Schorren ontwikkelen of herstellen



Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context

Model link = Schorren ontwikkelen of herstellen

Result = Building with Nature-interventies VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces

Model link = Schorren ontwikkelen of herstellen

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes

Model link = Schorren ontwikkelen of herstellen

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of

Model link = Schorren ontwikkelen of herstellen

Result = Building with Living Nature VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of

Model link = Schorren ontwikkelen of herstellen

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns

Model link = Schorren ontwikkelen of herstellen

Result =

End Set VN link









Een uitgebreide meta-analyse van literatuur over de rol van schorren in kustbescherming toonde aan dat schorren een effect hebben, zowel op golfdemping als op kuststabilisatie. Eigenschappen die positief gecorreleerd zijn aan zowel golfdemping als kuststabilisatie zijn vegetatiedichtheid, biomassaproductie en schorgrootte (Shepard et al., 2011). De ontwerpcriteria voor het gebruik van schorren voor kustbescherming zijn echter nog niet bepaald en zijn onderwerp van lopend onderzoek.

Schorren zijn kustwetlands die regelmatig overstroomd worden onder invloed van het getij. Ze zijn gelegen in de bovenste deel van het intertijdengebied. Schorren komen voor bij laag-energetische kusten in een gematigd klimaat. De kust waarbij ze voorkomen bestaat uit zand of modder (slikken). De ecologie van een schor is terrestrisch: schorreplanten zijn zouttolerant, maar hun biologie is niet gebonden aan de zee (bijvoorbeeld voor de voortplanting) (Kaiser et al., 2005).

Schorontwikkeling

De soortensamenstelling van schorren hangt af van het concurrentievermogen van een soorten en van hun tolerantie ten aanzien van de plaats-specifieke omgevingsfactoren. Meestal zijn er drie of vier vegetatiezones te onderscheiden, min of meer langs de verticale overstromingsgradient: de pionierzone, lage schor, middenschor en hoge schor. De pionierzone ontwikkelt zich op een verhoogd en stabiel slik, indien de helling van het slik niet te groot is en indien de aanvoer van sediment voldoende is. Typische planten voor de pionierzone zijn slijkgras (Spartina spp.) en zeekraal (Salicornia spp.). In Zeeland gebeurt dit op een hoogte vanaf 1 m beneden de hoogwaterlijn. De pioniervegetatie vangt het sediment in, wat leidt tot lagere stroomsnelheden die op hun beurt weer leiden tot meer sedimentatie. Zodra de vegetatie zo hoog is geworden dat ze niet meer bij elk getij overstroomt, is de zone veranderd in een lage schor.

Vegetatieontwikkeling

Planten van het lage schor zijn kweldergras (Puccinellia sp.), zulte of zeeaster (Aster tripolium) en heen of zeebies (Scirpus martima). In dit stadium zal de groeiende vegetatie de kreken vernauwen en daarmee verdiepen. Bij overstroming zal er zand worden afgezet op de randen van de kreek, terwijl verderop het schor klei wordt afgezet. Dit resulteert in een structuur van zandige verhogingen aan de randen van de kreken en kleiïge kommen achter de verhoging. Het verschil in structuur leid tot een verschillen in stroomsnelheid en daarmee ook in verschillen in sedimentatiesnelheid. Het gevolg is dat de grens tussen schor en slik scherper wordt en zelfs kan leiden tot de vorming van kliffen. Het schor heeft zich nu ontwikkeld in een middenschor. Als het schor zich verder ontwikkelt zal het hoger worden totdat het nog maar zelden overstroomd raakt. Het schor is nu een hoog schor geworden. Planten van de hoge schorren zijn zeekweek (Elytrigia atherica) of zelfs riet (Phragmites australis) (op de minst brakke schorren).

Erosie van het schor

Als de kliffen van het schor te steil worden, zullen golven en stroming de randen beginnen te eroderen en uiteindelijk zal het hele schor geërodeerd zijn en weer in een slik veranderen. De schorvorming begint nu opnieuw. Dit is een natuurlijk proces dat een verloop heeft van decaden tot eeuwen. Veel van de schorren in de Oosterschelde en Westerschelde zijn oudere schorren. In tegenstelling tot de Oosterschelde vertoont de Westerschelde enige ontwikkeling van nieuwe schorren met name in beschutte plaatsen waar de concentratie van gesuspendeerd materiaal hoog is, bijvoorbeeld op de plaatsen waar baggerspecie wordt gestort (Jacobse et al., 2008).



Referenties



HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares