Regel 1: | Regel 1: | ||
{{Context VN |
{{Context VN |
||
− | |Model link=Moggershil |
+ | |Model link=Moggershil |
}} |
}} |
||
{{Context VN set links}} |
{{Context VN set links}} |
Context VN set links: model = Moggershil
Set VN link, Property name = Supercontext, Property VN name = Supercontext
Model link = Moggershil
Result = Dijkvakken Zeeland VN
End Set VN link
Context VN set links: model =
Dijktraject Moggershil bestaat uit de dijken van de Anna Vosdijkpolder en de Moggershilpolder. Het ligt aan de noordkant van het eiland Tholen, ten westen van Sint-Annaland, tussen dijkpaal 803 en dijkpaal 836. De lengte van het traject is 3,3 kilometer. Het dijktraject is particulier bezit. Waterschap Scheldestromen tekent voor het beheer ervan.
Het overlagen van oude bekleding met nieuwe betonzuilen biedt veel voordelen. Het is duurzaam en het bespaart tijd en geld; het is niet nodig om de oude bekleding te verwijderen en af te voeren. En het verbeteren van de ondergrond is overbodig.
Context VN set links: model = Moggershil
Set VN link, Property name = Supercontext, Property VN name = Supercontext
Model link = Moggershil
Result = Dijkvakken Zeeland VN
End Set VN link
Dijktraject Moggershil bestaat uit de dijken van de Anna Vosdijkpolder en de Moggershilpolder. Het ligt aan de noordkant van het eiland Tholen, ten westen van Sint-Annaland, tussen dijkpaal 803 en dijkpaal 836. De lengte van het traject is 3,3 kilometer. Het dijktraject is particulier bezit. Waterschap Scheldestromen tekent voor het beheer ervan.
Het overlagen van oude bekleding met nieuwe betonzuilen biedt veel voordelen. Het is duurzaam en het bespaart tijd en geld; het is niet nodig om de oude bekleding te verwijderen en af te voeren. En het verbeteren van de ondergrond is overbodig.
Lesson learned: Nieuwe betonzuil op oude bekleding
Nieuwe betonzuilen op de oude steenbekleding
Bij Moggershil werden voor het eerst op grote schaal nieuwe betonzuilen direct over de oude dijkbekleding aangebracht. Het overlagen van oude bekleding met nieuwe betonzuilen biedt veel voordelen:
Lesson learned: Matrixborden werkverkeer
Klachten over snelheidsovertredingen opgelost
Naar aanleiding van klachten over de snelheid van het werkverkeer, plaatste het projectbureau matrixborden langs de transportroute. Die maakten chauffeurs attent op hun snelheid. Bovendien konden omwonenden en medeweggebruikers zo zien of het werkverkeer echt te reed (vaak is er de ervaring dat er te hard gereden wordt, terwijl dat niet zo is). Het projectbureau liet hiermee ook zien dat het omwonenden en hun klachten serieus nam. De matrixborden hadden een positief effect: de klachten over snelheidsovertredingen stopten.
Lesson learned: Werkzaamheden combineren
Onderhoud Grote Nol gelijktijdig met dijkversterking
Zeeweringen werkte vaak samen met andere partijen (gemeenten, provincie, Rijkswaterstaat, waterschap Scheldestromen, lokale ondernemers) om de dijkversterking efficiënt uit te voeren, kosten te besparen en overlast te beperken. Zo voerde het projectbureau regelmatig op verzoek van het waterschap onderhoudswerkzaamheden uit tijdens een dijkversterking.
Het dijktraject is particulier eigendom en kent twee eigenaren. Voordat de dijk is versterkt, was het onderhoudspad op de buitenberm niet geschikt als fietspad. In opdracht van waterschap Scheldestromen heeft projectbureau Zeeweringen het onderhoudspad tijdens de werkzaamheden geasfalteerd. Daarna is het opengesteld voor fietsers. Dit is afgestemd met de eigenaren van het dijktraject. Aan de transportroute stond een leegstaand pand in de verkoop. Het projectbureau heeft met de desbetreffende makelaar contact gezocht, zodat hij potentiële kopers goed kon informeren over de werkzaamheden.
In het werkgebied lag een pierenspitlocatie voor sportvissers. Met de sportvissers heeft projectbureau Zeeweringen afgesproken dat pierenspitters met vergunning tijdens de werkzaamheden daar toch terecht konden. Speciaal voor hen waren oversteekplaatsen in het werkgebied gemaakt en extra parkeerplaatsen in de buurt van het werkgebied. De pierenspitters moesten zich melden bij de aannemer en bij de keet een werkhesje halen. Zo konden ze veilig over het werkterrein lopen.
Het openstellen van het onderhoudspad op de dijk voor fietsers ging ten koste van een hoogwatervluchtplaats voor vogels in het dijktraject. Om dat te compenseren heeft projectbureau Zeeweringen in overleg met de eigenaar van het oostelijk deel van het dijktraject de Grote Nol ingericht als hoogwatervluchtplaats. Op verzoek van de eigenaar is de Grote Nol door middel van twee dammen optisch afgesloten voor recreanten; zelf kan hij er wel op.
Door het projectbureau is een planbeschrijving opgesteld. Op basis hiervan wordt door het waterschap vastgesteld dat een milieueffectrapport niet behoeft te worden opgesteld.
Een Verzoek tot goedkeuring in het kader van de Waterwet wordt aan de provincie verzonden. De provincie verleent deze evenals de Vergunning ex artikel 19d van de natuurbeschermingswet.
Verder wordt in het kader van een mogelijk benodigde vergunning in het kader van de Flora- en faunawet een Soortenbeschermingstoets opgesteld. In deze soortentoets is geconstateerd dat bij uitvoering van de aangegeven mitigerende maatregelen geen ontheffing behoeft te worden aangevraagd in het kader van de Flora- en faunawet.
Na afloop van het werk heeft een ecologische eindcheck plaatsgevonden. Er zijn geen nalatigheden geconstateerd.
Een expertisebureau heeft alle woningen in de directe omgeving van de transportroute en het werkgebied geïnventariseerd. Aan de hand van daarvoor geldende criteria heeft het bureau vervolgens vastgesteld van welke panden een vooropname wenselijk was. Bij deze panden heeft het expertisebureau daarna buiten en/of binnen vooropnamen uitgevoerd.
Doordat bij Moggershil de oude dijkbekleding is overlaagd met nieuwe betonzuilen, hoefde de aannemer de oude dijkbekleding niet te verwijderen en af te voeren. Ook was er geen aan- en afvoer van materiaal nodig voor het uitvoeren van grondverbetering. Dat vertaalde zich in minder transportbewegingen dan bij voorgaande dijktrajecten en dus minder verkeershinder voor de omgeving.
Langs de transportroute stond een stal met springpaarden. Zeeweringen heeft met de eigenaar daarvan afspraken gemaakt, zodat de paarden zo min mogelijk last hadden van het werkverkeer. En de chauffeurs hebben bij het passeren van de stal hiermee rekening gehouden door bijvoorbeeld rustig te rijden en niet te claxonneren.
In het omgevingsplan zijn alle stakeholders met bijbehorende communicatiemiddelen en deadlines opgenomen. Het projectbureau heeft voor dit dijktraject verschillende communicatiemiddelen ingezet, zoals huis-aan-huiskranten, informatieborden, social media, brieven en persoonlijke gesprekken.
De bekleding van het dijktraject was voor de dijkversterking onderverdeeld in drie deelgebieden:
Deelgebied 1: tussen dijkpaal 803 en dijkpaal 818 + 80 meter
In deze zone bestond de boventafel uit petit granit. Daaronder zat een strook basalt. Ter hoogte van NAP+2,5 meter stond een met beton gepenetreerde palenrij. Direct boven de teenconstructie van zone 1, was een smalle strook natuursteen aanwezig. Die bestond uit Vilvoordse steen en petit granit. In een klein deel van deze zone ontbrak de smalle strook natuursteen en sloot de basalt direct op de kreukelberm aan.
Deelgebied 2: tussen dijkpaal 818+80 meter en dijkpaal 820+70 meter
Deze zone was bekleed met Haringmanblokken. Deze blokken lagen op een filterlaag van grind met daaronder een ondergrond van mijnsteen.
Deelgebied 3: tussen dijkpaal 820+70 meter en dijkpaal 836
De boventafel van zone 3 was bekleed met basaltzuilen. De bekleding van de ondertafel bestond uit Vilvoordse steen. Het onderhoudspad op de buitenberm was onverhard en daardoor niet geschikt voor fietsers.
Waterschap Scheldestromen heeft het dijktraject getoetst aan de veiligheidsnorm, zoals die is voorgeschreven in de Waterwet. Op basis daarvan heeft het waterschap grote delen van de dijkbekleding afgekeurd. Alleen de basaltbekleding tussen dijkpaal 820+70 meter en dijkpaal 836 voldeed wel aan de norm. De kreukelberm was gedeeltelijk goed, maar ook daar zijn gedeelten afgekeurd.
Het voorontwerp, de variantenafweging en het definitieve ontwerp van het dijktraject zijn uitgebreid omschreven in de ontwerpnota. Samengevat komt het erop neer dat het dijkvak is onderverdeeld in twee deelgebieden. Bij het oostelijk deelgebied (tussen dijkpaal 803 en 820 + 70 meter) heeft projectbureau Zeeweringen ervoor gekozen de oude dijkbekleding van de boventafel te overlagen met nieuwe betonzuilen. De ondertafel is overlaagd met gepenetreerd breuksteen. De basaltbekleding op de boventafel van het westelijk deelgebied (tussen dijkpaal 820 + 70 meter en dijkpaal 836) was goed getoetst en is daarom blijven zitten. Boven de bestaande basaltbekleding is een strook nieuw basalt aangebracht, zodat de boventafel goed aansluit op het onderhoudspad aan de buitenkant van de dijk. De ondertafel is daar overlaagd met breuksteen ingegoten met gietasfalt. Bijna de hele dijk heeft een nieuwe kreukelberm gekregen met een breedte van vijf meter. Op de buitenberm is het onderhoudspad geasfalteerd en ingericht als fietspad. Op de kop van de ‘Grote Nol’ zijn uit het werk vrijkomende stenen gestort. Daardoor ligt de kop van de nol nu hoger en is hij geschikt als hoogwatervluchtplaats voor vogels. Aan het begin van de nol zijn twee kleine dammen geplaatst, zodat de nol vanaf het fietspad op de dijk onbereikbaar lijkt.
Nieuw over oud
Dijktraject Moggershil is bijzonder, omdat hier voor het eerst op grote schaal nieuwe betonzuilen over de oude dijkbekleding zijn aangebracht. Bij dijktraject Polder Schouwen, uitgevoerd in 2011, heeft projectbureau Zeeweringen hiermee op kleine schaal succesvol proeven uitgevoerd. Daarnaast is in de Deltagoot vastgesteld dat het overlagen van oude met nieuwe bekleding in de Westerschelde niet mogelijk is, vanwege te hoge golfbelasting. In de Oosterschelde kan dit wel. Het overlagen van oude bekleding met nieuwe betonzuilen biedt veel voordelen. Het is duurzaam en het bespaart tijd en geld. Het is immers niet nodig om de oude bekleding te verwijderen en af te voeren. En het verbeteren van de ondergrond, een waterremmende kleilaag van zo’n tachtig centimeter, is overbodig.
Veel basaltzetwerk
Hoewel het basalt op het westelijke deel van de dijk goed getoetst was, kende het traject veel basaltzetwerk. Deels omdat de bestaande bekleding niet hoog genoeg was en daarom opgetrokken moest worden tot aan het onderhoudspad. Deels omdat het bestaande, goed getoetste basalt op veel plaatsen beschadigd was. Basalt zetten is ambachtelijk werk en gebeurt handmatig. In Nederland zijn relatief weinig steenzetters en op dit traject waren er veel aan het werk.
Gelijktijdig met het versterken van de dijk heeft projectbureau Zeeweringen op verzoek van waterschap Scheldestromen onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd aan de ‘Grote Nol’. Basaltzuilen die over waren uit andere dijkversterkingstrajecten zijn hierbij hergebruikt als overlaging aan de oost- en westkant van de nol.
Na afloop van het werk is een toetsing uitgevoerd en is het dijkvak overgedragen aan het waterschap.
In de uitvoering heeft de nieuwe methode van het overlagen van oude bekleding met nieuwe betonzuilen een belangrijke rol gespeeld. Het ontwerp van de dijk zag er anders uit en dat leidde tot een lagere aanneemsom dan bij voorgaande dijkversterkingstrajecten.
In het contract voor de versterking van dijktraject Moggershil waren extra eisen opgenomen voor het herzetten van basaltzuilen. In het verleden gebeurde het dat aannemers vrijkomende basaltzuilen uit een dijktraject wilden hergebruiken, terwijl ze volgens projectbureau Zeeweringen niet meer voldeden aan de gewenste kwaliteit. De extra eisen in het contract hebben bij dit dijktraject geleid tot minder discussie over de kwaliteit van het basaltzetwerk.
De grootste wijziging op het projectplan is veroorzaakt door een aanname over de bestaande dijkbekleding op een gedeelte van het dijktraject. Deze bekleding bleek in de praktijk minder robuust te zijn dan vooraf ingeschat. Daarom moest de constructie die was aangelegd uitgebreid worden.
In de uitvoering is projectbureau Zeeweringen ook andere zaken tegengekomen, waar het vooraf geen rekening mee had gehouden. Zo zaten er holle ruimtes onder de oude bekleding, doordat de ondergrond van klei op sommige plaatsen gedeeltelijk weggespoeld was. Voordat de aannemer de nieuwe betonzuilen kon plaatsen, is daarom de hele glooiing met de bak van een kraan afgeklopt om zo de oude bekleding aan te tikken en te controleren of deze niet teveel zou verzakken. Vervolgens ontstonden daardoor putten. Om die op te vullen was meer slak nodig, dan vooraf ingeschat.
Direct boven de ondertafel van gepenetreerd breuksteen plaatste de aannemer een betonnen L-wand als basis voor de nieuwe betonzuilen. In de beginfase bleek het plaatsen hiervan lastiger dan verwacht. Met hoogwater spoelde een deel van de net aangebrachte L-wanden los. Om dat probleem op te lossen bedacht de aannemer een aantal maatregelen. Zo paste hij samenstelling van de stelspecie aan, waardoor deze sneller uithardde. Hij maakte kleine dammen van breuksteen om de schade als gevolg van golfslag te beperken. Bovendien werkte hij tijdens laagwater minder ver vooruit dan in de beginfase. Op die manier kreeg de specie meer tijd om uit te harden en spoelden de net geplaatste L-wanden bij hoogwater niet meer los.
Over bijna het hele dijktraject werd de kreukelberm vernieuwd. Omdat de ondergrond vrij slap bleek te zijn, week de aannemer daar af van het contract en overlaagde hij delen van deze berm met gepenetreerde breuksteen.
De versterking van dijktraject Moggershil is op tijd en binnen budget opgeleverd. De grootste onvoorziene kostenpost bij het versterken van een dijktraject kan optreden als tijdens de uitvoering blijkt dat de ondergrond slechter is dan vooraf gedacht en deze verbeterd moet worden. Omdat hier de oude dijkbekleding is overlaagd met nieuwe betonzuilen was er geen grondverbetering nodig. Daardoor was het risico op financiële tegenvallers beperkt.