Ontwerp



Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context

Model link = Paviljoenpolder Ontwerp

Result = Paviljoenpolder VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces

Model link = Paviljoenpolder Ontwerp

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes

Model link = Paviljoenpolder Ontwerp

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of

Model link = Paviljoenpolder Ontwerp

Result = Paviljoenpolder VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of

Model link = Paviljoenpolder Ontwerp

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns

Model link = Paviljoenpolder Ontwerp

Result =

End Set VN link













overgangsconstructie tussen koperslakblokken en hydroblokken
overzicht hydroblokken t.p.v. de uitwateringssluis incl. antracietkleurig

Voordat met het ontwerp werd begonnen zijn de randvoorwaarden geoptimaliseerd. Voor het zuidelijke deel van dijkvak 70 (paviljoen polder), direct tegen de Belgische grens, ligt een stuk hoog voorland. Dit voorland (met maximale hoogte van NAP+5m) is niet in rekening gebracht bij het bepalen van de golfrandvoorwaarden voor dijkbekledingen langs de Westerschelde, Door het projectbureau Zeeweringen is verzocht de invloed van het voorland alsnog mee te nemen in de golfrandvoorwaarden voor dat dijkvak. Vanaf de Belgische grens wordt het eerste deel van 365 m een groene dijk met een talud van 1:9 die aansluit op het schor. Over de verdere dijkstrekking blijft een strook koperslakblokken gehandhaafd, waardoor bijna niet in het schor hoeft te worden gewerkt en er geen nieuwe teenconstructie nodig is. Op het eerste deel worden blokken op hun kant gezet en daarboven betonzuilen met antraciet zwarte toplaag. Op het volgend deel worden gelijksoortige betonzuilen aangebracht boven de koperslakblokken tot NAP+3,00 m, hierboven komt waterbouwasfaltbeton in de boventafel. Op het onderste deel ligt de asfalt op mijnsteen, hiervoor is de exacte dimensionering nog niet mogelijk. Er wordt kennis verzameld met een dynamische plaatbelastingproef. Ook zijn er doorlatendheidsmetingen uitgevoerd om te achterhalen of er eventueel wateroverdrukken onder de asfalt kunnen ontstaan. In het oorspronkelijke ontwerp was het hoger gelegen deel van de waterbouwasfaltbeton direct gelegen op klei. Dit is volgens de vigerende leidraad een goede oplossing, maar de toetsgroep had er bezwaar tegen. Daarom is het ontwerp gewijzigd, over de gehele kleioppervlakte wordt een minimaal 10 cm dikke laag betonpuin 0/40 mm aangebracht waarbij wordt opgemerkt dat deze aanvulling met betonpuin niet zorgt voor het ontstaan van wateroverdrukken onder de bekleding. Van het laatste stuk is de ondertafel gelijk aan het naastliggende deel, de boventafel heeft een bekleding van betonzuilen met een eco toplaag. Een latere wijziging betreft de hoogteligging van een deel van de berm en een uitbreiding in lengterichting. Het ontwerp voor het in 2002 nog uit te voeren gedeelte is getoetst aan de nieuwste inzichten met betrekking tot zeespiegelstijging. Daarom zal de berm, die tussen dp 25+50 en dp 43 ontworpen was op NAP+ 6,55 m worden verhoogd naar NAP+7,10m. De extra zeespiegelstijging heeft in het oostelijke reeds gemaakte traject geen invloed, omdat daar de oorspronkelijke en de nieuwe berm hoger liggen dan in het westelijke traject. De bovenrand van de berm ligt daar ruim boven NAP+7,10 m. Tevens wordt het werk verlengd tot aan de dijkshoek bij dp 44+75. Hoewel de hydraulische randvoorwaarden daar iets lichter zijn dan in het aansluitende vak is voor eenzelfde constructie gekozen. Met name speelde daarbij een rol dat het traject landschappelijk deel uitmaakt van de Paviljoenpolder. Omdat daar in de ondertafel een bijzondere betonzuil wordt toegepast (toplaag antraciet-zwart) ontstaat nu één geheel zonder overgangsconstructies of materiaalwijziging. Ook de boventafel wordt doorgetrokken in eco-zuilen.










Referenties



HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares