Samenvattingen workshops



Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context

Model link = Samenvattingen workshops congres Veerkrachtige Delta

Result = Congres Bouwen aan een veerkrachtige Delta VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces

Model link = Samenvattingen workshops congres Veerkrachtige Delta

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes

Model link = Samenvattingen workshops congres Veerkrachtige Delta

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of

Model link = Samenvattingen workshops congres Veerkrachtige Delta

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of

Model link = Samenvattingen workshops congres Veerkrachtige Delta

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns

Model link = Samenvattingen workshops congres Veerkrachtige Delta

Result =

End Set VN link






Samenvattingen workshops congres Bouwen aan een veerkrachtige Scheldedelta

Hieronder staan de samenvattingen van de workshops die gehouden zijn tijdens het tweedaagse werkconferentie Bouwen aan een veerkrachtige Scheldedelta. De uitkomsten van de workshops zullen worden gebruikt als input voor het Living Lab Eco-Engineering Scheldedelta dat wordt opgezet om vorm en inhoud te geven aan het streven om van de Schelderegio een veerkrachtige delta te maken.

U vindt het volledige overzicht met de uitkomsten van de workshops op deze pagina.

Workshop 1: Toekomstige toepassing van zandsuppleties

Workshop 1: Toekomstige toepassing van zandsuppleties
Zandsuppleties zijn effectieve maatregelen om zandige kusten en intergetijdengebieden te beschermen tegen zeespiegelstijging en erosie. Toch is er behoefte aan optimalisatie van suppletielocaties en -hoeveelheden, ook ten behoeve van het onderhoud van dijken in de Scheldedelta, het reduceren van de CO2-uitstoot bij de uitvoering en het verminderen van tijdelijke schade aan het bodemleven. Welke innovaties zijn in beeld?
Uitkomst workshop 1
Nu betekent de techniek van het suppleren heel snel, heel veel zand in één keer aanbrengen, omdat de apparatuur duur is. Maar het streven is eigenlijk om een natuurlijke en geleidelijke ophoging van zandplaten en stranden met weinig CO2-uitstoot te bewerkstelligen.

Is de zand-wind-getijmotor mogelijk? Langzaam maar zeker zandwinnen m.b.v. wind-of getijde-energie. Zand-windmolen is nog nooit geprobeerd. Grontmij / Sweco heeft dit idee ooit geopperd. Mogelijk zijn de Krabbenkreek of Slikken van de Dortsman een interessante experimentlocaties om vragen te beantwoorden als:

  • is het systeem haalbaar (technisch);
  • Komt het zand op de goede plek (morfologisch);
  • Wat is het effect op benthos;
  • Is het kostentechnisch interessant?

Workshop 2: Toekomstige toepassing van oesterriffen en mosselbanken

Workshop 2: Toekomstige toepassing van oesterriffen en mosselbanken
De eerste ervaring is opgedaan met de rol van oesters en mosselen als natuurlijke methode om oevers en zandplaten te beschermen tegen erosie en zeespiegelstijging. Toch is het nog te vroeg om conclusies te trekken over hun rol in het beheer voor deltawateren. Wat is nodig om de effectiviteit van deze biobouwers te vergroten en waar liggen mogelijkheden om dat uit te testen?
Uitkomst workshop 2
Experimenten op de Roggeplaat, Galgeplaat (2025) of vogeleilanden in het Grevelingenmeer zijn nodig om het effect van oesterriffen op plaatstabiliteit, biodiversiteit, de primaire productie van benthische diatomeeën en natuurlijk recruitment te onderzoeken. Bij het ontwerpen van dergelijke riffen of banken kan nog veel beter gebruik worden gemaakt van bestaande kennis uit Europa en de VS. Het gaat hierbij om de eisen voor onder meer het substraat en de hydrodynamiek van de locaties.

Workshop 3: Kansen voor biodiversiteit op hard substraat

Workshop 3: Kansen voor biodiversiteit op hard substraat
Het harde substraat op dijken en van windmolenmasten kan een hogere biodiversiteit krijgen door het toepassen van geschikte texturen van het beton, stortsteen e.d. Welke nieuwe materialen en ontwerpen zijn hiervoor geschikt en welke locaties in de Scheldedelta verdienen onze aandacht?
Uitkomst workshop 3
Om het ecologisch ontwerp van dijken en sokkels van windmolens te verbeteren en uit te testen is een goed bereikbaar onderwaterlab nodig. De kade bij het NIOZ te Yerseke biedt deze mogelijkheid om onderzoek te doen naar nieuwe materialen zoals geperste blokken van gebiedseigen sediment en innovatieve monitoringstechnieken met sensoren. De geplande dijkversterking bij Wemeldinge door het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) kan dienen als showcase voor een integraal ontwerp

Workshop 4: Building with Nature, van wetenschap naar acceptatie

Workshop 4: Building with Nature, van wetenschap naar acceptatie (Interreg project BWN)
Veilig voor natuurgeweld door juist natuurlijke krachten te gebruiken, dat is waar Building with Nature over gaat. In deze workshop presenteren we een internationaal project waarin 15 partnerorganisaties uit de Noordzeelanden samenwerken aan oplossingen als de Zandmotor en Ruimte voor de Rivier (NL), maar ook natural flood management Eddleston (Schotland) of zeegrasvelden bij Helsingborg (Zweden). Technische kennis wordt gecombineerd met economische, sociale, juridische en politieke onderbouwing. We sluiten af in debat met een aantal prikkelende stellingen met impact op de Delta.
Uitkomst workshop 4
Voor de uitvoering van nieuwe BwN-projecten is het zeer zinvol om te leren van de bestuurlijke vernieuwing en ruimtelijke ordening van andere landen, bijv. van kustverdediging in Denemarken over wetgeving, financiering, beleid e.d. Omgekeerd kunnen de BwN-projecten in de Zuidwestelijke Delta ook prima als voorbeeld dienen voor anderen. Dit kan concreet gemaakt worden voor ‘ecologiegerichte zandsuppleties’, voor het vergroten van de ecosysteemdiensten van duinen of het opstellen van een BwN-kansenkaart voor de Europese kust.

Workshop 5: The Engineering with Nature program of the US Army Corps of Engineers (USACE)

Workshop 5: The Engineering with Nature program of the US Army Corps of Engineers (USACE)
The EWN Program has comparable goals and conditions as Dutch ‘Building with Nature’ projects of Rijkswaterstaat and Ecoshape. The initiatives, R&D efforts and case studies from the US are diverse and include multiple ecosystem types including: beaches/dunes, wetlands, islands and reefs. Are there lessons to be learned for the Scheldt delta?
Uitkomst workshop 5
There are lessons to be learned from both sides. There is great interest in research collaboration and comparative assessment on topics like, for instance, eco reefs (use of materials, understanding of environmental boundary conditions (see workshop 1)), sediment diversions and thin layer placement (see workshop 1), salt marsh restoration (see workshop 10), ecologically friendly dredging and reuse of dredge material (see workshop 9). The idea is to develop a twinning program to compare experiments in the SW Delta and US Deltas (Mississippi, Florida/ST, Francisco Bay, etc.). This initiative can be extended with education on delta management through the involvement of LSU and Delta Academy. See also website EwN

Workshop 6: Dynamisch kustlandschap

Workshop 6: Dynamisch kustlandschap Dynamic Coastal landscape
Met dynamisch natuurbeheer vergroten wij het natuurlijk kapitaal van de Nederlandse kustzone. Maar tegelijk moeten we ook anticiperen op de stijgende zeespiegel en steeds intensiever gebruik van strand, duinen en binnenrand voor (verblijfs)recreatie. Hoe ontwikkelen we een kustlandschap waar de belangen van People, Profit en Planet in een juiste balans zijn?
Uitkomst workshop 6
In het kader van de nieuwe kustvisie kunnen langs de kust van Walcheren, Schouwen en Zeeuws-Vlaanderen ontwerpateliers worden gehouden over het gebruik van kustlandschappen waarbij de recreatie in harmonie is met waterveiligheid en natuur. Praktische ontwerpen kunnen worden uitgevoerd om de beleving van stranden en duinen door bezoekers te vergroten en tegelijkertijd de natuurwaarde te versterken en mee te bewegen met de kustdynamiek in de Natura 2000-gebieden. Zandsuppleties, die met regelmaat worden uitgevoerd om de kustbescherming op peil te houden, kunnen daarop worden afgestemd. Tegelijkertijd wordt gezocht naar vormen van kustrecreatie die meebewegen met de dynamiek in de natuurlijke kustontwikkeling. Dit is een belangrijke opgave voor de duurzame ontwikkeling van kustgemeenschappen. Geïnteresseerde partijen zijn: de recreatiesector, gemeenten, terreinbeheerders als Staatsbosbeheer, het waterschap vanwege kustveiligheid en Rijkswaterstaat i.v.m. de uitvoering van het programma Kustlijnzorg.

Workshop 7: Maatregelrichtingen voor herstel van de waterkwaliteit in het Eems Estuarium

Workshop 7: Maatregelrichtingen voor herstel van de waterkwaliteit in het Eems Estuarium
Het Eemsestuarium wordt steeds troebeler. Dit heeft een negatieve invloed op primaire productie van algen, en daarmee de gehele voedselketen. Onderzoek heeft uitgewezen dat de vertroebeling voor een belangrijk deel toeneemt doordat er steeds minder bezinkplekken zijn waar slib afgezet kan worden. Op dit moment worden maatregelrichtingen ontworpen om slib op een duurzame manier aan het systeem te onttrekken. Deze maatregelrichtingen bestaan uit hergebruik van slib voor bijvoorbeeld dijkbekleding (gewonnen uit intergetijdengebieden of havens) en aanleg van intergetijdengebieden en kwelders.
Uitkomst workshop 7
Leerpunten uit Eems-Dollard zijn dat een basis van vertrouwen opgebouwd kan worden tussen partijen, dat het helpt als er een mate van urgentie is om iets te ondernemen en dat pilots - zoals het gebruik van slib voor dijkversterking of voor landbouw - voordeel oplevert voor meerdere partijen, bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden.
Een te verkennen idee is langs de Westerschelde, misschien het middendeel, een multifunctioneel landschap te creëren met toegevoegde waarde voor vele partijen: waterveiligheid door slibafzetting, ophogen van de bodem en dijken, klimaatadaptatie door het creëren van een buffer voor water, belevingswaarde voor toeristen, wonen aan of in het gebied en ecologische waarde onder en boven water. Advies: werk met belanghebbende in de Westerschelde het idee uit en ga op zoek naar grondeigenaren die er belang bij zouden kunnen hebben en openstaan voor een pilot.

Workshop 9: Slimme toepassingen van baggerspecie

Workshop 9: Slimme toepassingen van baggerspecie, Interregproject Smartsediment
Het onderhoud van de vaargeul in het Schelde-estuarium vergt een continue baggerinspanning, maar biedt ook kansen om te bouwen aan natuur. Het Interregproject Smartsediment streeft naar het opnieuw in evenwicht brengen van de biodiversiteit, de bodem en de ecosysteemdiensten in de delta door slim om te gaan met baggeren, storten en verplaatsen van sediment in de delta. Waar in het Schelde-estuarium liggen kansen om dit in de praktijk te brengen en de effectiviteit ervan te monitoren?
Uitkomst workshop 9
Doelen van sedimentbeheer zijn bijvoorbeeld: meegroeien met de zeespiegelstijging, aanleggen van ecologisch relevant laag-dynamisch gebied (bijdragen aan Natura 2000-doelen), het afvlakken van getijdenenergie. Er zijn vele mogelijkheden zoals:
  • Sediment gebruiken om ondiep subtidaal habitat aan te leggen, d.w.z. ondiepe delen iets verondiepen en diepe geulen opvullen. Ongebruikte dokken kunnen benut worden als slibvang;
  • Sediment gebruiken om intergetijdengebied aan te leggen, zoals: bij Perkpolder met snelle ophoging tot gebieden met ideale foerageermogelijkheid; nevengeul verondiepen tot intergetijdengebied, bijvoorbeeld bij Vaarwater langs de Hoofdplaat; zand gebruiken om strand in stand te houden, uit te breiden of nieuw strand aan te leggen, bijvoorbeeld bij Antwerpen of Terneuzen; nieuwe platen stroomopwaarts aanleggen; schor verlagen en het materiaal bewerken t.b.v. dijkwerken, terwijl het jong schor weer slib invangt; ophogen van een plaat tot supratidaal gebied dat geschikt is als (tijdelijke) broedvogellocatie, bijvoorbeeld op de. Hoge Platen of Plaat van Walsoorden/Valkenisse;
  • Zand gebruiken ter versteviging van de geulrand of de oever i.p.v. staalslakken;
  • De natuurlijke aanslibbing weer toe te laten en vruchtbare hogere grond te krijgen via het instellen van wisselpolders, bijvoorbeeld met het concept van dubbele dijk;
  • Sediment gebruiken als alternatieve bron: kleibakkerij, klei-rijperij (Braakman of Perkpolder), baggerspecie comprimeren tot bouwmateriaal, en verhard zand om letterlijk een ‘zandbank’ te maken uit zand.

Workshop 10: Nuttige natuur

Workshop 10: Nuttige natuur: hoe herstelprojecten bijdragen aan de welvaart in de Schelde
Natuurherstelmaatregelen in de Schelde leveren naast ecologische waarde ook ecosysteemdiensten op die economisch rendabel zijn. Het kwantificeren van de ecosysteemdiensten is ook van belang voor natuurherstelprojecten langs de Westerschelde bij Waterdunen, Zwin, Perkpolder, Hedwigepolder of buitendijks bij Bath, Baalhoek en Knuitershoek. Hoe gaan we dat in kaart brengen en voor wie?
Uitkomst workshop 10
Bij de gebiedsontwikkelingsprojecten Waterdunen, Hedwigepolder en Perkpolder langs de oevers van de Westerschelde wordt natuur gecombineerd met andere functies en de vraag is wat dat oplevert en bijdraagt aan de natuuropgave van het estuarium. Hiervoor zal een meetprogramma opgesteld worden in een samenwerking tussen Het Zeeuwse Landschap, Rijkswaterstaat , Universiteit van Antwepen, Provincie Zeeland, HZ Delta Academy en NIOZ. Het dient ook om ervan te leren voor nieuwe projecten, zoals Plan Plevier in gemeente Borssele zoals voorgesteld in het convenant Duurzame havens 2030 van Zeeland Seaports, PORTIZ en ZMF.

Workshop 11: Data science in delta's

Workshop 11: Het vaststellen van de veerkracht van delta’s m.b.v. data science
Vooroevers, schorren, duinen en dijken zorgen voor een veerkrachtige en robuuste waterkering en een barrière tegen de indringing van zout water. In het Europese project FAST worden satellietbeelden gebruikt om vooroevers langs Europese kust in kaart te brengen en te berekenen hoe groot de dempende invloed van vegetatie is op inkomende golven. Daarnaast komen dit jaar meetdata beschikbaar die een gedetailleerd beeld geven over zoet- en zoutwaterverdeling in de Zeeuwse ondergrond. Integratie van dergelijke databronnen kan nieuwe inzichten opleveren. Welke data science-technieken zijn beschikbaar om de veerkracht van de Scheldedelta in beeld te brengen?
Uitkomst workshop 11
Data science kan direct ingezet worden bij de uitvoeringspraktijk zoals:
  • Big data benut om predictive maintenance uit te voeren bij pompen (bijv. van sluizen), waardoor er bespaard kan worden op onderhoud, downtime en vervanging;
  • Inzet big data in Afrika voor weer- en regenvoorspelling;
  • Inzet data science om voorspellend kweekmodel mosselsector (i.s.m. WUR) mogelijk te maken, bijvoorbeeld morfologie, satellietdata, dronedata, sensoren en weerinformatie;
  • Inzet big data & satellietdata om zoet-zoutovergangen te monitoren over een groter gebied, met name bij zandsuppleties aan de andere kant van de dijk.
  • Inzet Sentineldata om inzicht te krijgen in dynamiek van aanslibbing en groei van de vooroevers in de tijd;
  • Het (automatisch) combineren van puntmetingen met vlakdekkende data (bijvoorbeeld Sentinel & Google Earth & morfologische gegevens) mogelijk verbonden met een open beschikbare wiki-omgeving. Dit, om langjarige ontwikkelingen van een bekken te kunnen volgen (resilience van productie; resilience van draagkracht van bekkenecologie).

Workshop 12: Dealing with coastal flood risk in the Emilia-Romagna region, Italy

Workshop 12: Dealing with coastal flood risk in the Emilia-Romagna region, Italy
Part 1: Coastal engineering aspects and historic storm impacts in support of risk reduction strategies, by Paolo Ciavola (University of Ferrara). The introductory presentation will address hard and soft engineering and the importance of building-up databases on storm impacts to support risk reduction strategies.

Part 2: Coastal flood assessments in the Emilia-Romagna Region, by Clara Armaroli (University of Ferrara). The application of the CRAF tool for mapping hotspots of flood risks and along the Emilia-Romagna coast. Can this approach be applied in the Scheldt delta?

Uitkomst workshop 12
First, the CRAF tool for mapping hotspots of flood risks was applied successfully for the Emilia-Romagna coast. It can be used anywhere, including in the Scheldt delta. Second, a database on historic storm impacts has been made available this year by the European research project RISC-kit. It can be used to store Dutch historical data on flooding to support risk reduction strategies.

Workshop 13: Veiliger achter de dijk door vegetatie vóór de dijk?

Workshop 13: Veiliger achter de dijk door vegetatie vóór de dijk?
Begroeide voorlanden langs de dijken leveren een bijdrage aan de veiligheid tegen overstromingen. De golfaanval op de dijken kan namelijk aanzienlijk lager uitvallen als er een ondiep voorland voor de dijk ligt (zogenaamde slikken), en zeker als vegetatie kans ziet zich te vestigen op de slikken (we spreken dan over schorren). In het project BE SAFE is veel kennis ontwikkeld rond dit thema, aan de hand van veldmetingen in de Westerschelde en modelsimulaties. In deze sessie werd gediscussieerd over de effectiviteit van deze begroeide voorlanden, op welke locaties ze kansrijk zijn, en welke kennisvragen er nog liggen.
Uitkomst workshop 13
Begroeide voorlanden hebben een invloed op stroombanen, sedimenttransport, ecologische ontwikkeling en het getijdenregime. Een belangrijke rol van vegetatie op voorlanden is het behoud van een bestaande waterveiligheidssituatie door de remming van de erosie en het vergroten van de sedimentinvang waardoor de bodem voor de waterkering verhoogt. Tegelijkertijd zorgen begroeide voorlanden voor natuurwaarden en een aantrekkelijk landschap. De ruwheid van de vegetatie draagt bij aan het verlagen van de stroomsnelheid in een estuarium. Het stimuleren van de rol van vooroevers kan bijvoorbeeld uitgetest worden in het westelijk deel van de Westerschelde waar vraag is naar pionierschor, tussen strekdammen (hangschor i.p.v. hangstrand), op de zandplaten in de Westerschelde of ten oosten van de rug van Baarland waar gebaggerd sediment wordt gestort.

Onderzoeksvragen daarbij zijn:

  • Is dit principe toepasbaar in een systeem als de Westerschelde dat hoogdynamisch is en met sterke langsstroom; vooral op locaties waar dit het meest waardevol kan zijn zoals buitenbochten van stroomgeulen?
  • Hoe gaan we om met fasering; bijvoorbeeld in een situatie waarbij een directe maatregel nodig is, maar waar vegetatieontwikkeling tijd kost?
  • Kan sedimenthoogte en vegetatieontwikkeling met eenzelfde snelheid (of sneller) meegroeien met de zeewaterspiegelstijging?
  • Welke vormen van begrazing en cyclische verjonging levert de grootste waarde op voor recreatie, natuur, veiligheid?

Workshop 14: Implementatie van natuurlijke oplossingen voor waterveiligheid

Workshop 14: Implementatie van natuurlijke oplossingen voor waterveiligheid: de spelers, het spel en de knikkers
Hoe wordt een nature-based flood defence (NBFD) win-win voor natuur en waterveiligheid en niet lose-lose? Een NBFD, of natuurlijke oplossingen voor waterveiligheid zijn een innovatief alternatief voor harde keringen. Implementatie vraagt tegelijkertijd om innovaties in het governancesysteem. Nieuwe spelers betreden de besluitvormingsarena, actorinteracties veranderen en het multi-functionele karakter van NBFD vraagt ook om het maken van keuzes en soms trade-offs. Met speltheorie brengen we de implementatiedilemma’s in beeld en bieden een perspectief om de potentiële win-win daadwerkelijk te realiseren.
Uitkomst workshop 14
Er zijn vier projecten voorgesteld met verschillende functies en die bijdrage aan het vergroten van de veerkracht van de Scheldedelta. Ieder project heeft z’n eigen implementatievraagstukken:
  1. Project Wisselpolder aan de Westerschelde. De functies van de Wisselpolder zijn: klimaatadaptatie en meegroeien met de zeespiegel, een toeristisch recreatief product, aantrekkelijk woonmilieu, educatief, klimaatbewustzijn, oogstbare natuur en zilte producten. De implementatievraagstukken gaan over de afweging tussen het individuele en collectieve belang, het gelijk oversteken van belangen, de kosten voor de waterkeringen, het rekening houden met zaken als cultuurhistorie, kabels en leidingen en de locaties waar het best begonnen kan worden. Partners zijn de grondeigenaars of gebruikers, waterschap (kansen bij nieuwe toetsronde), lokale overheden en politiek, NGO’s vanwege het toekomstige beheer, het bedrijfsleven, consultants, havenbedrijf en andere overheden.
  2. Project Vlaamse kustzone & monding Westerschelde. De functies van dit project zijn het vergroten van de waterveiligheid, de natuurontwikkeling, de infrastructuur voor kustvaart, recreatie en aquacultuur. Belangrijke implementatievraagstukken hebben te maken met het uitdenken van een goede fasering voor een dergelijk project, de rol van de Nederlandse en Belgische overheden, maar ook die van onderzoek, onderwijs, ondernemers, het ontwikkelen van een flexibel masterplan dat ruimte laat voor ‘proberen, leren, aanpassen’.
  3. Project Gat van Borsele. De innovatie zit ‘m in het overstappen van een zacht naar een harde kustbescherming in het estuarium door het creëren van een stabiele vooroever voor waterveiligheid en natuurlijkheid. De implementatievraagstukken zijn: hoe kunnen de potentiële negatieve en positieve effecten worden afgewogen die een win-win opleveren? Hoe is de doorwerking van een dergelijk kleinschalige ingreep op het grootschalige meergeulenstelsel? Dit vraagt om een projectoverstijgende verkenning zoals bij de Waddenzeedijken met partners Rijkswaterstaat, Vlaamse Maritieme toegang, onderzoeksinstellingen, lokale terreinbeheerder en het waterschap.
  4. Project Nieuw Wulpen. Dit project bestaat uit nieuwe natuureilanden in de monding of middengebied van de Westerschelde. Een dergelijk project wordt al op klein schaal toegepast in de Braakmanhaven Nieuw Wulpen heeft als functie: het verminderen van de golfslag en het verkleinen getijslag, ligplaatsen voor binnenvaart, energiewinning, toerisme en recreatie en natuurontwikkeling voor vooral kust(broed)vogels. De implementatievraagstukken hebben betrekking op het vaststellen van de juiste natuurdoelen en de kostenefficiëntie. Mogelijke partners zijn kennisinstituten, havenbedrijven, beroepsvaart, natuurorganisaties, Rijkswaterstaat, Economische Zaken, I&M en bewoners uit de regio.



HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares