N2D Maaien: verschil tussen versies

 
Regel 11: Regel 11:
 
|Paragraph number=1
 
|Paragraph number=1
 
|Paragraph language=Dutch
 
|Paragraph language=Dutch
|Paragraph=[[Bestand:Sinusmaaien.jpg|thumb|none|750px|Figuur 1: Een tractor aan het sinus maaien in het Bargerveen (Foto: Nico Westerhof).]]  
+
|Paragraph=[[Bestand:Sinusmaaien.jpg|thumb|none|750px|Figuur 1: Een tractor aan het sinus maaien in het Bargerveen (Foto: Nico Westerhof).]]
Maaien is evenals begrazing een vorm van [[GVZM Beheersmaatregelen VN| vegetatiebeheer]], alleen uitgevoerd door de mens met een machine. Het maaibeheer wordt vaak uitgevoerd door middel van struweel/ maaisel te verwijderen en af te voeren. Maaisel wordt afgevoerd zodat de nutriënten het gebied uit gaan, wat gunstig is voor nutriëntarme plantsoorten. Door het maaien en afvoeren blijft het gebied open wat vaak voordelig is. Vaak is open gebied nodig voor bepaalde instandhoudingsdoelstellingen die in het gebied voorkomen, dan is er maaibeheer nodig om ervoor te zorgen dat het leefgebied geschikt blijft. Ook kan er gefaseerd maaibeheer plaatsvinden. Bij gefaseerd maaibeheer wordt een deel van het grasland niet gemaaid. Dat kan een deel aan de rand zijn of een vlek midden in het perceel. Dit niet gemaaide deel kun je het beste het hele jaar niet maaien. Gefaseerd maaien is namelijk zeer belangrijk voor insecten {{Cite|resource=Maaien|name=(Gefaseerd maaibeheer, Ecopedia)}}. Het jaar hierop laat je een ander deel staan, anders ontstaan er ruigten. Ruigten zijn een hoog opschietende overjarige, laatbloeiende vegetatie van kruiden waarin in het algemeen minder grasachtige soorten voorkomen. Ruigten worden 2x per gemiddeld drie jaar gemaaid en afgevoerd{{Cite|resource=Ruigten|name=(Ruigten en zomen, MediGran)}}. Zomen zijn hetzelfde als ruigten maar worden geclassificeerd als zomen omdat ze uitsluitend langs de bosrand staan. Ruigten en zomen worden gefaseerd gemaaid omdat ze een leefgebied vormen voor verschillende planten en dieren, waaronder de Noordse woelmuis. In sommige gebieden waar begrazing plaatsvind is er ook aanvullend maaibeheer, maar dit gebeurt alleen als de groei van vegetatie niet kan worden bijgehouden door de grazers of als er speciale plantsoorten voorkomen. Ook is er maaibeheer voor invasieve plantensoorten, deze worden door middel van maaien bestreden waardoor de lokale biodiversiteit minder wordt geteisterd door de invasieve soort.
+
  +
Maaien is evenals begrazing een vorm van [[GVZM Beheersmaatregelen VN| vegetatiebeheer]], alleen uitgevoerd door de mens met een machine. Het maaibeheer wordt vaak uitgevoerd door struweel en maaisel te verwijderen en af te voeren. Maaisel wordt afgevoerd zodat de nutriënten het gebied uit gaan, wat gunstig is voor plantsoorten die in een nutriëntarm milieu gedijen. Door het maaien en afvoeren blijft het gebied open, wat vaak voordelig is. Vaak is open gebied nodig om bepaalde instandhoudingsdoelstellingen te bereiken. Ook kan er gefaseerd maaibeheer plaatsvinden. Bij gefaseerd maaibeheer wordt een deel van het grasland niet gemaaid. Dat kan een deel aan de rand zijn of een vlek midden in het perceel. Dit niet gemaaide deel kun je het beste het hele jaar niet maaien. Gefaseerd maaien is namelijk zeer belangrijk voor insecten {{Cite|resource=Maaien|name=(Gefaseerd maaibeheer, Ecopedia)}}. Het jaar hierop laat je een ander deel staan, anders ontstaan er ruigten. Ruigten zijn een hoog opschietende overjarige, laatbloeiende vegetatie van kruiden waarin in het algemeen minder grasachtige soorten voorkomen. Ruigten worden 2x per gemiddeld drie jaar gemaaid en afgevoerd{{Cite|resource=Ruigten|name=(Ruigten en zomen, MediGran)}}. Zomen zijn hetzelfde als ruigten maar worden geclassificeerd als zomen omdat ze uitsluitend langs de bosrand staan. Ruigten en zomen worden gefaseerd gemaaid omdat ze een leefgebied vormen voor verschillende planten en dieren, waaronder de Noordse woelmuis. In sommige gebieden waar begrazing plaatsvindt is er ook aanvullend maaibeheer, maar dit gebeurt alleen als de groei van vegetatie niet kan worden bijgehouden door de grazers of als er speciale plantsoorten voorkomen. Ook is er maaibeheer voor invasieve plantensoorten, deze worden door middel van maaien bestreden waardoor de lokale biodiversiteit minder wordt beïnvloed door de invasieve soort.
 
}}
 
}}
   

Huidige versie van 26 jul 2023 om 15:34

N2D Maaien
Context N2D Vogels in de Zuidwestelijke Delta, N2D Beheermaatregelen Natura 2000
Decompositie type IOR

Activity



Figuur 1: Een tractor aan het sinus maaien in het Bargerveen (Foto: Nico Westerhof).

Maaien is evenals begrazing een vorm van vegetatiebeheer, alleen uitgevoerd door de mens met een machine. Het maaibeheer wordt vaak uitgevoerd door struweel en maaisel te verwijderen en af te voeren. Maaisel wordt afgevoerd zodat de nutriënten het gebied uit gaan, wat gunstig is voor plantsoorten die in een nutriëntarm milieu gedijen. Door het maaien en afvoeren blijft het gebied open, wat vaak voordelig is. Vaak is open gebied nodig om bepaalde instandhoudingsdoelstellingen te bereiken. Ook kan er gefaseerd maaibeheer plaatsvinden. Bij gefaseerd maaibeheer wordt een deel van het grasland niet gemaaid. Dat kan een deel aan de rand zijn of een vlek midden in het perceel. Dit niet gemaaide deel kun je het beste het hele jaar niet maaien. Gefaseerd maaien is namelijk zeer belangrijk voor insecten (Gefaseerd maaibeheer, Ecopedia). Het jaar hierop laat je een ander deel staan, anders ontstaan er ruigten. Ruigten zijn een hoog opschietende overjarige, laatbloeiende vegetatie van kruiden waarin in het algemeen minder grasachtige soorten voorkomen. Ruigten worden 2x per gemiddeld drie jaar gemaaid en afgevoerd(Ruigten en zomen, MediGran). Zomen zijn hetzelfde als ruigten maar worden geclassificeerd als zomen omdat ze uitsluitend langs de bosrand staan. Ruigten en zomen worden gefaseerd gemaaid omdat ze een leefgebied vormen voor verschillende planten en dieren, waaronder de Noordse woelmuis. In sommige gebieden waar begrazing plaatsvindt is er ook aanvullend maaibeheer, maar dit gebeurt alleen als de groei van vegetatie niet kan worden bijgehouden door de grazers of als er speciale plantsoorten voorkomen. Ook is er maaibeheer voor invasieve plantensoorten, deze worden door middel van maaien bestreden waardoor de lokale biodiversiteit minder wordt beïnvloed door de invasieve soort.




De View-Navigation (VN) pagina's.


De links naar andere pagina's.

Produceert
Consumeeert
Onderdeel van N2D Beheermaatregelen, N2D Beheren van Natura 2000-gebieden
Instantie van
Betreft


De pagina's die linken naar deze pagina.

Dit element heeft geen subelementen. Naar dit element wordt niet geconnecteerd.

HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares