Vernieuwing inzicht gebruik van klei bij dijken


Context VN set links: model = HWBP Vernieuwing inzicht gebruik van klei bij dijken


Set VN link, Property name = Supercontext, Property VN name = Supercontext

Model link = HWBP Vernieuwing inzicht gebruik van klei bij dijken

Result = HWBP Hoogwaterbeschermingsprogramma VN

End Set VN link










Figuur 1: Verzakking van een dijktalud enige weken na aanleg (Uit: Meurs en Kruse (2017)).

Inleiding

In 1996 verscheen het technisch rapport Klei voor dijken (TAW 1996). Het rapport beoogde inzicht te geven in de eigenschappen van klei voor de dijkbouw om te komen tot een eenduidige beoordeling van klei.
In de twintig jaar daarna is er kennis ontwikkeld waarmee een verdere verbetering van het gebruik van klei voor dijkbouw mogelijk is. Het gaat dan om het beoordelen van klei voor gebruik in dijken, de ontwikkeling van schade in klei op dijken en aspecten van klei bij de uitvoering. Deltares heeft deze inzichten verzameld in een nieuw rapport (Meurs en Kruse 2017). Het rapport geeft een tabellarische overzicht van de veertien aanbevelingen en behandelt welke onderwerpen nog meer uitwerking behoeven. Het gaat hierbij vooral over het gebruik van klei voor de bekleding van dijken. De belangrijkste aanbevelingen van het rapport staan in een apart document.

Quick wins

Vier van de aanbevelingen die hierboven worden genoemd zijn quick wins die op korte termijn toegepast kunnen worden. De vier quick wins zijn uitgewerkt in teksten die in de aanbesteding van dijkversterkingsprojecten direct gebruikt kunnen worden (Senhorst 2018).

  1. Quick win 1: Aanpassing kwalificatiegrenzen klei: het classificatiegebied is in deze werkwijze uitgebreid, wat in de praktijk betekent dat meer partijen grond als erosiebestendig beoordeeld worden en daarmee een hoogwaardige toepassing als dijkbekleding krijgen.
  2. Quick win 2: Bandbreedte toestaan in beoordeling kleimonsters. Door de statistische variatie in de bepaling van kleimonsters kan het gebeuren dat de individuele meetwaarden van de controlemonsters buiten het gewenste classificatiegebied vallen, ondanks het feit dat de gehele partij voldoet. Er is een werkwijze opgesteld die een aantal voorwaarden geeft waaronder een dergelijke overschrijding toch geaccepteerd wordt. Deze aanbeveling voorkomt worden dat partijen klei ten onrechte worden afgekeurd. Dit kan een boel ‘gedoe’ schelen in de uitvoering van projecten en voorkomt onnodig afgraven en transport van grond.
  3. Quick win 3: Realistische waarden doorlatendheid kleilagen: op basis van de meest recente inzichten uit infiltratiesnelheidsmetingen zijn nieuwe waarden voor de doorlatendheid geformuleerd die gebruikt worden in de verschillende onderdelen van een dijkontwerp. Op deze manier wordt er op een veilige manier tot scherpere ontwerpen gekomen.
  4. Quick win 4: Verbetering van de werkwijze en de controle bij verdichten van kleilagen. Deze werkwijze geeft onder een aantal waarborgen opdrachtnemers van dijkversterkingen maximaal de ruimte om een voor hen geschikte verdichtingstechniek toe te passen.

Aanbevelingen

Aanbevelingen die nog enige uitwerking nodig hebben zijn:

  • Houd rekening met ruimtelijke variatie van kleikwaliteit bij beoordeling van klei;
  • Zet een ringonderzoek op voor laboratoria om de bepalingsmethoden van klei-eigenschappen te verbeteren;
  • Maak een nadere analyse van kennis over het gedrag van kleilagen onder een golfaanval;
  • Gebruik stochastiek van schade om scherper toetsen en stochastisch ontwerpen mogelijk te maken;
  • Maak een afweging tussen kosten van aanleg en kosten van onderhoud van kleilagen;
  • Stel een werkwijze op voor het inventariseren van klei in natuurlijke voorkomens;
  • Pas niet zo maar krammatten als tijdelijke beschermingsmaatregel toe;
  • Gebruik de mogelijkheden voor ontwerpen met gebiedseigen grond;
  • Verbeter weergave (rest)sterkte kleilaag onder golfaanval door analyse schadeontwikkeling bij dikke kleilagen.

Deze aanbevelingen worden binnen het HWBP in de projectoverstijgende verkenning (POV) Ontwerpen met Gebiedseigen Grond verder uitgewerkt.




HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares