Oesterdam VB: afstemming met stakeholders Tholen 2: verschil tussen versies

Er zijn twee ontwerpateliers gehouden met experts en gebiedspartijen. Op basis van bovenstaande activiteiten zijn er drie ontwerpen ontwikkeld:

• Variant 1 Strandhaak. Hierbij wordt zand in de vorm van een strandhaak aan de Oesterdam gesuppleerd. De haak ligt aan de rand van de bestaande plaat;
• Variant 2 Gehele plaat. De hele plaat wordt vanaf de dijk aflopend gesuppleerd;
• Variant 3 Zand tegen de Dijk. De gehele plaat wordt gesuppleerd maar tegen de dijk wordt meer gesuppleerd.

In alle drie varianten worden kunstmatige riffen aan de noordzijde van de zandplaat aangebracht. Deze houden zand tegen en zijn bevorderlijk voor de productie van oesterzaad. Variant 1 heeft de voorkeur van het projectteam.

Voor meer informatie zie: ontwerpsessie 2

Er is een onderzoek uitgevoerd naar mogelijke zandwinlocaties. Hierbij zijn de volgende randvoorwaarden gebruikt:

• Het zand moet eenzelfde samenstelling hebben als op de slikken, fijn/middelfijn zand;
• Geen winning binnen 1 km van mosselproductie/opslag; gerekend in de stroomrichting;
• Voorkomen van een slib-wolk bij opzuiging. Daarvoor mag er geen slib of sliblaag aanwezig zijn (uniform zand);
• De locaties moeten later eventueel ook bruikbaar zijn voor zandwinning t.b.v. bestrijding van de zandhonger op andere locaties.

Op basis van het onderzoek is men tot twee locaties gekomen: Wemeldinge (continue winning) en Lodijksche gat (winning alleen bij terugtrekkend tij). Op beide locaties wordt alleen in het uiterste westelijke deel zand gewonnen om het risico op schade voor de schelpdiersector zo veel mogelijk te voorkomen. Daarnaast worden bij de winlocaties slib-meetpalen geplaatst om de hoeveelheid slib te kunnen monitoren en indien nodig in te kunnen grijpen. Beide locaties voldoen aan de randvoorwaarden en kenmerken zich door:

• Voldoende zand aanwezig;
• Uniform pakket aan zand;
• Winbaar;
• Minimale risico vertroebeling voor andere sectoren.

Vraag: Verandert de stroomrichting van het water door de suppletie? Is er een mogelijkheid voor simulatie in het waterkundig laboratorium? Antwoord: Hier is naar gekeken en de verwachting is als volgt:

• Effecten van de suppletie op de waterstromen zijn miniem;
• Geen effect op de waterstanden;
• Kleine verandering van stroomsnelheid, slechts enkele procenten bij suppletie-locatie;
• De gevolgen terplekke bij de winlocatie zullen miniem zijn.

Opmerking en verzoek Cees van Liere: de Nederlandse Oestervereniging vindt dat de hoeveelheid in het project opgenomen innovatieve oestertechnieken wat beperkt zijn maar geeft complimenten over de procesaanpak. Verder adviseert hij de algehele coördinatie van het project Oesterdam bij RWS te houden en de proeftuin Oestersector ook aan dit project te verbinden;

Voorstel Nationaal Park Oosterschelde: verken de mogelijkheden om een schadecommissie in te stellen die de potentiële schade voor verschillende partijen objectief beoordeelt;

• Er is een algemeen pleidooi voor het zorgvuldig uitvoeren van de monitoring;
• Er is twijfel over de effectiviteit van de werking van de Oesterriffen aan de noordzijde omdat deze met zand bedekt zullen worden. Reactie Eric van Zanten (RWS): Bij Vianen liggen nu twee jaar oesterrifjes. Deze houden daar het zand tegen. De verwachting is dat dit bij de Oesterdam ook zo kan functioneren.

Hoe staat het met de winderosie bij oostenwind (door ligging gebied)? Anders is het wellicht een idee om vlechtdammetjes in juiste positie aan te leggen? Hoe staat het met het inlaten van zoet water door de Oesterdam? Reactie Leo Adriaanse (RWS): Green Deal loopt, maar het is een verkenning en uitwerking van de mogelijkheden. Beide projecten kunnen qua uitvoering gewoonweg niet geïntegreerd worden. Dat komt beide projecten niet ten goede. Wel moet er afstemming blijven plaatsvinden.

(brondocument: greendeal toevoegen?)

Oesterdam VB: afstemming met stakeholders Tholen 2 VN

Dit element heeft geen subelementen.