RAAK-PRO-project Building for Nature (BfN)

Context VN set links: model =


Context VN set links: model = RAAK-PRO-project Building for Nature (BfN)


Set VN link, Property name = Supercontext, Property VN name = Supercontext

Model link = RAAK-PRO-project Building for Nature (BfN)

Result = Bfn Building for Nature project VN

End Set VN link







Figure 1: Illustration of a 'rich' dike (Ruth Hengeveld).


Building for Nature (BfN) is het creëren van een ecosysteem door materialen toe te passen met een voor de natuurwaarde optimale vorm. De doelstelling van het project BfN is om materialen voor de constructie van dijken en vooroevers te onderzoeken die de ontwikkeling van natuurwaarden stimuleren, met behoud van de waterbouwkundige functie en daarmee medegebruik te vergroten, zoals duiken, sportvissen, oesterkweek, e.d. De Nederlandse kust, en met name die in de Zuidwestelijke Delta biedt een enorm potentieel van vele honderden kilometers versterkte vooroevers en dijken die een ‘rotskust’ vormen met ecologisch interessante en zeer diverse soortengemeenschappen, zoals algen, schaaldieren en foeragerende vogels. De kennis over materialen die dit potentieel maximaal uitbuit, is bij de beheerders van de dijken nog onvoldoende aanwezig. Bovendien ontwikkelt de wetenschappelijke kennis over welke materialen en welke vormen de meeste natuurwaarden opleveren zich nog volop. Het RAAK-PRO-project is erop gericht om praktijkgericht onderzoek te verrichten en daarmee nieuwe kennis te ontwikkelen over Building for Nature: nieuwe ontwerp- en constructieprocessen voor dijken en vooroevers die, naast veiligheid meerwaarde voor natuur en medegebruik opleveren. Meer informatie leest u in het projectvoorstel Building for Nature: innovatie van dijken en vooroevers.

Onderzoeksvraag, -methode en onderwerpen

De centrale onderzoeksvraag luidt:

Op welke wijze beïnvloeden specifieke materialen en vormen in BfN-ontwerpen de aanwezigheid van planten- en diersoorten op dijken en vooroevers in zoute wateren?

Het onderzoek bestaat uit vier onderzoekstappen die gedeeltelijk parallel worden uitgevoerd:

  • Stap 1: Onderzoek bestaande cases. Met een combinatie van een deskstudie, vergelijkend literatuuronderzoek en metingen in de praktijk, wordt de verscheidenheid bepaald van de variabelen (milieugradiënten, materiaal, vorm) die van belang zijn, worden veelbelovende materialen en vormen gesignaleerd en wordt een grove set van ontwerpcriteria bepaald;
  • Stap 2: Ontwikkelen BfN-ontwerpen. Met een aantal cycli van interdisciplinaire ontwerpsessies worden inzichten uit het eerste deelonderzoek benut en worden maximaal acht BfN-ontwerpen ontwikkeld. In dit co-design proces wordt kennis ingebracht door onderzoekers, deelnemende professionals (opdrachtgevers en opdrachtnemers) en experts uit sectoren van mogelijk medegebruik;
  • Stap 3: Veldonderzoek nieuwe ontwerpen. Op enkele pilotlocaties wordt veldonderzoek gedaan door objecten in dijk en vooroever te plaatsen en flora en fauna te monitoren:
    • een nulmeting van de al aanwezige soorten;
    • een serie platen met veelbelovende combinaties van materiaal en vorm (gebaseerd op deelonderzoek 1);
    • een 3D-variatie van enkele van voorgaande platen met verschillende holtegrootten tussen objecten;
    • de BfN-ontwerpen ontwikkeld in deelonderzoek 2;
    • de drie BfN-ontwerpen met de meest onderscheidende meetresultaten nog eens op vijf andere pilotlocaties;
  • Stap 4: Onderzoek toepasbaarheid BfN-ontwerpen. In een volgende, deels parallelle stap wordt de toepasbaarheid onderzocht. De relatie met de primaire functie van dijk en vooroever, detailontwerp, toetsing, aanbesteding, constructie, hergebruik, beheer en meerwaarde voor medegebruik. Met bijvoorbeeld onderzoek naar sterkte, slijtage, e.d., wordt aanvullende kennis ontwikkeld.

In het onderzoek komen de volgende drie onderwerpen aan de orde:

  1. Dijkblokken: Er zijn een aantal betonnen dijkblokken ontworpen met gaten die verschillend zijn in afmeting en grootte om het effect te bestuderen op de kolonisatie door zeewier en fauna, zoals alikruiken, kleine kreeftachtigen etc. Een eerste set van 240 blokken is in de zomer van 2014 geplaatst op een steiger in Yerseke; een andere deel is in de herfst geplaatst op de Krabbenkreekdam (160). De blokken zijn geplaatst op verschillende hoogten om het effect van de inundatietijd te bestuderen. De komende jaren zal de biodiversiteit op de blokken gemonitord worden.
  2. Asfalt: Het effect op de natuurwaarden van verschillende manieren om asfalt te produceren en op de dijkbekleding uit te gieten wordt bestudeerd. De eerste experimenten zijn gepland in 2015.
  3. Vooroever: Diit onderdeel richt zich op het effect van verschillende steenlagen toe te passen in de vooroever. Materialen die getest zullen worden zijn staalslakken en zandsteen. Een nieuw vooroeverontwerp zal gemonitord worden op de locatie van de Schelphoek (Oosterschelde). De kolonisatie door sessiele organismen zal gevolgd worden evenals de vestiging van de Europese kreeft. De restauratie van de vooroever is gepland in de late herfst van 2014.

Projectdeelnemers

Voor het project is een consortium geformeerd waarin de volgende partijen samenwerken:

  1. HZ University of Applied Sciences – Delta Applied Research Centre, onderzoeksgroep Building with Nature;
  2. Rijkswaterstaat Zee en Delta – vertegenwoordiger vragende beroepspraktijk;
  3. Projectbureau Zeeweringen – vertegenwoordiger vragende beroepspraktijk;
  4. Zeeuwse Stromen bv – vertegenwoordiger vragende beroepspraktijk;
  5. Haringman Betonwaren bv – vertegenwoordiger vragende beroepspraktijk;
  6. Stichting Ecoshape – kennisnetwerk;
  7. WUR – Imares, Afdeling Delta in Yerseke – kennisinstelling;
  8. Deltares – kennisinstelling;
  9. Roem van Yerseke – belang schelpdierkwekers, vertegenwoordiger namens Blueport Oosterschelde;
  10. Vereniging van beroepsvissers op de Ooster-, Westerschelde en Voordelta – belang van medegebruikers.

Naast het consortium, kent het project een aantal deelnemende partijen, die specifieke kennis en/of middelen inbrengen en die tevens een rol hebben in de kenniscirculatie en in de disseminatie van de projectresultaten:

  • Waterschap Scheldestromen – kennis van aanleg, onderhoud en beheer van dijken en vooroevers;
  • Van Oord Marine Contractors – kennis van waterbouw en deltatechnologie;
  • Nederlandse Onderwatersport Bond – kennis over medegebruik;
  • Bureau Waardenburg – kennis van monitoring van vooroevers en dijken, beheer, onderwateronderzoek, onderzoek Natuurlijker Markermeer–IJmeer;
  • Stichting Zeeschelp – kennis van de mariene aquacultuur en ecologische onderzoeksprojecten, eigen mariene onderzoeksfaciliteiten in Zeeland;
  • Gemeente Schouwen-Duiveland – kennis vanuit het perspectief van ruimtelijke ordening. Tevens ondersteunen van veldproeven.

Nieuwe inzichten en producten

Plaatje projectvoorstel RAAK-PRO BfN.PNG

Het project leidt tot de onderstaande nieuwe inzichten en producten voor het werkveld:

  1. Inzicht in welke materialen en vormen welke soorten en soortgemeenschappen opleveren:
    1. professionals van opdrachtgevers kunnen hiermee bepalen wat zij in aanbestedingen kunnen vragen/eisen (wat is mogelijk?) en kunnen hun richtlijnen en beoordelingsprocedures hierop aanpassen en kunnen waar van toepassing zelf tot een (basis)ontwerp komen;
    2. opdrachtnemers zijn hiermee in staat om tot de juiste detailontwerpen te komen;
  2. Inzicht in mogelijkheden van hergebruik en gebruik reststromen. Inzicht is voor zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers van belang;
  3. Inzicht in ontwerpcriteria en toepasbaarheid van BfN-ontwerpen in de verschillende werkprocessen;
  4. Inzicht in (mogelijkheden voor) medegebruik. Dit is voor de opdrachtgevers van belang omdat zij hier in hun programma van eisen op kunnen sturen en voor de potentiële medegebruikers om voor hen interessante locaties daadwerkelijk te kunnen gaan gebruiken (recreatief en/of economisch);
  5. Acht gerealiseerde en beproefde BfN-ontwerpen;
  6. Expertisetool BfN. Hierin worden onderzoeksresultaten en praktische documenten en materiaal (inclusief foto’s, video, e.d.) gestructureerd aan de hand van een processchema (van ontwerp tot realisatie en beheer) en via de DeltaExpertise site beschikbaar gemaakt voor gebruikers. Dit product wordt ook na afloop doorlopend verrijkt/geactualiseerd door de Community of Practise die eraan is gekoppeld;
  7. Handboek BfN. Dit betreft een naslagwerk voor opdrachtgevers, opdrachtnemers en ketenpartners met een procesbeschrijving, do’s-and-don’ts in het ontwerp- en constructieproces, mogelijke materiaalkeuze, mogelijke vormen, etc.;
  8. Folder BfN. Een korte publicatie waarin enkele BfN-voorbeelden worden toegelicht;
  9. Masterclass BfN: van ontwerp t/m beheer voor professionals.

Projectorganisatie

Figuur 1: Projectorganisatie RAAK-PRO project Building for Nature
  • Stuurgroep. Het consortium formeert een stuurgroep die op ‘bestuurlijk niveau’ stuurt op de realisatie van de milestones en de uiteindelijke doelstellingen. De stuurgroep neemt in afstemming met de projectleiding besluiten over eventuele aanpassingen in de uitvoering die van wezenlijke invloed zijn op het proces en het resultaat van het project. De stuurgroep komt in principe tweemaal per jaar bijeen en bestaat uit de volgende personen:
    • Bert Kortsmit (voorzitter) – Projectmanager Zeeweringen (Projectbureau Zeeweringen)
    • Ellen Visser – Directeur Netwerkmanagement (Rijkswaterstaat Zee en Delta)
    • Willem den Ouden – Directeur Centre of Expertise Delta Technology (Delta Academy HZ)
    • Herwald Gelderland – Hoofd verkoop (De Hoop Bouwgrondstoffen / Haringman Betonwaren)
    • Wouter van Zandbrink – Bestuurlijk kwartiermaker (Blueport Oosterschelde)
    • Robert Trouwborst - Afdelingshoofd Delta en Aquacultuur (WUR-IMARES)
  • Expertgroep. De expertgroep heeft als rol om kennis in te brengen en te delen, de kwaliteit van het onderzoek (mede) te bewaken en kritisch mee te denken met de projectleider en het projectteam. De expertgroep bestaat uit:
    • Tom Ysebaert (IMARES)
    • Gert-Jan Liek (Rijkswaterstaat Zee en Delta)
    • Mark van Koningsveld (Ecoshape)
  • Projectleider. HZ is aanvrager en penvoerder van het project. Lector drs. Mindert de Vries van de onderzoeksgroep Building with Nature van de Delta Academy heeft de algemene projectleiding en coördinatie van het project. De inhoudelijke en financiële voortgangsbewaking van het project wordt gedaan door de projectleider Matthijs Boersema. Het HZ-projectbureau ondersteunt de projectleider tijdens de uitvoering van het project. De belangrijkste taken van de projectleider zijn:
    • met project- en onderzoeksteam(s) realiseren van projectdoelstellingen conform projectplan;
    • het consolideren van de onderzoeks- en implementatieplannen en rapportages voor het consortium;
    • oplossen van knelpunten/problemen die tussen-/eindresultaten in de weg staan;
    • inhoudelijke en financiële voortgangsbewaking van het project.

Projectteams

Voor specifieke taken worden andere professionals van de consortiumpartners betrokken, zoals docenten voor de begeleiding van studenten, docenten voor onderwijsontwikkeling, PR-medewerkers voor disseminatie, organisatie van conferenties, specialisten voor productie en plaatsing van objecten, facilitering van veldwerk, etc.

  • Projectteam Deelonderzoek 1: Dijkbekleding:
    • João Salvador de Paiva (HZ): ontwerp en technische realisatie proefobjecten
    • Tim van Oijen (HZ): ontwerp en biologische monitoring
    • Matthijs Boersema (HZ): ontwerp en technische realisatie proefobjecten
    • Tjeerd Bouma (NIOZ): ontwerp en supervisie onderzoek
    • Corné Appelo (Zeeuwse Stromen bv): ontwerp, planning veldproef
    • Izaak Scherpenisse (Zeeuwse Stromen): realisatie veldproef
    • Leo Adriaanse (RWS-ZD): ontwerp
    • Martijn Hoekman (Haringman Beton bv): ontwerp
    • Herwald Gelderland (De Hoop bv)
    • Clasina Jansen (PBZ): ontwerp
    • Yvo Provoost (PBZ): ontwerp en parallelle proef
  • Projectteam Deelonderzoek 2: kreukelberm/asfalt:
    • Anneke van den Brink (HZ)
    • João Salvador de Paiva (HZ)
    • Gerard van Meurs (Deltares)
    • Jan van Dalfsen (Deltares)
    • Bernadette Wichman (Deltares)
    • Tjeerd Bouma (NIOZ)
    • Yvo Provoost (PBZ)
  • Projectteam Deelonderzoek 3 – vooroeverbestorting:
    • Tim van Oijen (HZ)
    • Matthijs Boersema (HZ)
    • Tom Ysebeart (WUR-IMARES)
    • Marijn Tangelder (WUR-IMARES)
    • Tjeerd Bouma (NIOZ)
    • Mario de Kluijvert (Stichting Zeeschelp)
    • Jolanda de Jong (RWS-ZD).



Referenties


HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares