Bestorten van plaatranden



Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context

Model link = WS Bestorten van plaatranden

Result = WS De Westerschelde VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces

Model link = WS Bestorten van plaatranden

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes

Model link = WS Bestorten van plaatranden

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of

Model link = WS Bestorten van plaatranden

Result = WS Baggeren VN, WS Ontwikkelingen in het Schelde-estuarium VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of

Model link = WS Bestorten van plaatranden

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns

Model link = WS Bestorten van plaatranden

Result =

End Set VN link








Figuur 1: Baggerwerkzaamheden op de Westerschelde (Foto: Harry van Reeken Beeldbank Rijkswaterstaat.)


Om het areaal laagdynamisch (sub)litoraal te vergroten wordt sinds 2010 een deel van de baggerspecie uit de vaargeul nabij plaatranden gestort. Dit heeft effect op het areaal van de platen en de stroomsnelheden zijn verminderd. Hoogdynamisch sublitoraal is veranderd in laagdynamisch (sub)litoraal. Analyse van de stortingen toont aan dat de nieuwe laagdynamische zones rijker aan bodemdieren zijn dan de hoogdynamische zones die hier voor de stortingen waren. De nieuw gecreƫerde laagdynamische zones zijn even rijk aan bodemdieren als bestaande laagdynamische zones in de directe omgeving (Schellekens en Vanagt 2016). Tegenover deze winst aan laagdynamisch areaal staat dat hoger op de platen tegelijkertijd laagdynamisch litoraal is verdwenen door ophoging en schorontwikkeling. Deze trend was al voor de plaatrandstortingen zichtbaar. De monitoring geeft geen verband tussen de stortingen en de (doorgaande) ophoging. Er is wel een hypothese dat de stortingen de ophoging versnellen. Die hypothese stelt dat de dynamiek langs de rand van de plaat door de plaatrandstortingen afneemt, waardoor ook de stroomsnelheden hoger op de plaat afnemen en daar meer sediment blijft liggen. Vanwege het grote belang van laagdynamisch litoraal wordt deze hypothese verder onderzocht. De wetenschappelijke toetsing is lastig, omdat er zo veel ontwikkelingen in de Westerschelde gelijktijdig gaande zijn (VNSC 2019).



Referenties


HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares