotargets’ van het TWP. Als doel wordt vermeld: “een toename van het areaal van, en een meer natuurlijke verspreiding en ontwikkeling van Zostera velden”.

De monitoring in verband met de doelen van het TWP is vastgelegd in een gemeenschappelijk monitoringsprogramma voor de gehele Waddenzee, het Trilateral Monitoring and Assessment Program (TMAP). Voor zeegras houdt het monitoringsprogramma in dat eenmaal per jaar (in augustus/september) alle getijdenplaten in de Waddenzee worden onderzocht, waarbij de locatie, de oppervlakte en zo mogelijk de bedekking van de velden wordt vastgelegd. Vanwege het verspreide voorkomen over de Waddenzee mogen sommige gedeelten vanuit de lucht worden opgenomen, maar per land worden gebieden vastgesteld waar kartering op het wad plaatsvindt. In Nederland vindt de uitvoering hiervan plaats binnen het MWTL-programma van Rijkswaterstaat.




HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares