Natura2000-doelstellingen



Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context

Model link = OS Natura2000-doelstellingen

Result = OS De Oosterschelde VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces

Model link = OS Natura2000-doelstellingen

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes

Model link = OS Natura2000-doelstellingen

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of

Model link = OS Natura2000-doelstellingen

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of

Model link = OS Natura2000-doelstellingen

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns

Model link = OS Natura2000-doelstellingen

Result =

End Set VN link











Figuur 1: Foeragerende lepelaars (Foto: Pim Wolf).

In de Oosterschelde is het habitattype dat vooral door de zandhonger wordt bedreigd H1160 (grote, ondiepe kreken en baaien). Voor dit habitattype is het doel behoud van oppervlakte en verbetering van kwaliteit. De Oosterschelde is het enige gebied in Nederland dat voor dit habitattype is aangewezen. De kwaliteitsdoelstelling is het behouden van de variatie en oppervlakten aan slikken en platen en permanent onder water staande delen. Dit houdt ook in: de verdeling tussen diepe en ondiepe delen, laagdynamische en hoogdynamische delen en zandige en slibrijke delen met hun bijbehorende biodiversiteit en de eventuele aanwezigheid van zeegrasvelden. Voor de Oosterschelde worden voor de volgende habitattypen de instandhoudingsdoelstellingen niet bereikt zonder aanpassing van het huidige beheer (RWS 2015):

  • Schorren en zilte graslanden (binnendijks en buitendijks) (type H1330_AenB);
  • Het habitattype slijkgrasvelden (type H3120 zeegras);
  • In de Oosterschelde komen ook twee kleine oppervlakten met veenmosrietland voor in een tweetal inlagen (Vlietepolder en Westelijke kuup), die zijn gekarakteriseerd als het habitattype ‘overgangs- en trilveen (veenmosrietlanden) (type H7140_B)’.

Voor de zoute habitattypen zijn abiotische kenmerken geformuleerd, zoals voedselrijkdom, zoutgehalte en dynamiek (Jak et al. 2011).

Ook voor habitatsoorten zijn instandhoudingsdoelen geformuleerd in het regionaal Natura2000-beheerplan (RWS 2015). Voor de Oosterschelde zijn met name de kustbroedvogels en de steltlopers van belang.

Voor de wateren Oosterschelde, Westerschelde, Veerse Meer, Grevelingen en Waddenzee is een monitoringsplan opgesteld dat voldoet aan de behoeften vanuit de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR) inclusief gebiedsbescherming (Natura 2000) (Paijmans en Van der Sluis 2013). IMARES heeft een overzicht gemaakt van de monitoringsverplichtingen die voortvloeien uit de Europese regelgeving (Smit et al. 2010).

Macrofauna

Voor de maatlat die voor de benthische macrofauna van kust- en overgangswateren is opgesteld wordt de ‘Benthic Ecosystem Quality Index’ (BEQI) gebruikt. In de BEQI staat de ecosysteembenadering centraal. De BEQI is een multimetrische index. De analyse gebeurt op het niveau van het ecosysteem (niveau 1), van de leefgebieden daarbinnen (niveau 2) en van de macrofaunagemeenschappen in die leefgebieden of ecotopen (niveau 3). De scores van de drie niveaus worden uiteindelijk geïntegreerd tot één beoordeling. Omdat elk niveau en elke parameter ook apart worden geëvalueerd, laat de BEQI op eenvoudige wijze toe te achterhalen waar afwijkingen optreden.
Voor kustwateren, beschut en polyhalien (type K2) – Oosterschelde en Waddenzee – wordt de huidige ecologische toestand door de BEQI als goed beoordeeld. Niettegenstaande deze goede algemene beoordeling signaleert de BEQI op niveau 2 en 3 veranderingen die de nodige aandacht verdienen. Met name veranderingen in het areaal aan leefgebieden (de zandhonger in de Oosterschelde, het ontbreken (Oosterschelde) of sterke afname (Waddenzee) van litorale mosselbanken), en de opkomst van exoten (Japanse Oester, Amerikaanse zwaardschede) verdienen de nodige aandacht (Ysebaert et al. 2008).



Referenties


HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares