|
|||
(2 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | |||
− | |||
− | |||
{{Dijkvak VN |
{{Dijkvak VN |
||
|Model link=Stavenisse |
|Model link=Stavenisse |
||
}} |
}} |
||
{{Dijkvak VN show}} |
{{Dijkvak VN show}} |
Context VN set links: model = Stavenisse
Set VN link, Property name = Supercontext, Property VN name = Supercontext
Model link = Stavenisse
Result = Dijkvakken Zeeland VN
End Set VN link
Het dijktraject Stavenisse bestaat uit de dijken van de Nieuwe- Annex- Stavenissepolder en de Noordpolder. Het traject ligt aan de Oosterschelde aan de westkant van het eiland Tholen, tussen dijkpaal 921 en dijkpaal 955 en is 3,4 kilometer lang. Het Waterschap Scheldestromen voert het beheer en onderhoud uit. Tussen dijkpaal 929 en dijkpaal 936 ligt het ‘Schor van de Noordpolder’. Dat is in beheer bij Staatsbosbeheer.
Bijzonderheden:
Lesson learned: Werkzaamheden combineren
Opknappen weg en schor
Zeeweringen werkte vaak samen met andere partijen (gemeenten, provincie, Rijkswaterstaat, waterschap Scheldestromen, lokale ondernemers) om de dijkversterking efficiënt uit te voeren, kosten te besparen en overlast te beperken. Zo voerde het projectbureau regelmatig op verzoek van het waterschap onderhoudswerkzaamheden uit tijdens een dijkversterking.
Lesson learned: Transport als werkzaamheden
Rijden langs het schor
Het projectbureau had in het contract bepaald dat de aannemer pas na 15 juli (na afloop van het broedseizoen) ter hoogte van het schor mocht werken. Die clausule leidde tot discussie met de aannemer. Volgens Zeeweringen mocht hij tot 15 juli wel langs het schor rijden. De aannemer interpreteerde dat anders en vond werken en rijden hetzelfde. Daardoor koos hij andere transportroutes die tot extra transportkosten leidde. Deze kosten bracht hij in rekening bij projectbureau Zeeweringen, die het daar niet mee eens was. Na onderhandelingen werden beide partijen het eens over de hoogte van het te betalen bedrag. Projectbureau Zeeweringen leerde uit deze discussie dat het voortaan werk en transport duidelijker moest definiëren in het contract.
Lesson learned: Hillblocks
Toepassing nieuwe betonzuil
In 2012 zette Zeeweringen voor het eerst Hillblocks op de dijk bij de Stavenissepolder. Dit nieuwe model bleek in het begin niet geheel vrij te zijn van kinderziektes. Lopende de toepassing op volgende werken is het model verbeterd.
Op verzoek van PbZ zijn in overleg met de beheerder en de fabrikant afspraken gemaakt over herstel/vervanging voor de komende jaren.
Lesson learned: Matrixborden werkverkeer
Voorkomen snelheidsovertredingen
Naar aanleiding van klachten over de snelheid van het werkverkeer, plaatste het projectbureau matrixborden langs de transportroute. Die maakten chauffeurs attent op hun snelheid. Bovendien konden omwonenden en medeweggebruikers zo zien of het werkverkeer echt te reed (vaak is er de ervaring dat er te hard gereden wordt, terwijl dat niet zo is). Het projectbureau liet hiermee ook zien dat het omwonenden en hun klachten serieus nam. De matrixborden hadden een positief effect: de klachten over snelheidsovertredingen stopten.
Projectbureau Zeeweringen heeft voor dijktraject Stavenisse, net als voor alle andere dijktrajecten, een omgevingsplan gemaakt. Dat plan omvat een inventarisatie van alle stakeholders die voor dit dijktraject relevant zijn. Daarnaast staat hierin beschreven op welke manier het projectbureau deze doelgroepen geïnformeerd heeft over de werkzaamheden.
Achter het dijktraject ligt een minicamping. Veel gasten komen naar deze camping om het strandje aan de buitenkant van de dijk te bezoeken en om er te vissen (tussen dijkpaal 940 en dijkpaal 954 ligt een officiële visstek). Projectbureau Zeeweringen had ter voorbereiding op de dijkversterking al in een vroeg stadium contact opgenomen met de campingeigenaar. Om het strand beter toegankelijk te maken, had de campingeigenaar graag gezien dat Zeeweringen een trap op de dijk zou aanleggen. Hij had daarvoor in het verleden al eens een verzoek ingediend bij waterschap Scheldestromen. Dat verzoek was echter afgewezen, omdat de buitenkant van de dijk en het schor stiltegebied zijn. Om diezelfde reden wees projectbureau Zeeweringen het verzoek om een trap ook af en nam het dus niet mee in het ontwerp. Campinggasten die in het weekend de camping bezochten om op het strandje achter de dijk te komen vissen, konden tijdens de dijkversterkingswerkzaamheden het strand niet bereiken omdat de aannemer het werkgebied had afgezet met hekken. Volgens de campingeigenaar betekende dat minder gasten en dus inkomstenderving. Om de overlast te beperken gaf projectbureau Zeeweringen tijdens de uitvoering de campingeigenaar de sleutel van het hek. Zo was het strand in het weekend toch bereikbaar voor vissers.
Voor het dijkvak tussen dijkpaal 943 en dijkpaal 955 ligt één van de grootste pierenspitlocaties van de Oosterschelde. Projectbureau Zeeweringen had vooraf met Sportvisserij Zuidwest Nederland (de vertegenwoordigende organisatie) afgesproken dat de spitlocatie tijdens de uitvoering veilig bereikbaar moest blijven. Zo moest de aannemer zorgen voor goed bereikbare parkeerplaatsen voor de pierenspitters en moesten pierenstekers zich vooraf melden bij de bouwkeet voor een veiligheidsinstructie. Daar kregen ze ook een hesje mee, zodat ze veilig via het werkgebied de pierenspitlocatie konden bereiken.
In het ecologisch detailadvies worden de aanwezige planten geïnventariseerd, zowel in de getijzone als ter plaatse van de boventafel. Op basis hiervan wordt een advies verstrekt over de soort nieuwe bekleding die moet worden gekozen om minstens een gelijkwaardige begroeiing in de toekomst te verkrijgen. Dit detailadvies is opgenomen als bijlage van de ontwerpnota.
Tussen dijkpaal 922 en dijkpaal 936 ligt het ‘Schor van de Noordpolder’ met waardevolle flora en fauna. Projectbureau Zeeweringen moest dit schor sparen, maar ook verbeteren tijdens de dijkversterking omdat het verdroogde. In overleg met de projectecoloog is gekeken hoe projectbureau Zeeweringen het schor kon verlagen en de kreekjes in het schor kon herstellen. Het projectbureau verbeterde het schor, voor zover dit vergunningtechnisch en qua uitvoering mogelijk was.
Door het projectbureau is een planbeschrijving opgesteld. Op basis hiervan wordt door het waterschap vastgesteld dat een milieueffectrapport niet behoeft te worden opgesteld. De planbeschrijving is ter inzage gelegd. Een verzoek tot goedkeuring Waterwet wordt aan de provincie verzonden. Deze geeft goedkeuring.
In het kader van de Natuurbeschermingswet wordt een Passende beoordeling natuurtoets opgesteld. De vergunning wordt onder voorwaarden verleend. De voorwaarden dienen on de verstoring van de natuurwaarden zo veel mogelijk te beperken. Om een vergunning te verkrijgen voor het verbeteren van het voorliggende schor is een quickscan uitgevoerd. Op basis van de scan wordt een nieuwe vergunning niet nodig geacht.
Verder wordt in het kader van een mogelijk benodigde vergunning in het kader van de Flora- en faunawet een Soortenbeschermingstoets opgesteld. Deze vergunning is niet nodig, de toets voldoet indien de genoemde mitigerende maatregelen worden nagekomen.
Projectbureau Zeeweringen liet matrixborden plaatsen langs de transportroutes om te voorkomen dat vrachtwagenchauffeurs bij het aan- en afvoeren van materialen te hard zouden rijden. Ook hield de aannemer ‘toolboxmeeting’ met de chauffeurs om ze bewust te maken van het belang van verkeersveilig rijgedrag. Zeeweringen had in verband met de verkeersveiligheid een aantal wegen naar het werkgebied met verkeersborden laten afsluiten voor verkeer, met uitzondering van bestemmingsverkeer. Dat gaf in het begin wat problemen, omdat bijvoorbeeld vuilophaaldiensten de wegen niet meer wilden inrijden en huisvuil daardoor niet opgehaald werd. Door ze officieel ontheffing te verlenen, waren deze problemen snel opgelost.
Om omwonenden en recreanten te informeren over de werkzaamheden, zette het projectbureau verschillende communicatiemiddelen in, zoals advertenties, informatieborden en huis-aan-huiskranten.
De bekleding tussen dijkpaal 921 en dijkpaal 930+50 meter bestond uit open steenasfalt. Tussen dijkpaal 930+50 meter en dijkpaal 939 bestond de dijkbekleding helemaal uit Haringmanblokken met daarboven doorgroeistenen. Tussen dijkpaal 939 en dijkpaal 950+70 was de ondertafel van de dijk bekleed met Vilvoordse steen, ingegoten met beton. Daarboven lag basalt, eveneens ingegoten met beton. De bekleding van de boventafel bestond uit Haringmanblokken met aansluitend doorgroeistenen. Tussen dijkpaal 950+70 meter en dijkpaal 954+70 meter, ter hoogte van gemaal ‘De Noord’ bestond de dijkbekleding volledig uit Haringmanblokken met daarboven groeistenen. De dammetjes van gemaal ‘De Noord’ waren bekleed met basalt. De glooiing bij het gemaal bestond uit basaltzuilen.
Waterschap Scheldestromen heeft het dijktraject getoetst aan de veiligheidsnorm, zoals die is voorgeschreven in de Waterwet. Het waterschap stelde daarbij vast dat vrijwel alle steenbekleding niet voldeed aan de norm en vervangen moest worden. Uitzondering hierop vormden de dammetjes van basalt van gemaal ‘De Noord’. Zij voldeden wel aan de norm. Het waterschap stelde bovendien vast dat de kreukelberm over het hele dijktraject onvoldoende scoorde.
Nadat de toetsing door het waterschap is uitgevoerd, is deze gecontroleerd door het projectbureau. Daarna is het vrijgavedocument opgesteld, waaraan drie errata zijn toegevoegd met betrekking tot nieuwe randvoorwaarden en de invloed hiervan op de stabiliteit, de aanwezigheid van klein zeegras en een aanvulling op het basisdocument over Cultuurhistorie aan de hand van een door Stichting Dorp, Stad en Land in opdracht van projectbureau Zeeweringen gemaakte inventarisatie langs de Oosterschelde.
Het voorontwerp, de variantenafweging en het definitieve ontwerp van het dijktraject zijn uitgebreid omschreven in de ontwerpnota. Volgens deze nota is het dijktraject Stavenisse opgedeeld in drie deelgebieden:
In deelgebied 1 is de dijk opnieuw bekleed met betonzuilen. In deelgebied 2 is de ondertafel bekleed met gekantelde betonblokken. De boventafel heeft een bekleding van betonzuilen gekregen. Het hele dijktraject is voorzien van een nieuwe kreukelberm en in deelgebied 1 en 2 zijn nieuwe teenconstructies aangebracht. Het onderhoudspad bestaat uit open steenasfalt en is ontoegankelijk voor fietsers.
Gemaal ‘De Noord’
Aan het einde van het dijktraject loopt de doorlaat van de uitwateringssluis van gemaal ‘De Noord’ onder de steenbekleding. Bovendien heeft de uitwateringssluis twee uitwateringsdammen. In het ontwerp moest projectbureau Zeeweringen ervoor zorgen dat de nieuwe steenbekleding goed zou aansluiten op de uitwateringssluis en de dammen.
De weg achter het dijkvak ter hoogte van het schor was half verhard en daardoor slecht begaanbaar. Projectbureau Zeeweringen gebruikte deze weg als transportroute voor de aan- en afvoer van materialen. In overleg met Staatsbosbeheer (de beheerder van het schor), het waterschap (de beheerder van de dijk) en de eigenaar van een volkstuintje grenzend aan deze weg heeft Zeeweringen deze weg laten opknappen. De bereikbaarheid van de dijk en het volkstuintje zijn hierdoor verbeterd.
Het ‘Schor van de Noordpolder’ tussen dijkpaal 922 en dijkpaal 936 verdroogde, omdat de kreekjes op het schor deels verzand en dichtgeslagen waren. In overleg met Staatsbosbeheer herstelde projectbureau Zeeweringen het schor niet alleen binnen, maar ook buiten de werkstrook.
Na afloop van het werk is een toetsing uitgevoerd en is het dijkvak overgedragen aan het waterschap.
De dijkversterking van dijktraject Stavenisse viel op vanwege de uitzonderlijk goede kwaliteit van het werk. Het was opvallend goed georganiseerd en het werkgebied was netjes en overzichtelijk.
Ongeveer in het midden van dijktraject Stavenisse ligt een groot buitendijks plateau, bijna ter grootte van een voetbalveld. Projectbureau Zeeweringen nam in het contract op dat de aannemer dit plateau tijdens de uitvoering mocht gebruiken voor de opslag van materialen. Voorwaarde was wel dat hij na afloop van de werkzaamheden het plateau van een nieuwe, goede kleilaag zou voorzien.
Om bij dijkpaal 955 ter hoogte van gemaal ‘De Noord’ het dijkvak te kunnen bereiken had projectbureau Zeeweringen twee mogelijkheden. Eén ervan was het aanleggen van een tijdelijke dijkovergang voor het gemaal. Volgens de andere mogelijkheid zou de aannemer gebruik kunnen maken van een bestaande dijkovergang op het naastgelegen dijkvak, dat in 2012 versterkt was. In dat geval zou de aannemer beschermende maatregelen moeten nemen, zodat de nieuwe bekleding op het naastgelegen dijkvak in tact zou blijven. Projectbureau Zeeweringen nam deze laatste optie op in het contract. In de uitvoering koos de aannemer echter voor de eerste optie en legde hij voor het gemaal een tijdelijke dijkovergang aan. Daarnaast maakte hij nog een tijdelijke dijkovergang in het midden van het dijktraject.
Projectbureau Zeeweringen had in het contract vastgelegd dat de aannemer pas na 15 juli (na afloop van het broedseizoen) ter hoogte van het schor mocht werken. Die clausule leidde tot discussie met de aannemer. Volgens Zeeweringen mocht hij tot 15 juli wel langs het schor rijden. De aannemer interpreteerde dat anders en vond werken en rijden hetzelfde. Daardoor koos hij andere transportroutes die tot extra transportkosten leidde. Deze kosten bracht hij in rekening bij projectbureau Zeeweringen, die het daar niet mee eens was. Na onderhandelingen werden beide partijen het eens over de hoogte van het te betalen bedrag. Daarnaast hield de projectecoloog het schor goed in de gaten. Hij constateerde dat er op 1 juli geen broedende vogels meer aanwezig waren en gaf de aannemer vanaf die datum toestemming om ter hoogte van het schor te mogen werken. Projectbureau Zeeweringen leerde uit deze discussie dat het voortaan werk en transport duidelijk moet definiëren in het contract.
De dijkbekleding bestond volgens het contract uit Hillblocks en gekantelde betonblokken, afkomstig uit het depot, maar ook uit depots van andere dijktrajecten. Vanuit de depots waren meer betonblokken beschikbaar dan vooraf ingeschat. Projectbureau Zeeweringen nam deze blokken met een wijzigingsovereenkomst op in het contract. Daardoor hoefde de aannemer minder betonzuilen te kopen en leverden de blokken voor Zeeweringen nog wat op.
Tijdens de uitvoering werden onder andere stalen rijplaten en diesel gestolen. De aannemer plaatste na de diefstal beveiligingscamera’s op de kranen.
Bij het verwijderen van de oude dijkbekleding kwam veel open steenasfalt vrij. Projectbureau Zeeweringen bood volgens het contract de aannemer de mogelijkheid dit te verwerken op het onderhoudspad op het dijktraject. De aannemer verwerkte het oude open steenasfalt en maakte het geschikt voor het nieuwe onderhoudspad. Na ongeveer drie weken bleek het verwerkte open steenasfalt op het onderhoudspad echter los te laten. De oorzaak lag waarschijnlijk in de duur van het transport omdat er tijdens sommige ritten files op de weg stonden waardoor ontmenging kon plaatsvinden. In 2015 zijn de slechte stukken rechthoekig uitgezaagd en van nieuw materiaal voorzien.
Bij de uitvoering van dijkversterking Stavenisse moest de aannemer meer grondverbetering uitvoeren dan vooraf was ingeschat. Dat leidde tot extra kosten, die gedekt werden door de post ‘onvoorzien’ in de begroting. De aannemer leverde het project binnen budget en op tijd op.