Doorzicht



Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context

Model link = VM Doorzicht

Result = VM Het Veerse Meer VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces

Model link = VM Doorzicht

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes

Model link = VM Doorzicht

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of

Model link = VM Doorzicht

Result = VM Ecologie Veerse Meer na ingebruikname doorlaat VN, VM Ecologie Veerse Meer voor ingebruikname doorlaat VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of

Model link = VM Doorzicht

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns

Model link = VM Doorzicht

Result =

End Set VN link









Situatie voor 2004

Figuur 1: Het verloop van het doorzicht op Soelekerkepolder. De lijn is het voortschrijdend gemiddelde van zes meetpunten.(Holland et al. 2004).

Het doorzicht, de doordringing van licht in de waterkolom, is van belang voor de groei van planktonische algen, zeesla en zeegras. Voor zichtjagende vissen en vogels zoals de middelste zaagbek is doorzicht van belang voor de bemachtiging van voedsel. En indirect, via de voedselketen, is doorzicht dus ook belangrijk voor zeesla-etende vogels als de meerkoet. Uit figuur 1 blijkt dat het goede doorzicht in de droge jaren 1996-1997 in de jaren erna een sterke daling vertoonde. In de winter van 2002-2003 bleef het doorzicht onder de twee meter en tijdens de voorjaarsbloei van april tot en met juni 2003 was het doorzicht zelfs minder dan één meter. Uit berekeningen blijkt dat door een verminderde lichtintensiteit op 1 meter diepte de potentiële groeisnelheid van Zeesla in 2002 en 2003 slechts 50, respectievelijk 10% was van de jaren 1998-2001 (Peperzak, 2004). Ook voor andere ondergedoken planten, zoals zeegras en algen (wieren) op hard substraat heeft deze hoge troebelheid negatieve gevolgen .(Holland et al. 2004).

Situatie na ingebruikname doorlaat

Figuur 2: Maandgemiddelde zwevendstofconcentratie. De stippellijn geeft het moment van ingebruikname van de Katse Heule (Prins en Vergouwen 2015).

Na de opening van de Katse Heule is de concentratie zwevende stof toegenomen (Figuur 2). Deze toename wordt veroorzaakt door toegenomen concentraties in de winterperiode december-januari (gemiddeld 6,6 mg/l), vooral in de jaren 2006-2012, die 2-3 maal hoger zijn dan de concentraties in de jaren voor ingebruikname van het doorlaatmiddel (gemiddeld 2.4 mg/l). In de jaren 2013-2014 is de hoeveelheid zwevende stof in die maanden weer afgenomen. Overigens zijn de zwevendstofconcentraties nog steeds laag: in de periode april-november gemiddeld 6 mg/l. De tijdelijke toename van de zwevendstofconcentratie na de opening van de Katse Heule verloopt min of meer synchroon met eenzelfde tijdelijke toename in de hele Oosterschelde (De Vries, I. (2014). Waterkwaliteiten Deltawateren. datarapport Oosterschelde. Deltares, Delft, rapport 1209393-000., 73 pp.), De hoeveelheid zwevend stof is erg variabel, zonder herkenbaar seizoenspatroon. Het doorzicht nam in de jaren voor de opening van de Katse Heule geleidelijk af en varieerde in 2003-2004 tussen 2 en 17 dm (Secchi diepte). In het groeiseizoen maart-september was het doorzicht in de jaren 2000-2004 gemiddeld 11 dm, en dit is na de opening van de Katse Heule meer dan verdubbeld tot gemiddeld 24 dm (Figuur 3).

Figuur 3: Maandgemiddelde doorzicht. De stippellijn geeft het moment van ingebruikname van de Katse Heule (Prins en Vergouwen 2015).



Referenties


HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares