Ontwerpen van een kleidijk



Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context

Model link = Ontwerpen van een kleidijk

Result = Natuurwaardenverhogende kleidijk VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces

Model link = Ontwerpen van een kleidijk

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes

Model link = Ontwerpen van een kleidijk

Result = Spreadsheet ontwerp kleidijk VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of

Model link = Ontwerpen van een kleidijk

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of

Model link = Ontwerpen van een kleidijk

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns

Model link = Ontwerpen van een kleidijk

Result =

End Set VN link






Figuur 1: Doorsnede van een kleidijk

Een kleidijk is een dijk die is afgewerkt met een laag verdichte klei in plaats van een harde bekleding zonder dat er een beschermende graslaag aanwezig is. De kleidijk kan worden aangelegd op plaatsen waar geen garantie kan worden gegeven voor het in stand houden van de gewenste kwaliteit grasmat, bijvoorbeeld op plekken met veel veek.

Uit praktische ervaring en uit verschillende onderzoeken blijkt dat een laag van verdichte klei zonder de bescherming van een grasmat onder bepaalde voorwaarden ook uitstekend tegen vrij zware golfaanval bestand is en bovendien relatief weinig kost in vergelijking met harde bekledingen. Het gebruik van klei voor de constructie van een veilig en natuurlijk en landschappelijk waardevol buitentalud vraagt een laagdikte van enige meters. Op het talud wordt waar mogelijk het ontwikkelen van een min of meer gesloten vegetatie gestimuleerd.

De bekleding moet zo worden gedimensioneerd dat schade bij ontwerpomstandigheden geen aantasting van de rest van de dijk (zandkern en kruin) veroorzaakt. Daarnaast is het belangrijk om rekening te houden met graverij en mogelijke schade door stormen voorafgaand aan de maatgevende storm. Het verschil met een groene dijk (grasdijk) is dat de sterkte nu niet wordt gehaald uit de grasmat en dat het onderhoud van het eventuele gras dus ook niet bepalend is voor de sterkte van de dijk. Daarnaast zijn groene dijken vaak alleen toepasbaar met een zeer flauw talud terwijl kleidijken toepasbaar zijn met een talud van 1:3/1:4 bij golfaanval van 1m of meer.

Eigenschappen

De eigenschappen van een bekleding van klei kunnen onder invloed van diverse factoren in de tijd veranderen. Het gaat hierbij om de volgende processen:

  • Door zwellen en krimpen van klei als gevolg van droger en natter worden kan scheurvorming ontstaan. Dit proces leidt voor klei in de onverzadigde zone en onder invloed van weer en wind tot een structuur van brokken en spleten. Klei bestaat ook uit een open stapeling van brokken als er niet goed verdicht is bij de aanleg. De brokken zelf kunnen zeer stevig en hard worden. De buitenkant van de brokken is vaak verhard door verschillende processen. Naast deze structuur treden er chemische en mineralogische omzettingen op die voor de sterkte van de bindingen tussen individuele gronddeeltjes soms van belang zijn. Bovendien beïnvloeden die omzettingen de affiniteit van de grond met water, hetgeen voor bijvoorbeeld erosie en voor structuurvorming van belang is. Veel civieltechnische eigenschappen van de klei worden in belangrijke mate door de bodemstructuur bepaald. De spleten en overige holle ruimten maken kleigrond erg doorlatend. Ook verdwijnt een groot deel van de samenhang op grotere schaal. Daarnaast worden bepaalde civieltechnische eigenschappen beïnvloed door de toename van de sterkte van de brokken zelf.
  • Goed verdichte klei van goede kwaliteit is bij aanleg zeer erosiebestendig en zal daardoor goed bestand zijn tegen zware golfaanval. Deze erosiebestendigheid neemt af in de zone waar de klei niet voortdurend nat blijft (boven GHW + 0,5 m) als gevolg van de bovengenoemde bodemvorming. Dit proces vindt in versterkte mate plaats bij een relatief geringe dikte van de kleilaag. Is de dikte rond 0,8 m en ligt de kleilaag op zand dan heeft de kleilaag daar binnen een aantal jaren zijn samenhang verloren. Als de kleilaag veel dikker is (enige meters) gaat het uiteenvallen op een diepte van enige decimeters onder het oppervlak veel minder snel. De ‘top’laag valt altijd binnen enige jaren in brokjes uiteen door de invloed van weer en wind en begroeiing. In goed verdichte klei is die toplaag onder een grasvegetatie na vier jaar zo’n 0,4 m dik. Het uiteenvallen van klei in brokken neemt af met de diepte: bodemvorming onder een grasmat beneden ongeveer 1,5 tot 2 m laagdikte leidt niet meer tot uiteenvallen in brokken. De gemiddelde dieptetoename van de bodemvorming onder de toplaag na aanleg bedraagt circa 10 mm/jaar en wordt beïnvloed door de materiaalsamenstelling en de mate waarin de laag door wormen is vergraven.
  • Waar regelmatig zware golfaanval optreedt en/of bij een ligging beneden gemiddeld hoogwater kan een voldoende gesloten vegetatie zich niet ontwikkelen. Op die plaatsen kunnen daarom regelmatig diepe schades in de klei ontstaan.


Bepalen maatgevende hydraulische randvoorwaarden VN Bepalen van de dikte van de kleilagen VN Kwaliteitseisen klei VN Opbouw van de kleidijk VN Bepalen van de taludhelling VN Toeslag voor structuurvorming VN Dimensioneren op weerstand tegen afschuiving VN Maken van overgangsconstructies VN Ontwerpen van een kleidijk VN Randvoorwaarden aanleg kleidijk VN Doelstelling kleidijk VN Spreadsheet ontwerp kleidijk VN Randvoorwaarden ontwerp kleidijk VN Natuurwaardenverhogende kleidijk VN Ecologische functies BwN VN Menselijk- en ecosysteem VNOntwerpen kleidijk
Over deze afbeelding
HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares