Ontwikkeling oevers



Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context

Model link = VM Ontwikkeling oevers

Result = VM Het Veerse Meer VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces

Model link = VM Ontwikkeling oevers

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes

Model link = VM Ontwikkeling oevers

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of

Model link = VM Ontwikkeling oevers

Result = VM Ecologie Veerse Meer na ingebruikname doorlaat VN, VM Ecologie Veerse Meer voor ingebruikname doorlaat VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of

Model link = VM Ontwikkeling oevers

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns

Model link = VM Ontwikkeling oevers

Result =

End Set VN link












Ontwikkeling oevers voor 2004

Figuur 1: Verschillende soorten oeververdediging die zijn toegepast in het Veerse Meer (Holland et al. 2004).

Voor de afsluiting van het Veersche Gat en de Zandkreek zorgde het dynamische getijdensysteem voor aan- en afvoer van zand en slib op de (voor)oever. Na de vorming van het meer met een vast zomerpeil op NAP en een vast winterpeil op 0,70 m beneden NAP bleven de door de wind opgewekte golven op één en hetzelfde niveau de oever aanvallen die daardoor erodeerde. Het geërodeerde sediment werd veelal naar diepere delen verplaatst. De oevers die ten opzichte van de overheersende windrichting het sterkst aan de golven waren blootgesteld, erodeerden het snelst. Dat was ook nog afhankelijk van de hoogte van de onderwateroever. Door het eroderen van oevers werd het oppervlak droog gebied kleiner en het oppervlak ondiep water gebied groter. Hierdoor veranderde de habitat van bodemdieren. Over grote afstand zijn de oevers in het Veerse Meer met bestortingen en constructies verdedigd tegen golfaanvallen. Daardoor werd de erosie beperkt. Er worden vier typen oever onderscheiden: a. Onverdedigde oevers, b. Direct verdedigde oevers, c. Indirect verdedigde oevers en d. Combinatie van direct en indirect verdedigde oevers (Figuur 1).

Tabel1: Indicatie oeverontwikkelingen 1993-2003 (oppervlakte in m2) uit: (Holland et al.2004).
Oevertype Totale oeverlengte (m) Veranderingen oppervlakten onderzochte oevers Berekende veranderingen overige oevers Som van de veranderingen
NAP NAP-2m NAP NAP-2m NAP NAP-2m
Onverdedigd 1.900 -14.950 12.750 -525 -675 -15.475 12.075
Direct verdedigd 28.215 -1.610 12.780 -4.440 35.861 -6.050 48.641
Indirect verdedigd 7.615 -1.200 6.450 -1.525 7.492 -2.725 13.942
Direct + indirect verdedigd 5.290 -900 5.500 -1.671 10.018 -2.571 15.518
Totaal (over 10 jaar) 43.020 -18.660 37.480 -8.162 52.696 -26.822 90.175

Aan de hand van de onderzochte profielontwikkelingen van de oever is in Tabel 1. een indicatie uitgewerkt van de ontwikkelingen van de oevers die zich hebben voorgedaan in de periode 1993-2003. Hiervoor is als uitgangspunt aangehouden dat per type oeverbescherming de gemiddelde ontwikkeling gelijk was. Bij de onverdedigde oevers is de ontwikkeling bij de Goudplaat niet meegerekend. Vanzelfsprekend is deze berekende oppervlakte niet correct, de gevonden oppervlakten moeten worden beschouwd als een indicatie van de veranderingen die zich in die periode hebben voorgedaan. In die tien jaar is dus 2,7 ha droog gebied veranderd in ondiep water; in periode 1970-2003 is dit ongeveer het drievoudige. Ruim de helft van deze achteruitgang van de oever vond plaats in gebieden waar geen oeverbescherming aanwezig was. Relatief gezien was hier de achteruitgang dus groot.



Ontwikkeling oevers na 2004

De verhoging van het winterpeil heeft stapsgewijs plaatsgevonden tussen 2008 en 2011 opdat de vegetatie tijd had om zich aan te passen. Door het aangepaste winterpeil valt nu naar schatting nog ongeveer 150 ha van de ondiepe oeverzone (slikken en platen) droog in de winter (Tabel 1). Het areaal oeverzone dat droogviel bij het oude winterpeil was geschat op ongeveer 290 ha (Projectgroep MER Peilbesluit Veerse Meer 2007). Dat getal was afgeleid van een tabel in Holland et al. (2004) die weer was gebaseerd op oudere data van Wattel (1994). Zie ook deze pagina. In die schattingen is gewerkt met een ander totaaloppervlak voor het Veerse Meer dan in de huidige schatting (186 hectare ofwel 4% kleiner). Het is niet meer te reconstrueren hoe deze eerdere data tot stand zijn gekomen. De absolute verschillen tussen het oude winterpeil (290 ha) en het nieuwe winterpeil (150 ha) zijn daarom mogelijk niet helemaal correct, maar het lijkt redelijk te veronderstellen dat de orde van grootte juist is, namelijk ongeveer een halvering van het ’s winters droogvallende gebied (Prins en Vergouwen 2015).

Tabel 1: Overzicht huidige fysieke kenmerken van het Veerse meer, berekend uit het actueel hoogtebestand Nederland en lodingen van 2014 Meer (uit: Prins en Vergouwen 2015)
Eigenschap Grootte/aantal
Oppervlakte Veerse Meergebied 4176 ha
Wateroppervlak bij NAP –0,05 m. 2342 ha
Wateroppervlak bij NAP –0,30 m. 2195 ha
Buitendijkse gronden en eilanden bij NAP –0,05 m. (zomer) 1834 ha
Buitendijkse gronden en eilanden bij NAP –0,30 m. (winter) 1981 ha
In de winter droogvallend oppervlak 147 ha
Meervolume (inhoud bij NAP –0,05 m.) 114 miljoen m3
Meervolume (inhoud bij NAP –0,30 m.) 105 miljoen m3
Gemiddelde waterdiepte 4,8 m
Maximale waterdiepte 23 m



Referenties


HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares